ECLI:NL:RBAMS:2021:3886

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 januari 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
RK 20/5292
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake vernietiging van in beslag genomen gereedschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 januari 2021 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door de klager, die tevens beslagene was, en betrof de teruggave van in beslag genomen handgereedschap. Dit gereedschap, bestaande uit diverse soorten gereedschap zoals knijptangen en schroevendraaiers, was op 25 september 2020 in beslag genomen. De klager stelde dat er geen reden was om het gereedschap in beslag te nemen, aangezien niet kon worden vastgesteld dat het gereedschap bestemd was voor gebruik als inbrekerswerktuig. De raadsman van de klager voerde aan dat hij pas laat op de hoogte was gesteld van de vernietiging van het gereedschap en dat dit zonder aankondiging was gebeurd.

Het Openbaar Ministerie stelde zich op het standpunt dat de klager niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn klaagschrift, omdat het in beslag genomen gereedschap inmiddels was vernietigd op basis van een machtiging ex artikel 117 Sv. De rechtbank oordeelde dat door de vernietiging van het gereedschap het beslag was geëindigd, waardoor de klager niet meer in zijn verzoek om teruggave kon worden ontvangen. De rechtbank merkte op dat indien de verdenking niet tot een veroordeling had geleid, de klager om teruggave had kunnen vragen, maar dat deze mogelijkheid door de vernietiging niet meer bestond.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift. Deze beslissing werd genomen door rechter C.M. Degenaar, in aanwezigheid van griffier A. Gordon, en werd openbaar uitgesproken op 26 januari 2021. Tegen deze beslissing staat voor de klager beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Proces-verbaalnummer: 202003322
RK: 20/5292
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:

[klager, tevens beslagene] ,

geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsman,
mr. M.L. van Gaalen, [adres]
klager, tevens beslagene.

Procesgang

Het klaagschrift is op 9 november 2020 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 22 januari 2021 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 26 januari 2021 klager, zijn raadsman en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.

Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave de het in beslag genomen voorwerpen, te weten:
handgereedschap (2 knijptangen, 5 schroevendraaiers, 1 multitool, 1 stanleymes, 2 dopsleutels en 1 steeksleutel) goednummer 5974412.
De raadsman van klager heeft naar aanleiding van het standpunt van het Openbaar Ministerie en ter toelichting op het klaagschrift kort samengevat het volgende aangevoerd.
Er was in deze zaak geen reden om het gereedschap in beslag te nemen, omdat niet is vast te stellen dat dit gereedschap van zodanig aard is dat dit bestemd was voor het gebruik als inbrekerswerktuig. Klager heeft hiervoor ook geen antecedenten.
De raadsman heeft pas in een laat stadium gehoord dat er een vordering is verstrekt op grond waarvan het gereedschap is vernietigd. Hij begrijpt niet waarom in dit geval zo snel tot vernietiging van de goederen is overgegaan. Het voornemen hiertoe is hem niet kenbaar gemaakt. De raadsman verzoekt de rechtbank in de overwegingen op te nemen dat nu deze beslissing tot vernietiging is genomen klager geen waardevergoeding kan toekomen.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat klager in zijn klaagschrift, strekkende tot teruggave van het beslag, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard aangezien het inbeslaggenomen voorwerp door vernietiging niet langer beschikbaar is. Het in beslag genomen gereedschap is op grond van een door de officier van justitie afgegeven machtiging ex artikel 117 Sv vernietigd. Door vernietiging eindigt het beslag (ex art. 134 lid 2 onder c Sv).
De officier van justitie heeft begrip voor het feit dat het klager stoort dat hij geen aankondiging van de vernietiging van de goederen heeft gekregen en dat dit zo snel heeft plaatsgevonden. Het betreft echter een beheersbeslissing omdat het beslaghuis snel volloopt met goederen. Een beslissing tot vernietiging wordt nooit van te voren aangekondigd.

De beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 25 september 2020 zijn op de voet van artikel 94 Sv voornoemde voorwerpen in beslag genomen.
De rechtbank gaat ervan uit dat al het inbeslaggenomen gereedschap op grond van de verleende machtiging ex artikel 117 Sv is vernietigd en dat dit dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het klaagschrift. Het inbeslaggenomen gereedschap vormt op zichzelf geen gevaar, maar dat kan anders zijn wanneer iemand daar andere bedoelingen mee heeft dan waarvoor het gereedschap is bestemd. De rechtbank kan niet uitsluiten dat het later tot verbeurdverklaring van het gereedschap had kunnen leiden. Die beslissing kan echter niet meer worden genomen omdat het gereedschap al is vernietigd. De rechtbank merkt op dat indien de verdenking niet tot een veroordeling leidt, klager om teruggave had kunnen vragen. Die weg is door de vernietiging van de voorwerpen niet meer mogelijk.
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is gebleken dat de inbeslaggenomen goederen op grond van een door de officier van Justitie afgegeven machtiging ex art 117 Sv zijn vernietigd. Op grond van artikel 134 lid 2 onder c Sv eindigt daarmee het beslag en dient klager in zijn klaagschrift niet ontvankelijk te worden verklaard.
De rechtbank komt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De rechtbank verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.M. Degenaar, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Gordon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2021.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.