ECLI:NL:RBAMS:2021:3433

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
5 juli 2021
Zaaknummer
C/13/668100 / HA ZA 19-655
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadebegroting en onrechtmatige daad wegens schending van de mededelingsplicht in een arbeidsovereenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft Teleperformance B.V. een schadevergoeding geëist van Conduent B.V. wegens een onrechtmatige daad die voortvloeit uit het schenden van de mededelingsplicht. De rechtbank heeft op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin Teleperformance stelt dat zij schade heeft geleden door het niet tijdig informeren over de faciliteitenregeling die van toepassing was op de oud-Wehkamp medewerkers die zij van Conduent had overgenomen. Teleperformance had de schade begroot op € 428.511,00, maar na verdere onderbouwing en het aanleveren van bewijsstukken, heeft de rechtbank de schade vastgesteld op € 22.500,00. De rechtbank oordeelde dat Teleperformance voldoende bewijs had geleverd dat zij op het moment van de totstandkoming van de overeenkomst met Conduent, geen afwijkende arbeidsvoorwaarden hanteerde voor haar medewerkers. De rechtbank heeft ook overwogen dat de schadevergoeding moet worden berekend op basis van de situatie waarin Teleperformance zou zijn geweest als Conduent haar mededelingsplicht niet had geschonden. De rechtbank heeft de vordering van Teleperformance voor buitengerechtelijke incassokosten afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 juni 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/668100 / HA ZA 19-655
Vonnis van 16 juni 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PERFECTCALL B.V.,
h.o.d.n. ‘
Teleperformance’,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. R.A.M.D. Smit te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNAMIC/HCN B.V.,
h.o.d.n. ‘
Conduent’,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.E.J. van Gelderen te Utrecht.
Partijen zullen hierna Teleperformance en Conduent worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 30 december 2020 (hierna: het tweede tussenvonnis) en de daarin genoemde processtukken,
  • de akte na tussenvonnis van Teleperformance met producties 27 tot en met 29, en
  • de antwoordakte na tussenvonnis van Conduent .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het gaat in dit stadium van de procedure om het vaststellen van de schade die Teleperformance lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad van Conduent . In de dagvaarding heeft Teleperformance haar schade begroot op € 428.511,00.
2.2.
In het tussenvonnis van 24 juni 2020 (hierna: het eerste tussenvonnis) heeft de rechtbank vastgesteld dat Conduent haar mededelingsplicht heeft geschonden door de faciliteitenregeling niet te noemen vóór de totstandkoming van de overeenkomst met Teleperformance (hierna: de Overeenkomst). Het schenden van de mededelingsplicht kwalificeert als een onrechtmatig nalaten in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) (rechtsoverwegingen 4.10 en 4.11 van het eerste tussenvonnis). De faciliteitenregeling is van toepassing op de medewerkers die Teleperformance van Conduent heeft overgenomen en die callcenteractiviteiten verrichten voor Wehkamp (hierna: de oud-Wehkamp medewerkers). De oud-Wehkamp medewerkers hebben op grond van de faciliteitenregeling recht op gunstigere arbeidsvoorwaarden dan Teleperformance dacht dat zij hadden ten tijde van het aangaan van de Overeenkomst. Conduent moet de schade vergoeden die Teleperformance als gevolg daarvan lijdt. De rechtbank heeft overwogen dat als Teleperformance voorafgaand aan de totstandkoming van de Overeenkomst op de hoogte zou zijn geweest van de faciliteitenregeling, zij voor haar gunstigere voorwaarden had kunnen overeenkomen met Conduent of Wehkamp (rechtsoverweging 4.8 van het eerste tussenvonnis). Het verschil tussen de situatie die is ontstaan doordat Teleperformance haar mededelingsplicht heeft geschonden en de situatie zoals die zou zijn geweest als dat niet was gebeurd, levert in beginsel de schade van Teleperformance op. Voor het begroten van de schade moet dan ook een vergelijking worden gemaakt tussen die twee situaties (rechtsoverweging 4.20 van het eerste tussenvonnis).
2.3.
Nadat Teleperformance in de gelegenheid is gesteld haar schade bij akte te onderbouwen, heeft zij meerdere Excel-overzichten in het geding gebracht. Zij heeft daarin de arbeidsvoorwaarden van de oud-Wehkamp medewerkers vergeleken met die van haar andere medewerkers, waarop de cao Facilitaire Contactcenters (hierna: de cao) van toepassing is. Teleperformance stelt dat haar schade bestaat uit het verschil tussen de arbeidsvoorwaarden die uit de cao volgen en de gunstigere voorwaarden die slechts voor de
oud-Wehkamp medewerkers op grond van de faciliteitenregeling gelden. Dat kwam volgens Teleperformance uit op een bedrag van € 242.732,00
2.4.
In het tweede tussenvonnis heeft de rechtbank overwogen dat Teleperformance inzichtelijk moet maken of, en zo ja, in welke mate, zij op het moment van de totstandkoming van de Overeenkomst (2 oktober 2018) voor haar eigen medewerkers afwijkende arbeidsvoorwaarden kende ten opzichte van de cao (rechtsoverweging 2.6 van het tweede tussenvonnis).
2.5.
Teleperformance heeft voor elke oud-Wehkamp medewerker die nog in dienst is de extra maandelijkse kosten gespecificeerd tot 23 november 2023, omdat zij stelt dat het contract met Wehkamp in elk geval tot die datum loopt. Voor de oud-Wehkamp medewerkers die al uit dienst zijn getreden, geldt dat de kosten zijn berekend tot aan hun uitdiensttreding. Teleperformance heeft 26 personen overgenomen van Conduent , en zij stelt dat daarvan er nu nog twintig in dienst zijn. Teleperformance concludeert, na herstel van een rekenfout, dat zij als gevolg van de onrechtmatige daad van Conduent in totaal € 239.085,29 extra kosten maakt, zodat Conduent dat bedrag aan haar moet vergoeden.
2.6.
Teleperformance stelt dat zij op het moment van de totstandkoming van de Overeenkomst, met uitzondering van doorbetaalde korte pauzes, geen van de cao afwijkende arbeidsvoorwaarden hanteerde voor haar medewerkers. Ter ondersteuning van dat standpunt heeft zij de volgende stukken overgelegd: haar personeelshandboek van december 2013, een loonstrook en de arbeidsovereenkomst van een van haar medewerkers die is ingezet op het Wehkamp-project, en een loonstrook en de arbeidsovereenkomst van een van haar medewerkers die werkzaam is op een ander project.
Schriftelijke stukken
2.7.
Conduent voert aan dat niet tot een concrete schadebegroting kan worden gekomen omdat Teleperformance geen bewijs heeft overgelegd van haar gestelde schade. Volgens Conduent moet Teleperformance de loongegevens en arbeidsovereenkomsten van al haar medewerkers, inclusief de oud-Wehkamp medewerkers, overleggen. Datzelfde geldt voor het contract dat Teleperformance is aangegaan met Wehkamp, omdat alleen daarmee kan worden vastgesteld wanneer dat contract is gesloten, wat de looptijd daarvan is en of er al dan niet een mogelijkheid tot tussentijdse opzegging bestaat. Ook meent Conduent dat alleen met dat contract kan worden vastgesteld of voor Teleperformance de ruimte bestond (of bestaat) tot het treffen van schadebeperkende maatregelen.
2.8.
De rechtbank stelt voorop dat Conduent als voormalig werkgever van de oud-Wehkamp medewerkers precies bekend is, dan wel behoort te zijn, met hun loongegevens tot het moment van overname. Dat betekent dat zij bij haar betwisting van de schade niet steeds kan volstaan met het enkel betwisten van bepaalde schadeposten of aanvoeren dat aanvullende loongegevens nodig zijn. Voor zover Conduent de juistheid van de gestelde loongegevens van de oud-Wehkamp medewerkers betwist, zal zij dat concreet en gemotiveerd moeten doen, aan de hand van de bij haar bekende gegevens tot aan de Overeenkomst.
2.9.
De rechtbank is van oordeel dat Teleperformance (met het overleggen van haar personeelshandboek, en de loonstroken en arbeidsovereenkomsten van twee medewerkers) voldoende informatie en stukken heeft overgelegd om te kunnen vaststellen dat zij op het moment van de totstandkoming van de Overeenkomst, afgezien van de doorbetaalde korte pauzes, geen afwijkingen ten opzichte van de cao hanteerde voor haar medewerkers. Teleperformance mocht ervan uitgaan dat deze arbeidsvoorwaarden ook voor de oud-Wehkamp medewerkers die zij van Conduent overnam zouden gelden. Teleperformance had zich weliswaar verbonden om die medewerkers met behoud van anciënniteit en arbeidsvoorwaarden over te nemen, maar zij was door Conduent alleen geïnformeerd over het van de cao afwijkende loon, niet over de andere aanvullende voorwaarden van de faciliteitenregeling (rechtsoverweging 4.8 van het eerste tussenvonnis). Teleperformance heeft dan ook in beginsel voldoende onderbouwd gesteld dat de totaalkosten die zij maakt voor de gunstigere arbeidsvoorwaarden uit de faciliteitenregeling ten opzichte van de cao gelden als haar schade.
2.10.
Ook kan de schade van Teleperformance worden vastgesteld zonder het contract met Wehkamp in te zien. De vraag wanneer Teleperformance dat contract heeft gesloten is niet meer aan de orde, omdat in het eerste tussenvonnis al is vastgesteld dat dat is aangegaan vóórdat Teleperformance op de hoogte was geraakt van de faciliteitenregeling. Het contract met Wehkamp is, net als de Overeenkomst met Conduent , gesloten op 2 oktober 2018, terwijl Teleperformance voor het eerst van de faciliteitenregeling hoorde op 11 oktober 2018 (eerste tussenvonnis onder 2.11 en 2.13). Niet gebleken is van (concrete) omstandigheden om dit onderwerp weer ter discussie te stellen. Daarbij is niet van belang wat de looptijd van het contract is en of het al dan niet tussentijds opzegbaar is. De arbeidsovereenkomsten die Teleperformance is aangegaan met de oud-Wehkamp medewerkers staan immers los van een eventuele beëindiging van het contract met Wehkamp, omdat de arbeidsovereenkomsten in dat geval blijven bestaan. Teleperformance blijft dus ook dan gebonden aan de extra arbeidsvoorwaarden waarop de oud-Wehkamp medewerkers recht hebben. Dat betekent bovendien dat Teleperformance geen mogelijkheid heeft (gehad) tot het treffen van schadebeperkende maatregelen sinds het aangaan van het contract.
Schadebegroting
2.11.
Artikel 6:97 BW bepaalt dat de schade wordt begroot op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is en dat als de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, deze wordt geschat. Schatten met afweging van de goede en de kwade kansen is op grond van artikel 6:105 lid 1 BW met name aan de orde in geval van toekomstige schade, zoals in dit geval.
2.12.
De rechtbank neemt bij het begroten van de schade als uitgangspunt dat Teleperformance (zo veel als mogelijk) in de toestand moet worden gebracht als die waarin Conduent wél tijdig de faciliteitenregeling met Teleperformance had gedeeld. Teleperformance heeft gesteld dat zij in dat geval ook die extra kosten zou hebben doorberekend in het contract met Wehkamp, dan wel een hogere vergoeding zou hebben bedongen van Conduent . Conduent heeft dit niet betwist. Als de aannames van Teleperformance met betrekking tot haar gevorderde schadeposten in zijn algemeenheid aannemelijk voorkomen en voldoende zijn toegelicht in het licht van wat Conduent daartegen inbrengt, dan zullen deze op basis van een schatting in beginsel toewijsbaar zijn. De onzekerheid die inherent is aan een dergelijke schatting komt voor rekening van Conduent , omdat deze onzekerheid het rechtstreeks gevolg is van haar onrechtmatige handelen. Omdat Teleperformance uitgaat van een schadevergoeding tot 23 november 2023, zal de rechtbank de schade tot die datum berekenen.
2.13.
De door Teleperformance gestelde schadeposten zijn de volgende: een hoger vakantiegeld, meer vakantiedagen, een werkgevers-pensioenbijdrage, een jubileumuitkering en extra vakantiedagen bij jubilea, een huwelijksuitkering, een pensioenuitkering, een compensatie voor winstdeling, een toeslag boven schaal, een werkgeversbijdrage voor het WGA-gat en hogere werkgeverslasten.
Vakantiegeld
2.14.
Teleperformance baseert een deel van haar gevorderde schade op het standpunt dat de oud-Wehkamp medewerker recht hebben op 8,5% vakantiegeld, terwijl de overige medewerkers op grond van de cao slechts 8% vakantiegeld krijgen. Onder rechtsoverweging 2.9 heeft de rechtbank vastgesteld dat Teleperformance op het moment van de totstandkoming van de Overeenkomst, afgezien van de doorbetaalde korte pauzes, geen afwijkingen ten opzichte van de cao hanteerde voor haar medewerkers. Dat betekent dat Teleperformance voldoende heeft toegelicht dat zij per oud-Wehkamp medewerker die in dienst blijft 0,5% extra vakantiegeld moet betalen. Deze post zal worden meegenomen in het begroten van de schade.
Vakantiedagen
2.15.
Een deel van de gevorderde schade baseert Teleperformance op drie extra vakantiedagen waarop de oud-Wehkamp medewerkers recht hebben (25 dagen op grond van de faciliteitenregeling in plaats van 22 dagen op grond van de cao). Conduent voert daartegen aan dat uit de cao volgt dat medewerkers in bepaalde gevallen recht hebben op een verzuimreductiebonus, bestaande uit (een) extra verlofdag(en). Volgens Conduent kan dat betekenen dat Teleperformance niet altijd drie extra dagen op grond van de faciliteitenregeling moet betalen. Teleperformance betwist deze redenering van Conduent en stelt dat de verzuimreductiedagen bovenop die extra vakantiedagen komen. De rechtbank volgt Teleperformance hierin. De verzuimreductiebonus zoals opgenomen in de cao geldt óók voor de oud-Wehkamp medewerkers (zie rechtsoverweging 2.9). Dat betekent dat de eventuele bonus bovenop de drie extra dagen komt waarop de oud-Wehkamp medewerkers al recht hebben. De verzuimreductiebonus doet dus niet af aan de kosten die Teleperformance maakt en die voor vergoeding in aanmerking komen. Deze post zal worden meegenomen in het begroten van de schade.
Pensioenregeling
2.16.
Volgens Teleperformance is een deel van haar schade gebaseerd op een pensioenpremie van 5,68% die zij als gevolg van de faciliteitenregeling moet afdragen. De rechtbank is van oordeel dat deze schadepost onvoldoende is onderbouwd. In haar akte na het eerste tussenvonnis heeft Teleperformance aanspraak gemaakt op deze kosten en daarbij verwezen naar de faciliteitenregeling en een Excelbestand waarin zij de kosten per medewerker heeft gespecificeerd. In het Excelbestand staat dat voor de pensioenbijdrage wordt uitgegaan van een franchise van € 14.297,00 en van een werkgeversbijdrage van 5,68%. In de faciliteitenregeling staat dat de medewerkers in 2006 bij Wehkamp een pensioenregeling hadden uit een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een franchise van € 11.200,00 en een opbouwpercentage van 1,85% per jaar. Verder staat in de faciliteitenregeling dat de pensioenregeling bij Conduent in 2006 een premiestelsel was met een franchise van € 11.566,00, en de resultaten afhankelijk zijn van de beleggingsopbrengsten gedurende de looptijd en een belegging in het Garantiefonds, tenzij de werknemer in een ander fonds wil beleggen. De rechtbank kan hieruit niet vaststellen dat Teleperformance als gevolg van de faciliteitenregeling een 5,68% hogere werkgeversbijdrage voor de pensioenpremie moet betalen. Deze schadepost wordt dan ook niet betrokken bij het begroten van de schade.
Uitkeringen en extra verlofdagen
2.17.
Teleperformance stelt dat zij als gevolg van de faciliteitenregeling extra kosten maakt omdat zij enkele oud-Wehkamp medewerkers vanwege hun 25- of 40-jarig dienstverband een eenmalige uitkering moet betalen. Ook kent de faciliteitenregeling extra verlofdagen bij jubilea, een huwelijksuitkering en een pensioenuitkering. Conduent voert terecht aan dat een aantal van die eventuele jubileumuitkeringen (van mevrouw [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ) pas ná 23 november 2023 zijn verschuldigd. Omdat Teleperformance zelf uitgaat van schade die wordt geleden tot voornoemde datum, zullen die uitkeringen en het bijbehorende extra verlof niet worden meegenomen in het begroten van de schade.
2.18.
Conduent heeft ook de hoogte van de jubileumuitkeringen betwist. Voor de jubileumuitkeringen van mevrouw [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] en [naam 9] geldt dat Teleperformance deze voldoende heeft toegelicht en daarom zullen worden meegenomen bij het begroten van de schade. Uit een e-mail van 23 oktober 2018 van mevrouw A. Buist (hierna: Buist) van Conduent aan mevrouw L. Polman van Teleperformance (productie 11 bij conclusie van antwoord) volgt dat werknemers met een 25-jarig dienstverband recht hebben op 1/12e deel van hun bruto jaarsalaris en dat dit 1/6e deel bedraagt bij een 40-jarig dienstverband. Uit de Excelbestanden blijkt dat de bijbehorende bedragen voor mevrouw [naam 6] en [naam 8] (25-jarig jubileum) € 800,80 en € 841,71 zijn. Voor mevrouw [naam 7] , die een (veel) hoger jaarsalaris heeft, gaat het bij haar 40-jarig jubileum om een bedrag van € 4.736,85 en voor mevrouw [naam 9] om een bedrag van € 3.366,83. Conduent voert slechts aan dat die bedragen niet overeenkomen met de uitkeringen waarop de medewerkers recht hebben, maar zij maakt niet duidelijk waarom zij dat standpunt inneemt. Dat mag wel van haar worden verwacht, nu zij weet (of behoort te weten) welk salaris de oud-Wehkamp medewerkers kenden tot moment van overname en hoe een dergelijke uitkering wordt opgebouwd (rechtsoverweging 2.8).
2.19.
De kosten van extra verlofdagen, die ook in het kader van de dienstjubilea zijn gevorderd, zullen (voor de onder rechtsoverweging 2.18 vermelde medewerkers) als niet bestreden worden meegenomen in de schadebegroting. Datzelfde geldt voor de huwelijksuitkering voor mevrouw [naam 10] (€ 500,00) en de pensioenuitkeringen voor mevrouw [naam 11] (€ 2.048,16) en [naam 10] (€ 335,28).
Compensatie voor winstdeling en werkgeversbijdrage WGA-gat
2.20.
Conduent betwist dat Teleperformance als gevolg van de faciliteitenregeling extra kosten maakt voor compensatie van de winstdeling en werkgeversbijdrage WGA-gat, zoals door Teleperformance gevorderd. Uit de door Teleperformance overgelegde stukken blijkt echter voldoende dat de faciliteitenregeling op deze onderdelen ruimer is dan de cao. Conduent heeft de gevorderde bedragen onvoldoende gemotiveerd betwist. Zij beschikt als voormalig werkgever over alle relevante gegevens hierover, zodat van haar mag worden verwacht dat zij concreet en gemotiveerd verweer voert, in plaats van het enkel betwisten van de gestelde schade (zie rechtsoverweging 2.8). Dat geldt met name voor de winstdelingsregeling, omdat uit de e-mail van 23 oktober 2018 van Buist (productie 11 bij conclusie van antwoord) volgt dat die compensatie niet structureel wordt verhoogd. Het berekenen ervan hangt dus niet af van voor Conduent onbekende factoren. Deze gevorderde schadeposten worden meegenomen in het begroten van de schade van Teleperformance .
Toeslag boven schaal en werkgeverslasten
2.21.
De rechtbank is van oordeel dat Teleperformance de toeslag boven schaal en de werkgeverslasten onvoldoende heeft onderbouwd. Met betrekking tot de toeslag boven schaal geldt het volgende. Het staat vast dat de oud-Wehkamp medewerkers een hoger loon dan het cao-loon ontvingen. Daarvan was Teleperformance echter al op voorhand op de hoogte. Voor zover de toeslag hierop betrekking heeft, is die dus geen schade als gevolg van de onrechtmatige daad van Conduent . In de faciliteitenregeling staat verder geen afzonderlijke toeslag genoemd. Er staat wel een toeslag van 2% in als vervanging van de winstdelingstoeslag die de medewerkers ontvingen toen zij nog bij Wehkamp werkten. In zoverre lijkt de toeslag dus te vallen onder de compensatie voor winstdeling (waarvan de rechtbank onder rechtsoverweging 2.20 al heeft vastgesteld dat deze zal worden meegenomen in de schadebegroting). De toeslag boven schaal zal dus niet worden meegenomen bij de begroting van de schade. Hetzelfde geldt voor de gevorderde extra werkgeverslasten. Uit de faciliteitenregeling en de andere stukken die Teleperformance heeft overgelegd, kan niet worden afgeleid in hoeverre de werkgeverslasten zijn gestegen als gevolg van de faciliteitenregeling. Deze posten worden dus niet meegenomen in het begroten van de schade.
Salarisindexatie
2.22.
Tot slot vordert Teleperformance een indexering over de gevorderde schadeposten van 1,75% per jaar. Deze indexering vloeit weliswaar voort uit de cao, maar volgens Teleperformance moeten ook de extra kosten die zij als gevolg van de faciliteitenregeling heeft, worden geïndexeerd en dus gecompenseerd. Conduent heeft hiertegen onder andere aangevoerd dat op grond van de cao de toekenning van de indexering afhankelijk is van een beoordelingsscore. Dat blijkt ook uit artikel 16 van de cao. Teleperformance heeft niet toegelicht welke beoordelingssystematiek zij hanteert. Daarom kan niet worden vastgesteld of de indexering al dan niet zou worden toegepast. De indexering wordt dus niet betrokken bij de begroting van de schade.
Personeelsverloop
2.23.
Conduent voert als verweer onder andere dat Teleperformance geen rekening heeft gehouden met het personeelsverloop, terwijl het verloop in de callcenterbranche hoog is. Sinds de overname van de oud-Wehkamp medewerkers zijn, volgens de eigen stellingen van Teleperformance , al zes oud-Wehkamp medewerkers uit dienst gegaan. Het is dan ook aannemelijk dat nog meer werknemers zullen vertrekken. Teleperformance heeft daartegen aangevoerd dat alle oud-Wehkamp medewerkers al een heel lang dienstverband hebben en dat hun arbeidsvoorwaarden zodanig gunstiger zijn dan die bij andere callcenterbedrijven dat juist aannemelijk is dat ze nog lang in dienst zullen blijven. Teleperformance heeft toegelicht dat twee van de vertrokken werknemers met pensioen zijn gegaan, twee vanuit een ziektesituatie zijn vertrokken en twee om andere redenen. De rechtbank gaat ervan uit dat er nog wel enig personeelsverloop zal zijn, maar dat dit gemiddeld minder hoog ligt dan gebruikelijk is in de branche, met name omdat de gemiddelde leeftijd van de oud-Wehkamp medewerkers hoger ligt en zij betere arbeidsvoorwaarden kennen dan de cao. De rechtbank schat dat tot 23 november 2023 nog eens zes medewerkers uit dienst zullen treden. Bij het begroten van de schade zal met die omstandigheid rekening worden gehouden.
Ziekteverzuim
2.24.
Conduent heeft verder als verweer gevoerd dat rekening moet worden gehouden met eventueel ziekteverzuim. Indien medewerkers ziek worden, hoeft Teleperformance hen slechts 80%, 75% of 70% van het loon door te betalen. Dat voordeel moet worden meegewogen bij de begroting van de schade. Ook is het mogelijk dat Teleperformance twee wachtdagen inhoudt bij elk voorkomend geval van arbeidsongeschiktheid. Ook dat moet volgens Conduent worden meegewogen.
2.25.
Op grond van artikel 6:100 BW moeten voordelen bij de vaststelling van schade worden meegewogen, maar alleen als die voordelen voortvloeien uit de schadeveroorzakende gebeurtenis. Dat is hier niet het geval. De rechtbank acht het aannemelijk dat in de periode tot 23 november 2023 mensen ziek zullen worden. Dat betekent echter niet dat, zoals Conduent aanvoert, een besparing optreedt van 20 tot 30% over het hele loon. Ook in de situatie dat de faciliteitenregeling niet van toepassing zou zijn, hoeft Teleperformance slechts 70 tot 80% van het salaris van een zieke werknemer door te betalen. Wel kunnen in geval van ziekte, en daardoor een lagere loonbetaling, enkele extra kosten die voortvloeien uit de faciliteitenregeling en die zijn gerelateerd aan het loon, lager uitvallen. Slechts over die extra kosten op grond van de faciliteitenregeling geldt bij een zieke oud-Wehkamp medewerker een besparing van 20 tot 30%. De rechtbank zal die omstandigheid meenemen in het begroten van de schade.
2.26.
Verder gaat de rechtbank voorbij aan het standpunt van Conduent dat de schade van Teleperformance mogelijk lager uitvalt, omdat het kan zijn dat Teleperformance twee wachtdagen inhoudt bij elke ziekmelding. Zelfs als wordt uitgegaan van de situatie dat Teleperformance een dergelijke regel hanteert voor haar overige medewerkers, geldt dat het geen verandering brengt in de extra kosten die Teleperformance maakt voor de oud-Wehkamp medewerkers.
Onvoorziene omstandigheden
2.26.
Conduent voert ook nog het verweer dat als Teleperformance een beroep heeft gedaan op de NOW-regeling of een andere (overheids)compensatie in het kader van de coronacrisis, haar schade mogelijk lager uitvalt. Dat verweer gaat niet op. Bij de schadevaststelling wordt het moment van de normschending als peilmoment gehanteerd, zodat latere ontwikkelingen niet relevant zijn. Conduent heeft onrechtmatig gehandeld in oktober 2018 en de uitgevaardigde overheidssteunmaatregelen in verband met COVID-19 zijn van een later moment.
Compensatie
2.27.
Conduent voert tot slot tot haar verweer aan dat zij Teleperformance al een aanzienlijke financiële vergoeding heeft betaald voor het overnemen van de anciënniteit en arbeidsvoorwaarden van de oud-Wehkamp medewerkers (artikel 2.1 van de Overeenkomst), die moet worden beschouwd als een compensatie voor de extra kosten die Teleperformance nu maakt. Daarin gaat de rechtbank niet mee, omdat partijen de vergoeding hebben opgenomen voor de extra lasten die Teleperformance op dat moment al kende. Die vergoeding ziet dus niet op de extra lasten die het gevolg zijn van de schending van de mededelingsplicht van Conduent , nu Teleperformance op het moment van het aangaan van de Overeenkomst nog niet daarmee bekend was.
Schadevergoeding
2.28.
Gelet op het voorgaande schat de rechtbank de schade die Teleperformance lijdt en zal lijden als gevolg van de onrechtmatige daad van Conduent op € 22.500,00. Tot betaling van dat bedrag zal Conduent worden veroordeeld.
2.29.
De door Teleperformance gevorderde wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW zal als niet bestreden worden toegewezen, vanaf datum van de normschending
(2 oktober 2018). De wettelijke handelsrente is hier niet van toepassing omdat het een schadevergoeding uit onrechtmatige daad betreft.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.30.
Bij dagvaarding heeft Teleperformance een bedrag van € 3.917,56 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De rechtbank zal deze vordering afwijzen. Teleperformance stelt dat de buitengerechtelijke werkzaamheden (van haar advocaat) hebben bestaan uit het vele corresponderen en voeren van besprekingen met (de advocaat van) Conduent . Dat zijn algemeen beschreven werkzaamheden die, nu een procedure is gevolgd, betrekking hebben op verrichtingen waarvoor artikel 237 Rv al voorziet in een vergoeding van die kosten.
Proceskosten
2.31.
Hoewel Conduent de schade van Teleperformance moet vergoeden, is het toe te wijzen bedrag zeer veel lager dan de oorspronkelijke vordering. Partijen zijn dus over en weer (deels) in het ongelijk gesteld. De rechtbank ziet daarin aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
2.32.
De nakosten worden begroot en zijn toewijsbaar op de wijze zoals bij de beslissing vermeld. De over de nakosten gevorderde wettelijke rente zal, als niet bestreden, ook worden toegewezen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt Conduent tot betaling aan Teleperformance van een schadevergoeding van € 22.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 2 oktober 2018 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt Conduent in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Conduent niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schaberg, rechter, bijgestaan door mr. R. Hafith, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2021.