6.2Eiseres voert verder aan dat verweerder in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld door het besluit van 2 oktober 2019 te vervangen door het primaire besluit. Als zij bezwaar had gemaakt tegen het besluit van 2 oktober 2019, was dat namelijk gegrond geweest, omdat zij de afspraak van 26 september 2019 met een geldige reden heeft afgezegd en deze niet ten grondslag aan een intrekking mocht worden gelegd. Zij is dus door het primaire besluit benadeeld.
7. Voor de toepasselijke regelgeving verwijst de rechtbank naar de bijlage bij deze uitspraak.
Mocht verweerder het besluit van 2 oktober 2019 vervangen door het primaire besluit?
8. De rechtbank volgt eiseres niet in de stelling dat verweerder het besluit van 2 oktober 2019 niet mocht vervangen door het primaire besluit. De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting toegelicht dat in het besluit van 2 oktober 2019 de uitkering van eiseres abusievelijk per 26 september 2019 en niet per 30 september 2019 werd beëindigd. Aan het besluit van 2 oktober 2019 werd ten onrechte de gemiste afspraak van 26 september 2019 (in combinatie met de gemiste afspraak van 2 oktober 2019) ten grondslag gelegd. Dat had de gemiste afspraak van 30 september 2019 (in combinatie met de gemiste afspraak van 2 oktober 2019) moeten zijn. Indien eiseres bezwaar tegen het besluit van 2 oktober 2019 zou hebben gemaakt, zou verweerder in het besluit op bezwaar hebben gedaan wat zij nu met het primaire besluit heeft gedaan, namelijk de uitkering per 30 september 2019 intrekken. Eiseres is dus niet benadeeld doordat het besluit van 2 oktober 2019 is vervangen door het primaire besluit. De rechtbank ziet geen reden om te oordelen dat verweerder hiermee heeft gehandeld in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Mocht verweerder de bijstandsuitkering van eiseres per 30 september 2019 intrekken?
9. Verweerder heeft onderzoek gedaan naar de woonsituatie van eiseres en eiseres daartoe voor een gesprek op kantoor opgeroepen. De woonsituatie van eiseres is relevant voor het vaststellen van haar recht op een bijstandsuitkering. Verweerder mocht hier onderzoek naar doen naar aanleiding van de e-mail van [naam] . De rechtbank vindt dat de medewerking van eiseres door naar een gesprek met verweerder te komen, uitleg te geven over haar woonsituatie en bankafschriften te overleggen, redelijkerwijs nodig was om het recht op bijstand vast te stellen.
10. Eiseres stelt dat zij de oproepbrief van 26 september 2019 voor de afspraak van 30 september 2019 nooit heeft ontvangen. Bij ontkenning van ontvangst van een niet‑aangetekend verzonden brief, is het aan het bestuursorgaan om aannemelijk te maken dat een brief wel op het adres van de geadresseerde is ontvangen.Uit het rapport van bevindingen van 3 oktober 2019 blijkt dat twee handhavingsspecialisten van verweerder op 26 september 2019 een bezoek hebben gebracht aan het door eiseres opgegeven uitkeringsadres, [adres] te [plaatsnaam] . Eiseres heeft ter zitting bevestigd dat [adres] te [plaatsnaam] haar adres was. Omdat er ondanks herhaaldelijk aanbellen niet werd gereageerd, hebben zij de oproepbrief voor de afspraak op 30 september 2019 in de brievenbus gedeponeerd. Het rapport van bevindingen is opgemaakt en ondertekend door één van de handhavingsspecialisten. Verweerder heeft hiermee naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk gemaakt dat op 26 september 2019 de oproepbrief voor het gesprek van 30 september 2019 op het adres van eiseres is ontvangen. Het valt eiseres dus te verwijten dat zij niet op de afspraak van 30 september 2019 is verschenen en zich niet voorafgaand heeft afgemeld.
11. Eiseres betwist niet dat zij de oproep van 30 september 2019 voor de afspraak van 2 oktober 2019 heeft ontvangen. Eiseres is, tussen partijen is dit niet in geschil, zonder voorafgaand bericht niet verschenen op de afspraak van 2 oktober 2019. Eiseres voert aan dat ze de oproepbrief te laat heeft gezien. De rechtbank is van oordeel dat een termijn van één á twee dagen tussen de oproep en de afspraak niet zo kort is dat het voor eiseres niet mogelijk was aan die oproep te voldoen of om op zijn minst om uitstel te vragen.Het is de verantwoordelijkheid van eiseres als bijstandsaanvrager ervoor te zorgen dat zij haar post op tijd bekijkt.Het valt eiseres dus te verwijten dat zij niet op de afspraak van 2 oktober 2019 is verschenen en zich niet voorafgaand heeft afgemeld. Het betoog van eiseres dat de schuldhulpverlener van eiseres een paar dagen na de afspraak van 2 oktober 2019 nog over de gemiste afspraak met verweerder heeft gebeld maakt dit niet anders.
12. Verweerder kon in redelijkheid de bijstandsuitkering van eiseres per 30 september 2019 intrekken. Eiseres heeft onvoldoende medewerking verleend door niet op de afspraak van 30 september 2019 te verschijnen nadat zij door verweerder was opgeroepen. Eiseres heeft dit verzuim niet hersteld nadat verweerder haar die gelegenheid heeft geboden. Eiseres is immers ook niet naar de afspraak van 2 oktober 2019 gekomen na te zijn opgeroepen.
13. Het beroep is ongegrond.
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.