ECLI:NL:RBAMS:2021:2984

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
10 juni 2021
Zaaknummer
13/751544-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in overleveringszaak na intrekking van het Europees aanhoudingsbevel

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in een overleveringsprocedure. De opgeëiste persoon, geboren in Nederland in 1978, was in Nederland aangehouden op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 9 juli 2020 door Duitsland was uitgevaardigd. De rechtbank heeft de opgeëiste persoon op 4 juni 2021 in raadkamer gehoord, waarbij hij werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.A.T.X. Vonken. Het Openbaar Ministerie was vertegenwoordigd door officier van justitie mr. K. van der Schaft. Tijdens de zitting verklaarde de opgeëiste persoon dat hij instemde met zijn onmiddellijke overlevering aan Duitsland.

Echter, op de dag van de uitspraak, 8 juni 2021, heeft de Staatsanwaltschaft Aachen het EAB ingetrokken. Dit gebeurde nadat de opgeëiste persoon zich had gemeld bij de rechtbank in Aachen. De rechtbank heeft vervolgens vastgesteld dat door de intrekking van het EAB de grondslag voor de beslissing tot overlevering was komen te vervallen. Hierdoor verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om een beslissing te nemen over de overlevering.

De rechtbank heeft in haar beslissing ook vermeld dat er geen beletsels of weigeringsgronden waren die aan de overlevering in de weg stonden, maar door de intrekking van het EAB was er geen juridische basis meer voor de overlevering. De rechtbank heeft het geschorste bevel van inbewaringstelling opgeheven en verklaarde dat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751544-21
Datum uitspraak: 8 juni 2021
naar aanleiding van de verklaring van de opgeëiste persoon ten overstaan van de raadkamer dat hij instemt met zijn onmiddellijke overlevering als verzocht in het ten aanzien van hem uitgevaardigde Europees aanhoudingsbevel (EAB). Dit EAB is uitgevaardigd op 9 juli 2020, door
Amtsgericht Aachen(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Nederland) op [geboortedag] 1978, verblijfadres: [adres]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De opgeëiste persoon is gehoord in raadkamer op 4 juni 2021. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.A.T.X. Vonken, advocaat te Maastricht.
Het Openbaar Ministerie is vertegenwoordigd door mr. K. van der Schaft, officier van justitie.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft in raadkamer verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een bevel tot voorlopige hechtenis
(Untersuchungshaftbefehl),uitgevaardigd door
het Amtsgericht Eschweiler(Duitsland) op 23 januari 2020, aangevuld op 11 februari 2020.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit.
Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

4.Verklaring van de opgeëiste persoon

De opgeëiste persoon heeft ter zitting desgevraagd laten weten dat hij begrijpt wat zijn verklaring inhoudt en dat deze onomkeerbaar is. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat hij instemt met onmiddellijke overlevering aan Duitsland.

5.Standpunten van de raadsman en de officier van justitie.

De raadsman en de officier van justitie hebben beiden ter zitting verklaard geen beletsels of weigeringsgronden te zien die aan overlevering aan Duitsland in de weg staan.

6.Intrekking EAB

Bij e-mail van 8 juni 2021 heeft de heer [naam] ,
Staatsanwaltvan het
Staatsanwaltschaft Aachen,desgevraagd door het Internationaal Rechtshulpcentrum van het Arrondissementsparket Amsterdam (IRC) bevestigd dat het voormelde EAB wordt ingetrokken, nu de opgeëiste persoon zichzelf op 8 juni 2021 heeft gemeld bij de rechtbank Aachen.

7.Slotsom

Door intrekking van het EAB is de grondslag voor de beslissing tot overlevering als bedoeld in artikel 40 lid 1 Overleveringswet komen te vervallen. De rechtbank zal zich daarom onbevoegd verklaren.

8.Beslissing

Verklaart zich onbevoegd ten aanzien van de beslissing ex artikel 40 lid 1 Overleveringswet tot terbeschikkingstelling van
[opgeëiste persoon]van het
Amtsgericht Aachen(Duitsland).
Heft op het geschorste bevel van de inbewaringstelling.
Aldus gedaan door mr. O.P.M. Fruytier, rechter,
in tegenwoordigheid van C. van den Berg, griffier,
en uitgesproken op 8 juni 2021.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.