Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het deelvonnis van 11 maart 2020, waarin de vordering van [eiseres] ten aanzien van gedaagde [gedaagde 2] is afgewezen en waarbij [eiseres] in de gelegenheid is gesteld om zich bij akte uit te laten over de omvang van de schade (hierna: het tussenvonnis),
- de akte uitlaten (na tussenvonnis) van [eiseres] , met producties,
- de antwoord-akte (na tussenvonnis) van [gedaagde 1] .
2.De verdere beoordeling
Tot € 875bij oppervlakkig en beperkt letsel met een herstelperiode van ongeveer twee maanden. Denk hierbij onder meer aan schaafwonden, kneuzingen, eerstegraads brandwonden en beperkte, niet-ontsierende littekens.
Van € 575 tot € 1.725bij letsel waarvoor een korte medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden en waarbij sprake is van een herstelperiode van twee tot vier maanden. Denk onder meer aan (lichte) hersenschudding of whiplash met restloos herstel, forse verzwikking of verstuiking, een gebroken rib en enkele dagen arbeidsongeschiktheid.
Van € 1.150 tot € 2.125bij letsel met een wat langere herstelperiode van ongeveer vier tot zes maanden, maar met een uiteindelijk restloos herstel (op eventueel wat beperkte, niet-ontsierende littekens na)
,waarvoor medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden. Denk hierbij onder meer aan gevallen van korte ziekenhuisopname, bij ‘eenvoudige’ botbreuken, indien sprake is van een aantal weken tot enkele maanden arbeidsongeschiktheid en tijdelijke hulpbehoevendheid. (…)”
€ 800,00 +
1.152,50(2,5 punten × tarief € 461,00)
3.De beslissing
mr. E.H. van Kolfschooten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2020. [2]