Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht en geldt als hier ingevoegd.
primair:diefstal van een rijbewijs en zorgpas van [slachtoffer 3] in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 3 december 2020 te Amsterdam;
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Bewijs
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Beslag
10.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee) jaarvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
[slachtoffer 1]deels toe tot een bedrag van € 1.247,22 (duizendtweehonderdzevenenveertig euro en tweeëntwintig cent) aan vergoeding van materiële schade en € 200,00 (tweehonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade.
[slachtoffer 2]toe tot een bedrag van € 5.288,82 (vijfduizendtweehonderdachtentachtig euro en tweeëntachtig cent) aan vergoeding van materiële schade.