AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Toekenning van een traplift op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 na afwijzing door de gemeente
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan over de aanvraag van eiser voor een traplift op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiser, die al meer dan 33 jaar in zijn woning woont, heeft de aanvraag ingediend omdat hij door zijn lichamelijke beperkingen niet in staat is om trappen te lopen. De gemeente Amsterdam heeft de aanvraag afgewezen, omdat de kosten van de noodzakelijke aanpassingen boven de primaatgrens van € 10.000,- uitkwamen en verhuizen naar een rolstoelgeschikte woning als een adequate oplossing werd gezien. Eiser heeft echter aangeboden om een deel van de kosten zelf te dragen, zodat de kosten onder de grens zouden blijven.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij niet heeft ingestemd met het aanbod van eiser om een deel van de kosten voor eigen rekening te nemen. De rechtbank heeft het stappenplan van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) als uitgangspunt genomen en vastgesteld dat de huidige situatie van eiser niet langer houdbaar is. Eiser verkeert in een sociaal isolement en heeft regelmatig hulp nodig om zijn woning te verlaten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gemeente de aanvraag voor de traplift moet honoreren, omdat de kosten onder de primaatgrens blijven en eiser in zijn eigen leefomgeving moet kunnen blijven wonen.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van de gemeente vernietigd, het primaire besluit herroepen en de gemeente opgedragen om de traplift aan eiser toe te kennen. Tevens is de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.
Voetnoten
2.Artikel 4.7, eerste en tweede lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning
3.Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2019, p. 49 en 51.
4.Artikel 4 van het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2019.
6.Artikel 4.1, tweede lid, van de Verordening (voor zover van belang).
7.Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2019, p. 15 e.v.
8.De Memorie van Toelichting bij de Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015), TK 201302014, 33841, nr. 3, p. 45.
9.Zie p. 18: Een Amsterdammer kan voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komen als andere oplossingen niet of niet voldoende tot een oplossing leiden.
10.Zie noot 8, in dit geval p. 10: De maatwerkvoorziening is aanvullend op wat iemand zelf kan bijdragen en vormt samen met de inzet van eigen kracht of, indien van toepassing, gebruikelijke hulp of mantelzorg een samenhangend ondersteuningsaanbod, ofwel maatwerk.
11.Zie de artikelen 1.1.1, eerste lid, 2.3.2, vierde lid en 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015.