Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
de beslissing zal hem na de overlevering onverwijld persoonlijk worden betekend; en
de betrokkene zal na de betekening van de beslissing uitdrukkelijk worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing; en
de betrokkene zal geïnformeerd worden over de termijn waarover hij beschikt om verzet (namelijk 15 dagen) of hoger beroep aan te tekenen (namelijk 30 dagen).”
5.Strafbaarheid
poging tot diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft doormiddel van inklimming.
6.Artikel 6, lid 5, OLW
verwachtingbestaat dat de opgeëiste persoon niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van een hem na overlevering opgelegde straf of maatregel. Die beoordeling vindt plaats aan de hand van een advies van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over de verwachting of de opgeëiste persoon al dan niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van een hem na overlevering opgelegde straf of maatregel. De IND heeft op verzoek van de officier van justitie het volgende bericht:
7.Verderlevering van de opgeëiste persoon
the Court of Appeal of Brescia.
8.Slotsom
9.Toegepaste artikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon] ,aan het parket van de procureur des Konings Antwerpen – afdeling Turnhout (België).