In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoeker, die onder de AWBZ is geïndiceerd voor zorgzwaartepakket VG03, en de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), die de indicatie heeft herzien naar het lichtere zorgzwaartepakket VG02. Verzoeker is het niet eens met deze herziening en beroept zich op een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 juli 2020, waarin een vergelijkbare zaak werd behandeld. De voorzieningenrechter oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat verzoeker niet langer aangewezen is op de geïndiceerde zorg en dat de CIZ ten onrechte is uitgegaan van de toegangscriteria van de Wet langdurige zorg (Wlz) die niet van toepassing zijn op verzoeker, die onder het overgangsrecht valt. De voorzieningenrechter vernietigt het bestreden besluit van de CIZ, herroept het primaire besluit en draagt de CIZ op het betaalde griffierecht aan verzoeker te vergoeden. Tevens worden de proceskosten van verzoeker vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van het overgangsrecht en de noodzaak om rekening te houden met de specifieke omstandigheden van verzoeker.