Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court of Legnica – III Criminal Department(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Stb. 125 (hierna: de Herimplementatiewet), die op 1 april 2021 in werking is getreden. Daarin is een nieuwe regeling voor de beslistermijn opgenomen. Deze regeling houdt in dat wanneer de rechtbank binnen 90 dagen nog geen uitspraak heeft kunnen doen op het verzoek tot overlevering, zij de beslistermijn enkel nog (telkens) kan verlengen indien zij in afwachting is van een uitspraak van het Hof van Justitie over prejudiciële vragen (artikel 22, vierde lid, OLW) of indien er een onderzoek is ingesteld naar een (mogelijk) reëel gevaar van een schending van de grondrechten zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, OLW (artikel 22, vijfde en zesde lid, OLW).
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgement of the Regional Court of Legnicavan
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
5.Strafbaarheid; feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Artikel 6a OLW; beroep op gelijkstelling met een Nederlander
Hoedanigheid van ‘rechterlijke autoriteit’ en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
the District Court in Legnicaen de eventuele tuchtprocedures waaraan zij zijn onderworpen.
(Openbaar Ministerie (Onafhankelijkheid van de uitvaardigende rechterlijke autoriteit)) [2] geoordeeld dat het bestaan van structurele en/of fundamentele gebreken wat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht van Polen betreft die in alle gevallen negatieve gevolgen voor de rechterlijke instanties in Polen kunnen hebben, op zichzelf niet volstaat om de hoedanigheid van “uitvaardigende rechterlijke autoriteit” in de zin van artikel 6 lid 1, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ aan elke Poolse rechter en rechterlijke instantie te ontzeggen.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court of Legnica – III Criminal Department(Polen).