In deze zaak vorderden eisers, [eisers] c.s., dat de rechtbank ABN AMRO BANK N.V. zou veroordelen tot betaling van onverschuldigd betaalde opslagen onder een Euribor-woninghypotheek. De eisers stelden dat zij geen opslag en geen opslagwijzigingsbeding waren overeengekomen, en dat de opslagen onverschuldigd waren betaald. De rechtbank oordeelde dat de Algemene Voorwaarden, waarin het opslagwijzigingsbeding was opgenomen, van toepassing waren op de offertes die door eisers waren ondertekend. De rechtbank concludeerde dat eisers aan de Algemene Voorwaarden gebonden waren, ook al was er in de offertes geen expliciete vermelding van een opslag. De rechtbank verwierp het beroep van eisers op een oneerlijke handelspraktijk, omdat ABN AMRO voldoende informatie had verstrekt over de opslag en het opslagwijzigingsbeding. De rechtbank oordeelde dat eisers niet had aangetoond dat er sprake was van misleiding of dwaling. Uiteindelijk werd de vordering van eisers afgewezen en werden zij veroordeeld in de proceskosten.