Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser (hierna: [eiser] )
Procesverloop
Overwegingen
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam geoordeeld over de terugvordering van te veel ontvangen WAO-uitkeringen door eiser, die in de periode van 1 maart 2014 tot 1 oktober 2018 inkomsten uit arbeid heeft ontvangen. Het Uwv heeft vastgesteld dat eiser in totaal € 11.841,77 te veel heeft ontvangen en heeft dit bedrag teruggevorderd. Daarnaast heeft het Uwv een bedrag van € 6.422,78 teruggevorderd over de periode van 1 oktober 2018 tot 30 september 2019. Eiser heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de terugvordering onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd is, en dat er sprake is van verjaring en dringende redenen om van terugvordering af te zien.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv de terugvordering terecht heeft gedaan, omdat eiser niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht en de hoogte van zijn inkomsten niet tijdig heeft doorgegeven. De rechtbank heeft de argumenten van eiser over verjaring en dringende redenen verworpen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeert dat het Uwv de terugvordering op een wettige wijze heeft vastgesteld en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard.