ECLI:NL:RBAMS:2021:3905

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
27 juli 2021
Zaaknummer
20/3025
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van medisch certificaat voor luchtverkeersleider wegens alcohol- en drugsproblematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een luchtverkeersleider (eiser) en de minister van Infrastructuur en Waterstaat (verweerder) over de intrekking van zijn medisch certificaat. Eiser had een medisch certificaat klasse 3 nodig voor zijn werkzaamheden, maar dit certificaat werd op 3 oktober 2019 ingetrokken na een incident waarbij hij buiten bewustzijn werd aangetroffen na gebruik van harddrugs en alcohol. Eiser maakte bezwaar tegen deze intrekking en kreeg op 5 december 2019 een nieuw certificaat met de restrictie SIC, wat inhield dat hij regelmatig medisch onderzocht moest worden. De rechtbank behandelde het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van verweerder, waarin de intrekking van het certificaat werd gehandhaafd. De rechtbank oordeelde dat de intrekking van het medisch certificaat terecht was, omdat eiser niet had gemeld dat hij psychoactieve middelen gebruikte, wat in zijn functie als luchtverkeersleider onacceptabel is. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van het luchtverkeer voorop staat en dat de eisen voor luchtverkeersleiders strenger zijn dan voor andere beroepen. Eiser had geen verslaving, maar het gebruik van harddrugs en alcohol in zijn vrije tijd had gevolgen voor zijn geschiktheid. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de restrictie op het medisch certificaat.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/3025

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , te Amsterdam, eiser

(gemachtigde: mr. E.G. Gosselink),
en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. ‘t Hart).

Procesverloop

Bij besluit van 3 oktober 2019 (primair besluit 1) heeft verweerder het medisch certificaat van eiser voor werkzaamheden als luchtverkeersleider ingetrokken.
Eiser heeft tegen primair besluit 1 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 5 december 2019 (primair besluit 2) heeft verweerder aan eiser een nieuw medisch certificaat uitgereikt met de restrictie: SIC “Specific regular medical examination(s) – Contact licensing authority”. Eiser krijgt deze restrictie voor de duur van minimaal twee jaar.
Eiser heeft te kennen gegeven dat het bezwaar zich ook uitstrekt tegen primair besluit 2.
Bij besluit van 16 april 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 januari 2021. Eiser is ter zitting verschenen, bijgestaan door mr. E.D. van Tellingen, kantoorgenoot van zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook was ter zitting aanwezig [medisch adviseur] van verweerder.
De op deze zaak van toepassing zijnde relevante wet- en regelgeving is in de bijlage bij deze uitspraak opgenomen.

Overwegingen

Wat voorafging aan de procedure bij de rechtbank
1.1
Eiser is werkzaam als luchtverkeersleider en heeft daarvoor een medisch certificaat (klasse 3). Luchtverkeersleiders krijgen een medisch certificaat wanneer is vastgesteld dat zij voldoen aan de essentiële eisen voor de uitoefening van hun werkzaamheden.
1.2
Op 26 september 2019 heeft de politie op grond van artikel 19 van de Wet politiegegevens aan de Inspectie Leefomgeving & Transport / Medische Zaken (hierna: de Inspectie) gemeld dat eiser in de ochtend van [dag] september 2019 buiten bewustzijn is aangetroffen in zijn woning na gebruik van verschillende soorten harddrugs in combinatie met alcohol. In aanwezigheid van ambulancepersoneel is eiser weer aanspreekbaar geworden. Eiser is per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en mocht dezelfde middag weer naar huis. Verder heeft de politie in de melding opgenomen dat in de woning verschillende soorten harddrugs zijn aangetroffen in combinatie met gebruiksvoorwerpen om deze middelen te kunnen gebruiken. Daarnaast is vermeld dat de politie in 2016 eerder in de woning ter plaatse is geweest in verband met het onwel worden van de vriendin van eiser onder invloed van GHB. Zij was nu ook in aanwezigheid van eiser.
Op basis van deze informatie is in primair besluit 1 besloten het medisch certificaat van eiser in te trekken, omdat mogelijk sprake is van een alcohol- en drugsprobleem.
1.3
Eiser is op 6 november 2019 door een psychiater onderzocht. De psychiater heeft naar aanleiding van dit onderzoek op 27 november 2019 een Psychiatrische Expertise Middelenmisbruik uitgebracht. In dit rapport is vermeld dat eiser heeft verklaard dat hij al negen jaar twee tot drie keer per jaar op recreatieve basis diverse harddrugs gebruikt tijdens feestjes of festivals. De psychiater heeft geen aanwijzingen gezien voor een stoornis in het gebruik van middelen, noch voor de aanwezigheid van andere psychopathologie.
1.4
In primair besluit 2 is bepaald dat eiser opnieuw in aanmerking komt voor een medisch certificaat, gelet op de bevindingen van het psychiatrisch onderzoek. Aan eiser is een medisch certificaat klasse 3 verstrekt met de restrictie: SIC “Specific regular medical examination(s) – Contact licensing authority”. Daarbij is vermeld dat eiser deze restrictie krijgt voor de duur van minimaal twee jaar. Elke drie maanden moet onderzoek naar psychoactieve stoffen worden gedaan. Voor het verwijderen van de SIC restrictie over minimaal twee jaar zal opnieuw een beoordeling door een psychiater moeten worden gedaan.
1.5
Naar aanleiding van eisers bezwaar heeft de Medische Advies Commissie (hierna: de Commissie) op 21 februari 2020 advies uitgebracht aan verweerder. De Commissie heeft geconcludeerd dat verweerder op goede gronden bij primair besluit 1 heeft besloten het medisch certificaat in te trekken teneinde uit te sluiten of sprake is van verslavingsproblematiek.
Verder heeft de Commissie geconcludeerd dat verweerder op goede gronden bij primair besluit 2 heeft besloten een medisch certificaat met de restrictie SIC af te geven. Daarbij heeft de Commissie het volgende overwogen: Eiser is op [dag] september 2019 onwel geworden na gebruik van cocaïne, MDMA en GHB in combinatie met alcohol. Ten tijde van dat incident had eiser een hoeveelheid harddrugs en gebruiksvoorwerpen in zijn woning om deze middelen te gebruiken. Psychiatrisch onderzoek heeft aangetoond dat geen sprake is van verslavingsproblematiek; wel staat vast dat eiser sinds zijn 31e levensjaar twee tot drie keer per jaar diverse harddrugs gebruikt tijdens feestjes of festivals.
Het bestreden besluit
2. Verweerder heeft in het bestreden besluit de conclusies van de Commissie overgenomen. In aanvulling daarop heeft verweerder het volgende overwogen.
De medisch beoordelaar is niet eerder op de hoogte gebracht van het incident op [dag] september 2019 en ook niet van een polsbreuk rondom dezelfde datum. Beide gebeurtenissen leiden tot ongeschiktheid om werkzaamheden als luchtverkeersleider uit te voeren en hadden moeten worden gemeld. Om die reden is het medisch certificaat terecht per direct ingetrokken. [1]
Verder stelt verweerder zich op het standpunt dat terecht een medisch certificaat is afgegeven met de restrictie SIC. Er is weliswaar geen verslavingsproblematiek vastgesteld, maar hiermee is een psychische of gedragsstoornis vanwege het gebruik of misbruik van psychoactieve middelen niet uitgesloten. Zowel uit de psychiatrische rapportage als uit het bezwaarschrift blijkt dat eiser sinds negen jaar met enige regelmaat harddrugs gebruikt. Dit gebruik heeft eiser nooit gemeld bij zijn keuringsarts. Harddrugs kunnen verslavend werken en na gebruik daarvan is langdurig sprake van ongeschiktheid om als luchtverkeersleider te werken. Nu nog niet is vastgesteld dat eiser blijvend is gestopt met het gebruik van psychoactieve middelen, is terecht de restrictie opgelegd [2] , aldus verweerder.
Standpunt van eiser
3. Eiser is het niet eens met de beslissing van verweerder en heeft het bestreden besluit gemotiveerd betwist. De rechtbank zal hierna op de beroepsgronden van eiser ingaan.
Oordeel van de rechtbank
De intrekking
4. Eiser voert aan dat artikel ATCO.AR.D.005 in zijn geval niet de grondslag kan vormen voor de intrekking van zijn medisch certificaat op grond van het eenmalig geconstateerde drugsgebruik in vrije tijd. Eiser heeft namelijk nooit onder invloed van psychoactieve middelen werkzaamheden verricht. Eiser was op [dag] september 2019 niet aan het werk en hij zou daarna ook nog vier weken vakantie hebben. Volgens eiser gaat verweerder uit van een aantal onjuiste stellingen, zoals dat het gebruik van harddrugs een sterk verhoogd risico op verslaving zou hebben, dat eiser tijdens het incident in comateuze toestand zou verkeren en dat in zijn woning een hoeveelheid harddrugs zou zijn aangetroffen.
5. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt en overweegt daartoe het volgende.
5.1
Het geconstateerde middelengebruik is aan het licht gekomen nadat de politie de Inspectie op de hoogte had gebracht van het incident op [dag] september 2019, waarbij politie en ambulance naar eisers woning zijn gegaan na een melding dat eiser buiten bewustzijn was geraakt als gevolg van het gebruik van cocaïne, MDMA, GHB en alcohol. Volgens het proces-verbaal van de politie is eiser pas in het bijzijn van ambulancemedewerkers weer aanspreekbaar geworden. Dit is aanleiding geweest om eisers medisch certificaat op 3 oktober 2019 in te trekken op grond van artikel ATCO.AR.D.005.
5.2
Eiser heeft een andere lezing van het incident gegeven. Deze komt erop neer dat hij op het toilet in slaap is gevallen en dat hij weer wakker is geworden nadat zijn vriendin op de deur heeft gebonkt, maar dat de hulpdiensten toen al ter plaatse waren. Naar het oordeel van de rechtbank is deze lezing niet te rijmen met de tijdsduur die is gelegen tussen het bonken op de deur, het moment dat eisers vriendin 112 heeft gebeld en het arriveren van de hulpdiensten. Om die reden ziet de rechtbank in eisers lezing van het incident geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het proces-verbaal van de politie.
5.3
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder artikel ATCO.AR.D.005 als grondslag voor intrekking kunnen gebruiken ook al was eiser op dat moment feitelijk niet aan het werk. Daartoe is het volgende van belang. Eiser is werkzaam als luchtverkeersleider. Dit is een zeer verantwoordelijke functie waarbij vele mensenlevens en veel kapitaal gemoeid is. Er worden dan ook strenge (medische) eisen gesteld aan mensen die als luchtverkeersleider werkzaam zijn. Deze eisen zijn op sommige punten (veel) strenger dan in andere beroepen, zoals het vereiste dat elk gebruik van psychoactieve stoffen moet worden gemeld. Eiser heeft dit gebruik niet gemeld en verweerder is hiervan toevallig op de hoogte geraakt. Hoewel in het maatschappelijk debat de meningen uiteen lopen over de grens wanneer iemands middelengebruik (zoals alcoholinname) in de vrije tijd consequenties heeft voor iemands beroepsmatige werkzaamheden, is de rechtbank van oordeel dat die grens hier in elk geval is overschreden nu het recreatieve middelengebruik van eiser aanleiding is geweest voor de inzet van hulpdiensten en aansluitend controle van eiser in het ziekenhuis. Daar komt bij dat eiser op [dag] september 2019 niet is aangetroffen na het gebruik van één psychoactieve stof, maar na het gebruik van verschillende van die stoffen. Bij psychoactieve stoffen die niet legaal verkrijgbaar zijn, is de samenstelling ervan vaak niet goed vast te stellen en is dientengevolge de dosering ook moeilijk te bepalen. Bij gebruik van combinaties van dergelijke stoffen zijn de effecten onvoorspelbaar en kunnen deze zelfs dodelijk zijn. Daarbij heeft de medisch adviseur van verweerder ter zitting toegelicht dat uit verschillende medische studies blijkt dat de door eiser gebruikte psychoactieve stoffen op lange termijn ook schade aan onder meer het concentratievermogen kunnen veroorzaken. Gelet hierop is niet op voorhand uit te sluiten dat het gebruik van deze middelen in de nacht van [dag] september 2019 ook nog van invloed kan zijn op eiser als hij weer aan het werk gaat. Ook kan blijkens de literatuur het gebruik van deze stoffen na-ijleffecten hebben op het werkgeheugen en het reactievermogen, aldus de medisch adviseur van verweerder. De enkele stelling van eiser dat niet zonder meer vast staat dat het gebruik van harddrugs een sterk verhoogd risico op verslaving heeft, dat bij eiser een verslaving niet is vastgesteld en dat er geen hard bewijs is van na-ijleffecten, is, mede gelet op de aard van de werkzaamheden van eiser, onvoldoende om op dit punt anders te oordelen.
5.4
Gelet op het feit dat eiser een beroep heeft waar extra eisen gelden voor iemands medische gesteldheid in samenhang met het gebruik van een combinatie van alcohol en harddrugs, waarvan verschillende nadelige langetermijneffecten bekend zijn, maken dat in dit geval – ook in eisers vrije tijd – verweerder met toepassing van artikel ATCO.AR.D.005 het medische certificaat heeft kunnen intrekken om een gevaar voor de luchtverkeersveiligheid te voorkomen.
Het nieuwe certificaat met restrictie SIC
6. Na de intrekking heeft eiser een psychiatrisch onderzoek ondergaan. Uit de Psychiatrische Expertise Middelenmisbruik van 27 november 2019 blijkt dat eiser al negen jaar twee tot drie keer per jaar diverse harddrugs gebruikt tijdens feestjes of festivals. Bij dit psychiatrisch onderzoek kon echter geen afhankelijkheid van psychoactieve stoffen (verslaving) bij eiser worden vastgesteld. Om die reden heeft eiser op 5 december 2019 een nieuw medisch certificaat gekregen met de restrictie SIC op grond van artikel ATCO.MED.B.055.
7. Als gevolg van deze restrictie moet eiser voor minimaal twee jaar elke drie maanden een bloed- en urineonderzoek ondergaan. Eiser is het hier niet mee eens. Eiser vindt dat, nu er geen verslaving bij hem is vastgesteld, geen sprake is van een psychische stoornis als gevolg van middelengebruik [3] , noch van een ‘
disorder due to alcohol or other substance use’. [4]
8. De medisch adviseur heeft op de zitting toegelicht dat aan de bewoordingen van artikel ATCO.MED.B.055 is voldaan, omdat bij eiser op [dag] september 2019 sprake was van een psychische stoornis. Op dat moment was namelijk sprake van een significant verlies van cognitieve functies als gevolg van middelengebruik.
9. De rechtbank kan deze uitleg van de medisch adviseur volgen, te meer daar noch in artikel ATCO.MED.B.055, noch elders in de Verordening [5] het begrip ‘psychische stoornis’ in engere zin is omschreven, in de zin dat het moet gaan om een definitieve classificatie die wordt toegekend nadat diagnostiek heeft plaatsgevonden. Eiser heeft de uitleg van de medisch adviseur ter zitting niet bestreden, anders dan de stelling dat de verslavende werking van harddrugs niet zonder meer vaststaat. De enige objectieve manier om vast te stellen dat eiser blijvend is gestopt met het gebruik van psychoactieve middelen is door dit een langere periode fysiek te testen. Dat gebeurt op grond van de restrictie die met het nieuwe medische certificaat is opgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder dan ook op goede gronden de afgifte van het nieuwe medische certificaat met de restrictie SIC gebaseerd op artikel ATCO.MED.B.055.
Evenredigheid van de restrictie?
10. De rechtbank begrijpt dat de medische testen als gevolg van de restrictie een inbreuk vormen op eisers privacy en dat het wachten op een mogelijke reactie naar aanleiding van een test spanning oplevert. Er moet echter voor ogen worden gehouden dat eiser zelf mede deze situatie heeft veroorzaakt door een combinatie van psychoactieve middelen te gebruiken, wat ertoe heeft geleid dat de Inspectie werd geïnformeerd en waarna vervolgens bij het psychiatrisch onderzoek is gebleken dat hij recreatief middelengebruik over de afgelopen negen jaar niet heeft gemeld bij de tweejaarlijkse medische keuring. De rechtbank weegt in dit kader ook mee dat eiser na een relatief korte onderbreking vanaf 3 oktober 2019 (in welke periode ook een deel van zijn vakantie viel) op 5 december 2019 alweer een nieuw medisch certificaat had, waarmee hij zonder beperkingen zijn werkzaamheden weer kan uitvoeren. De restrictie die aan het nieuwe medische certificaat is verbonden, heeft namelijk alleen betrekking op de driemaandelijkse testen en niet op de inhoudelijke werkzaamheden zelf. Onder deze omstandigheden en afgezet tegen het belang van de luchtverkeersveiligheid, is de rechtbank van oordeel dat de restrictie SIC niet onevenredig is.
Stigmatiserende werking?
11. Eiser heeft op de zitting te kennen gegeven dat de restrictie moet worden opgeheven vanwege de mogelijke stigmatiserende werking ervan. De sector waarin hij werkt, is een relatief kleine wereld waardoor hij vreest dat het incident hem zal blijven achtervolgen, aldus eiser.
12. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij concreet te vrezen heeft voor enige stigmatiserende werking van de restrictie. De rechtbank weegt daarbij mee dat volgens de medisch adviseur de restrictie SIC wel vaker wordt opgelegd, onder meer bij medewerkers in de luchtvaartsector die hartklachten hebben. De restrictie is alleen vermeld in iemands medische dossier, dat vertrouwelijk is. Daarnaast heeft eiser ter zitting verklaard dat zijn leidinggevende hem steunt in deze procedure. Tot op heden is eiser steeds door de testen heen gekomen. Bij voortzetting van deze gang van zaken ziet de rechtbank geen concrete indicatie dat eiser te vrezen heeft voor stigmatiserende werking van de restrictie, nog daargelaten wat daarvan de gevolgen dan zouden moeten zijn.
Conclusie
13. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.P. Lauwaars, rechter, in aanwezigheid van mr. A.G. Sijbrands, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Bijlage bij de uitspraak in zaak AMS 20/3025 ( [eiser] )

Relevante wet- en regelgeving
Wet luchtvaart:
Artikel 2.11
Het is de houder van een bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling verboden werkzaamheden, tot het verrichten waarvan dat bewijs de bevoegdheid geeft, te verrichten wanneer de houder daardoor in verband met zijn lichamelijke of geestelijke gesteldheid de veiligheid van het luchtverkeer in gevaar brengt of in gevaar kan brengen.
Bijlage II bij Verordening (EU) 2015/340:
ATCO.AR.D.005 Intrekking en schorsing van vergunningen, bevoegdverklaringen en aantekeningen
(…)
c) Met name in de volgende situaties zal de bevoegde autoriteit een vergunning, bevoegdverklaring of aantekening schorsen of intrekken overeenkomstig ATCO.AR.C.010:
1. het uitoefenen van de rechten van de vergunning wanneer de houder niet meer voldoet aan de toepasselijke vereisten van deze verordening.
(…)
4. het uitoefenen van de rechten van de vergunning(en), bevoegdverklaring(en) of aantekening(en) onder invloed van psychoactieve middelen.
BijlageIVbij Verordening (EU) 2015/340:
ATCO.MED.A.020 Vermindering van medische geschiktheid
a. a) Vergunninghouders mogen op geen enkel moment de rechten van hun vergunning uitoefenen wanneer zij:
1. zich bewust zijn van een vermindering van hun medische geschiktheid die ertoe zou kunnen leiden dat ze niet langer in staat zijn deze rechten veilig uit te oefenen;
(…)
b) Daarnaast moeten houders van een medisch certificaat klasse 3 zonder nodeloze vertraging en alvorens de rechten van hun vergunning uit te oefenen, luchtvaartgeneeskundig advies inwinnen wanneer zij:
(…)
3. significant persoonlijk letsel hebben opgelopen dat ertoe heeft geleid dat zij de rechten van de vergunning niet kunnen uitoefenen;
(…)
In deze gevallen moet het luchtvaartgeneeskundig centrum of de keuringsarts de medische geschiktheid van de vergunninghouder of leerling-luchtverkeersleider beoordelen en beslissen of zij geschikt zijn om de uitoefening van hun rechten te hervatten.
ATCO.MED.B.055 Psychiatrie
a. a) Aanvragers met een psychische of gedragsstoornis vanwege het gebruik of misbruik van alcohol of andere psychoactieve middelen, waaronder al dan niet verslavende middelen voor recreatief gebruik, worden als ongeschikt beoordeeld tot zij een bepaalde periode aantoonbaar geen psychoactieve middelen hebben gebruikt of misbruikt en er niet meer afhankelijk van zijn geweest, op voorwaarde van een voldoende psychiatrische evaluatie na succesvolle behandeling. Aanvragers worden verwezen naar de vergunningverlenende autoriteit.
In aanvulling op dit onderdeel is in de ‘
Acceptable Means of Compliance and Guidance Material to Part ATCO.MED’ van de European Aviation Safety Agency het volgende opgenomen:
AMC1 ATCO.MED.B.055 Psychiatry
(a) Disorders due to alcohol or other substance use
(1) A fit assessment may be considered after successful treatment, a period of
documented sobriety or freedom from substance use, and review by a psychiatric
specialist. The licensing authority, with the advice of the psychiatric specialist,
should determine the duration of the period to be observed before a medical certificate can be issued.
(2) Depending on the individual case, treatment may include in-patient treatment of
some weeks.
(3) Continuous follow-up, including blood testing and peer reports, may be required
indefinitely.

Voetnoten

1.Op grond van artikel ATCO.AR.D.005, onderdeel c, onder 1 en 4.
2.Op grond van artikel ATCO.MED.B.055 en AMC1 ATCO.MED.B.055.
3.Zoals bedoeld in artikel ATCO.MED.B.055.
4.Zoals bedoeld in artikel AMC1 ATCO.MED.B.055.
5.Verordening (EU) 2015/340, zie de bijlage bij deze uitspraak.