Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Beymen Club B.V. een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Amsterdam. De aanleiding voor het kort geding was een dwangbevel dat door de Gemeente was uitgevaardigd, waarbij Beymen Club werd gesommeerd een verbeurde dwangsom van € 40.000,- te betalen. Beymen Club stelde dat de dwangsommen waren verjaard en dat de Gemeente misbruik maakte van haar executiebevoegdheid. De Gemeente voerde verweer en stelde dat de verjaring tijdig was gestuit door een aanmaning die op 28 maart 2019 was verzonden.
Tijdens de zitting op 12 januari 2021 heeft Beymen Club haar standpunt toegelicht en de Gemeente heeft verweer gevoerd. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de zaak beoordeeld. De rechter oordeelde dat de Gemeente voldoende aannemelijk had gemaakt dat de aanmaning op de juiste wijze was verzonden en dat Beymen Club onvoldoende feiten had aangedragen om de ontvangst van de aanmaning te betwisten. Hierdoor was er geen sprake van misbruik van executiebevoegdheid.
De voorzieningenrechter heeft alle gevraagde voorzieningen van Beymen Club geweigerd en haar veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die zijn begroot op € 1.647,00. De uitspraak is gedaan op 26 januari 2021 door voorzieningenrechter H.C. Hoogeveen, bijgestaan door griffier M.A.H. Verburgh.