ECLI:NL:RBAMS:2020:5830

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 september 2020
Publicatiedatum
26 november 2020
Zaaknummer
C/13/676095 / HA ZA 19-1244
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatig handelen gemeente en aansprakelijkheid in zorgtraject

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 28 september 2020, hebben eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.J.J. Hendrikse, de gemeente Uithoorn aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen. De eisers stelden dat de gemeente hen niet had gewezen op de mogelijkheid van een cliëntondersteuner na het indienen van een zorgaanvraag voor hun zoon. Ze vorderden een verklaring voor recht dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld en dat zij aansprakelijk was voor de geleden schade, die zij op € 49.800,00 hadden gesteld.

De rechtbank oordeelde dat de gemeente inderdaad een fout had gemaakt door eisers niet te wijzen op de cliëntondersteuner, wat erkend werd door de gemeente zelf. Echter, de rechtbank wees de vordering tot aansprakelijkheid af, omdat er geen causaal verband was aangetoond tussen de gemaakte fout en de gestelde schade. De rechtbank concludeerde dat niet was gebleken dat de zoon van eisers, [naam zoon], eerder het wlz-traject zou zijn ingegaan als zij in 2014 op de cliëntondersteuner waren gewezen. De rechtbank stelde vast dat andere zorgverleners niet hadden geadviseerd om direct het wlz-traject te starten en dat de gemeente had aangetoond dat lichtere maatregelen eerst onderzocht moesten worden.

Daarnaast oordeelde de rechtbank dat er geen sprake was van het niet nakomen van toezeggingen door de gemeente. De beloftes die tijdens de hoorzitting waren gedaan, waren meer procesafspraken en gaven geen rechten aan eisers. De rechtbank besloot dat beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk werden gesteld en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. De rechtbank verklaarde voor recht dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld, maar wees de overige vorderingen af.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/676095 / HA ZA 19-1244
Proces-verbaal van mondeling vonnis van 28 september 2020
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. H.J.J. Hendrikse te Amsterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE UITHOORN,
zetelend te Uithoorn,
gedaagde,
advocaat mr. R. Hoeneveld te Haarlem.
Partijen zullen hierna [eisers] en de gemeente worden genoemd.
Tegenwoordig zijn mr. H.J. Schaberg, rechter, en mr. R. Hafith, griffier.
De rechter gaat over tot de mondelinge uitspraak.

1.De beoordeling

1.1.
Het geschil gaat, kort samengevat, om de vraag of de gemeente aansprakelijk is jegens [eisers] door hen niet te wijzen op een cliëntondersteuner nadat zij voor hun zoon [naam zoon] een zorgaanvraag hadden ingediend bij de gemeente en of de gemeente gedane toezeggingen niet is nagekomen. [eisers] vorderen in deze procedure dat de rechtbank voor recht verklaart dat i) de gemeente onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld en dat ii) de gemeente aansprakelijk is voor de schade die [eisers] als gevolg daarvan hebben geleden. Ook vorderen [eisers] dat de gemeente wordt veroordeeld tot betaling aan [eisers] van de geleden materiële en immateriële schade primair groot € 49.800,00, subsidiair nader op te maken bij staat, en in de proceskosten.
1.2.
De klacht dat de gemeente [eisers] eerder had moeten wijzen op een cliëntondersteuner is al gegrond verklaard. De gemeente heeft erkend dat zij op grond van de wet en in het kader van de zorgaanvraag [eisers] in 2014 had moeten wijzen op de mogelijkheid van een cliëntondersteuner. Dat heeft de gemeente niet gedaan en daarmee heeft de gemeente een fout gemaakt. De rechtbank verklaart dan ook voor recht dat de gemeente onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld.
1.3.
Een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is jegens [eisers] zal echter worden afgewezen. Voor het aannemen van aansprakelijkheid is nodig dat een causaal verband bestaat tussen de gemaakte fout en de gestelde schade. Dat is hier niet het geval. Niet gebleken is dat [naam zoon] het wlz-traject eerder zou zijn ingegaan als [eisers] al in 2014 op een cliëntondersteuner zouden zijn gewezen, omdat niet is komen vast te staan dat een cliëntondersteuner vanaf het begin van het zorgtraject een pgb binnen de wlz zou hebben geadviseerd. Andere zorgverleners, die waren betrokken bij de zorgvraag voor [naam zoon] , hebben ook niet geadviseerd dat [naam zoon] meteen het wlz-traject zou moeten ingaan. Ook is niet gebleken dat zorgverleners achteraf hebben gesteld dat [naam zoon] al in 2014 het advies van het wlz-traject had moeten krijgen. Dat hij uiteindelijk een pgb voor de wlz heeft gekregen is onvoldoende om aan te nemen dat hij dat vanaf het begin af aan zou hebben gehad. De gemeente heeft immers gemotiveerd aangevoerd dat bij een zorgaanvraag als die van [naam zoon] altijd eerst de lichtere maatregelen moeten worden onderzocht voordat een wlz-traject kan worden ingegaan, vanwege het zware en definitieve karakter daarvan. [eisers] hebben daar niet inhoudelijk op gereageerd, bijvoorbeeld met verklaringen van hulpverleners die in die eerdere of juist in die latere fase bij [naam zoon] betrokken zijn geweest. Ook is onvoldoende gebleken dat [eisers] met hun verzoek om een pgb in 2014 hetzelfde pgb zouden hebben gekregen zoals dat bestaat binnen de wlz, en of [naam zoon] aan de hand van voornoemd verzoek al meteen de hulp binnen de wlz zou hebben gekregen. De wlz is immers geregeld door een andere instantie dan de gemeente en is geregeld in een andere wet.
1.4.
Nu aansprakelijkheid aan de zijde van de gemeente niet kan worden aangenomen, zal de door [eisers] gevorderde (materiële en immateriële) schadevergoeding worden afgewezen.
1.5.
De rechtbank overweegt daarnaast dat geen sprake is van het niet nakomen van toezeggingen. Het gaat niet om een beroep op het vertrouwensbeginsel in bestuursrechtelijke zin, maar om de vraag of de gemeente [eisers] concreet iets heeft beloofd, dat zij daarna niet is nagekomen. In dit geval zijn op de hoorzitting slechts beloftes gedaan door de gemeente om een en ander te onderzoeken. Dat zijn meer procesafspraken. [eisers] kunnen daaraan geen rechten ontlenen. Vervolgens is het proces om meerdere redenen toch weer anders gelopen, maar het is ook niet gebleken dat [eisers] dáárdoor schade hebben geleden, zodat ook op die grond geen aansprakelijkheid aan de zijde van de gemeente bestaat.
1.6.
Nu beide partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, worden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

2.De beslissing

De rechtbank
2.1.
verklaart voor recht dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eisers] ,
2.2.
wijst het meer of anders gevorderde af,
2.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door rechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.