Uitspraak
1.Het procesverloop
2.Verzoek
€ 600,- ex btw (vergelijkbaar met het toevoegingstarief).
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
Op 2 augustus 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene, geboren in 1953, beroep heeft ingesteld tegen een crisismaatregel die door de burgemeester van Amsterdam op 19 juni 2020 was opgelegd. Betrokkene heeft tevens een verzoek tot schadevergoeding ingediend op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de zaak behandeld in het kader van de Wvggz, waarbij betrokkene werd bijgestaan door haar advocaat, mr. J.K. Gaasbeek, en de burgemeester werd vertegenwoordigd door mevrouw J. Liauw-A-Joe.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene op 2 juli 2020 beroep heeft ingesteld tegen de crisismaatregel en op 6 juli 2020 een verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 juli 2021 zijn verschillende argumenten naar voren gebracht, waaronder de onrechtmatigheid van de crisismaatregel en de schade die betrokkene heeft geleden door de gang van zaken. De rechtbank heeft ook gekeken naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken en de ontwikkelingen in de rechtspraak met betrekking tot samenloop van crisismaatregelen.
In haar beoordeling heeft de rechtbank geconcludeerd dat de burgemeester de crisismaatregel rechtmatig heeft opgelegd en dat de voortzetting daarvan binnen de termijn van de lopende machtiging is verleend. De rechtbank heeft de verzoeken tot schadevergoeding afgewezen, omdat het beroep tegen de crisismaatregel ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft ook excuses aangeboden voor de vertraging in de behandeling van de zaak, die te maken had met prioriteit voor spoedzaken tijdens de coronaperiode. De beslissing is genomen door mr. M.E.B. Terwee, rechter, in tegenwoordigheid van griffier M. Amarki.