4.3Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft kennis genomen van de aanvullende e-mail- en briefwisseling tussen het Nederlandse Openbaar Ministerie en de Griekse autoriteit.
De rechtbank heeft in de tussenuitspraak van 16 maart 2021 al vastgesteld dat het Griekse Openbaar Ministerie als uitvaardigende rechterlijke autoriteit kan worden aangemerkt in de zin van artikel 6, eerste lid, Kaderbesluit EAB en dus als uitvaardigende justitiële autoriteit in de zin van de OLW. Ook heeft de rechtbank in de tussenuitspraak al vastgesteld dat er in Griekenland geen rechtsmiddel openstaat tegen de beslissing van de officier van justitie om een EAB uit te vaardigen.
Aan de rechtbank ligt nu ter beoordeling voor of volgens de Griekse regelgeving de voorwaarden voor het uitvaardigen van dit EAB, en met name de evenredigheid ervan, aan rechterlijke toetsing kunnen worden onderworpen.
In de brief van 4 december 2020 van
the Investigator Aikaterini Valsamidi, Judge of First Instance, the 2nd Department of Misdemeanors of Chalkida, staat onder meer het volgende vermeld:
“ (..)
the respective arrest warrants numbered 12/2020 and 13/2020 were issued by
me the 2nd Regular Investigator of Chalkida, for the reasons detailed in them, against the accused: A) (sur.) [opgeëiste persoon], born on [geboortedag 2]1974 in Syria, of unknown residence,
(..)
These arrest warrants remain unenforced, given that, as it emerged from the main investigation so far, the above defendants have not been located in Greece, and may have moved to their country of origin, or are located elsewhere in Europe or on another continent.
Following these, we consider that the conditions for the issuance of European-International Arrest Warrants against the above-mentioned foreign defendants are met.”
In de brief van 21 april 2021 van
The Director of the Public Prosecutor's Office of Appeals of Euboea,staat onder meer het volgende
:
“The Investigative Judge, on the basis of the Proportionality Principle provided for in Article 25 of the Constitution, decides whether the issuance of a European Arrest Warrant is necessary, and addresses the competent Prosecutor of Appeals, who is another Independent Judicial Authority, so that the European Arrest Warrant is issued - which the Appellate Prosecutor issues based on the National Arrest Warrant, and if he too deems the extradition necessary and appropriate.”
De rechtbank is van oordeel dat uit de brief van 21 april 2021 genoegzaam blijkt dat de Griekse onderzoeksrechter op basis van artikel 25 van de Griekse grondwet toetst of het noodzakelijk en proportioneel is om een EAB uit te vaardigen.
Verder blijkt uit de brief van 4 december 2020 voldoende duidelijk dat de rechter in deze zaak de voorwaarden voor het uitvaardigen van een EAB vóór de uitvaardiging daarvan daadwerkelijk heeft getoetst.
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat voldaan is aan het criterium van “effectieve rechterlijke bescherming”.
De rechtbank is gelet op al het voorgaande van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vordering.