Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Inleiding
4.De waardering van het bewijs
5.De bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten en van verdachte
7.De op te leggen straf
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.De vordering van de benadeelde partij
gevangenisstrafvoor de duur van
vier wekenvoorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht en een
proeftijdvan
twee jaren.
wijstde vordering tot het opleggen van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid als bedoeld in artikel 38v Wetboek van Strafrecht
af.
wijstde vordering van de benadeelde partij
gedeeltelijk toetot een bedrag van
€ 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro)en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [verbalisant 1] , van dit bedrag, bestaande uit € 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro) immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[…]