Uitspraak
17.3621 WMO15
24 april 2017, 16/2854 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin het college van burgemeester en wethouders van Veendam een aanvraag voor woningaanpassingen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) heeft afgewezen. Appellante, die lijdt aan nachtelijke epileptische aanvallen, verzocht om aanpassingen in haar woning, waaronder een toilet op de eerste verdieping en andere voorzieningen. Het college heeft echter besloten dat een verhuizing naar een gelijkvloerse woning een goedkopere en adequate oplossing is, en bood een verhuiskostenvergoeding van € 2.000,- aan. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, en appellante is in hoger beroep gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad oordeelt dat het college terecht heeft gesteld dat de kosten van de gevraagde woningaanpassingen aanzienlijk hoger zijn dan de kosten van de verhuiskostenvergoeding. De Raad bevestigt dat de Wmo 2015 het college de ruimte biedt om de goedkoopste adequate maatwerkvoorziening te verstrekken. Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat verhuizen om medische redenen niet mogelijk is, en de Raad concludeert dat de aangeboden verhuiskostenvergoeding een passende maatwerkvoorziening is. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.