Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
teneinde een bericht langs elektronische weg te mogen verzenden, is vereist dat de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs die weg voldoende bereikbaar is. De wettekst stelt geen eisen aan de wijze van kenbaarmaking. De kenbaarmaking kan meer of minder uitdrukkelijk geschieden. De geadresseerde zal moeten aangeven op welk elektronisch postadres hij bereikbaar is". [1] Uit de wetgeschiedenis volgt ook dat het tijdsverloop tussen het oorspronkelijke bericht en de reactie een rol speelt. Naarmate meer tijd verstreken is, kan er minder van worden uitgegaan dat de afzender op het oorspronkelijke adres van verzending bereikbaar is. De geadresseerde zal daarom moeten aangeven of hij voor een bepaald bericht of een bepaalde berichtenuitwisseling per e-mail bereikbaar is en op welk e-mailadres dat is. [2]
21 januari 2020 heeft ontvangen. Daarnaast heeft eiseres via de website van verweerder op 30 december 2019 bezwaar gemaakt en daarbij haar e-mailadres aan verweerder verstrekt. Eiseres wist dan ook dat zij per e-mail bericht kon ontvangen over haar ingediende bezwaar. Bovendien zit tussen het verstrekken van het e-mailadres aan verweerder en de door verweerder per e-mail gestuurde herstelverzuimbrief een korte periode, namelijk slechts tweeëntwintig dagen. Gezien het bovenstaande heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank kenbaar gemaakt dat zij per e-mail bereikbaar was en daarmee is voldaan aan de bedoeling van artikel 2:14 van de Awb. De beroepsgrond slaagt niet.
Beslissing
mr. T.J.M. Schilder, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op