ECLI:NL:RBAMS:2021:5424

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
27 september 2021
Zaaknummer
8713455 / CV EXPL 20-15140
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige switchmelding door energieleverancier leidt tot schadevergoedingseis

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 18 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.T.J. Brandsen, en gedaagde NutsServices B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M.H. de Ruijter-van den Brand. De eiser had een energiecontract met Vattenfall en heeft schade geleden door een onterechte switchmelding door Budget Energie, die leidde tot de beëindiging van zijn contract met Vattenfall. De eiser vorderde schadevergoeding van Budget Energie, omdat hij door de onterechte switchmelding een hoge eindafrekening ontving en niet in staat was om de opbrengsten van zijn zonnepanelen te verrekenen met zijn energiekosten. De kantonrechter oordeelde dat Budget Energie onrechtmatig heeft gehandeld door de switchmelding zonder toestemming van de eiser uit te voeren. De rechter concludeerde dat er causaal verband bestaat tussen de onterechte switchmelding en de schade die de eiser heeft geleden. De kantonrechter hield echter rekening met de omstandigheden van de zaak en concludeerde dat de schade aan Budget Energie kan worden toegerekend. De zaak werd verwezen naar de rol voor verdere behandeling van de schade.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 8713455 / CV EXPL 20-15140
Uitspraak: 18 juni 2021
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. C.T.J. Brandsen ,
t e g e n
NutsServices B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M.M.H. de Ruijter-van den Brand.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] en Budget Energie.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 augustus 2020 met producties,
  • de conclusie van antwoord met producties,
  • het tussenvonnis van 2 oktober 2020, waarbij is beslist dat schriftelijk verder wordt geprocedeerd,
  • de conclusie van repliek met producties tevens akte wijziging eis,
  • de conclusie van dupliek met producties,
  • de akte uitlaten producties.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING

1.Feiten en omstandigheden

1.1.
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
1.2.
[eiser] woont op het adres [adres 1] . Hij heeft op 18 september 2013 een energiecontract gesloten met Nuon (tegenwoordig bekend als Vattenfall) voor de levering van stroom en gas voor onbepaalde tijd. Sinds februari 2018 leverde [eiser] daarnaast stroom terug aan Vattenfall. Deze stroom wekte hij op met zijn 168 zonnepanelen. [eiser] betaalde maandelijkse termijnbedragen aan Vattenfall. Daarnaast ontving hij jaarlijks eind september een jaarafrekening, waarop de verbruikte stroom werd verrekend met de opgewekte stroom.
1.3.
Budget Energie heeft op enig moment een aanvraag ontvangen voor de levering van energie voor het adres [adres 2] , het adres van de buren van [eiser] .
1.4.
De procedure voor het veranderen van energieleverancier is als volgt. De gebruiker sluit een leveringsovereenkomst met zijn beoogde nieuwe energieleverancier. De nieuwe energieleverancier doet een zogeheten ‘switchmelding’ bij de regionale netbeheerder. De netbeheerder controleert de gegevens, en stuurt een ‘verwervingsbericht’ naar de nieuwe energieleverancier en een ‘verliesbericht’ naar de oude energieleverancier. Daarna voert de netbeheerder de switch uit.
1.5.
Budget Energie heeft rond 18 april 2019 bij de netbeheerder een switchmelding ingediend voor de aansluiting(en) op het adres [adres 1] , in plaats van de aansluitingen op het adres [adres 2] (hierna: de onterechte switchmelding).
1.6.
Op 18 april 2019 zijn de energieaansluitingen van het adres [adres 1] geswitcht van Vattenfall naar Budget Energie.
1.7.
Op 24 april 2019 heeft [eiser] een brief van Vattenfall ontvangen met een bevestiging dat het energiecontract tussen [eiser] en Vattenfall per 18 april 2019 was opgezegd (hierna: het oude energiecontract).
1.8.
Op 8 mei 2019 heeft Budget Energie per e-mail aan Vattenfall verzocht om de onterechte switch ongedaan te maken. Op 9 mei is de onterechte switch ongedaan gemaakt. [eiser] heeft op dezelfde datum een eindafrekening ontvangen van Vattenfall voor de periode van 18 september 2018 tot en met 18 april 2019. [eiser] heeft de eindafrekening van € 5.808,55 aan Vattenfall betaald. Vanaf 10 mei 2020 zijn [eiser] en Vattenfall een nieuw energiecontract overeengekomen (hierna: het nieuwe energiecontract).
1.9.
Op 28 mei 2019 heeft [eiser] Budget Energie aansprakelijk gesteld voor zijn schade ten gevolge van de onterechte switchmelding.
1.10.
Op 6 december 2019 heeft de advocaat van [eiser] een brief gestuurd aan Budget Energie waarin zij Budget Energie aansprakelijk heeft gesteld en heeft verzocht over te gaan tot betaling van de schade van [eiser] . Budget Energie heeft haar aansprakelijkheid van de hand gewezen en betwist dat [eiser] schade heeft geleden.

2.Vordering en verweer

2.1.
[eiser] vordert, na eiswijziging, dat de kantonrechter voor recht verklaart dat Budget Energie aansprakelijk is voor de schade die [eiser] heeft geleden als gevolg van de onterechte switchmelding op 18 april 2019. [eiser] vordert daarnaast na eiswijziging dat Budget Energie bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van:
a. € 4.823,41 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
b. € 1.458,40 aan buitengerechtelijke incassokosten; en
c. de proceskosten en de nakosten.
[eiser] vordert dat het vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad zal zijn.
2.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat Budget Energie onrechtmatig heeft gehandeld en dat [eiser] daardoor schade heeft geleden. [eiser] stelt in dat verband dat Budget Energie zonder rechtsgrond namens [eiser] een switchmelding heeft gedaan bij de netbeheerder en bij de energieleverancier van [eiser] . Budget Energie heeft zich vervolgens niet voldoende ingespannen om de onterechte switch zo spoedig mogelijk en met zo min mogelijk last voor [eiser] te herstellen. De schade bestaat uit een misgelopen voordeel: de opbrengst van de zonnepanelen van de zomer 2019 zijn nu niet in mindering gebracht op de energiekosten die hij in de winter van 2018-2019 heeft gemaakt. [eiser] berekent zijn schade op het verschil tussen de eindafrekening die [eiser] nu in mei 2019 heeft ontvangen (€ 5.808,55) en de jaarafrekening die hij in september 2019 zou hebben ontvangen als het contract met Vattenfall ongewijzigd was doorgelopen (hierna: de hypothetische jaarafrekening). Die jaarafrekening zou volgens [eiser] € 985,14 hebben bedragen.
2.3.
Budget Energie voert verweer tegen de vordering. Budget Energie betwist dat zij onrechtmatig heeft gehandeld. Zij heeft haar processen dusdanig ingericht dat dit soort fouten zo veel mogelijk wordt voorkomen. Er is slechts sprake van een administratieve fout. Budget Energie betwist ook dat zij zich na de ontdekking van de onterechte switchmelding onvoldoende heeft ingespannen. Zij heeft immers contact opgenomen met Vattenfall, waarna de switch ongedaan is gemaakt. Budget Energie betwist verder dat als gevolg van de onterechte switchmelding het oude energiecontract moest worden opgezegd. Vattenfall had het oude contract gewoon door kunnen laten lopen en de eindafrekening kunnen crediteren. De betaling van de eindafrekening is dus geen gevolg van de onterechte switchmelding, maar van de weigering van Vattenfall om het oude energiecontract door te laten lopen. In dat verband voert Budget Energie ook het verweer dat [eiser] onvoldoende heeft gedaan om zijn schade te beperken. [eiser] had volgens Budget Energie bij Vattenfall moeten aandringen op herstel van het oude energiecontract en creditering van de eindafrekening. Budget Energie betwist verder dat [eiser] schade heeft geleden. De opbrengst van de zonnepanelen in de zomer van 2019 is immers alsnog verrekend met de energiekosten, namelijk in de jaarafrekening van mei 2020. Voor zover al schade is geleden, was deze voor Budget Energie niet voorzienbaar omdat Budget Energie niet wist dat [eiser] zonnepanelen had of dat Vattenfall een eindafrekening zou sturen. De schade kan dus niet aan Budget Energie worden toegerekend. Tot slot betwist Budget Energie de hoogte van het gevorderde bedrag.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

3.Beoordeling

Toerekenbare onrechtmatige daad
3.1.
Partijen twisten allereerst over de vraag of de onterechte switchmelding onrechtmatig is geweest jegens [eiser] en of deze aan Budget Energie kan worden toegerekend.
3.2.
Vast staat dat Budget Energie abusievelijk een onterechte switchmelding heeft verstuurd, waardoor de energieaansluitingen op het adres van [eiser] op 18 april 2019 zijn geswitcht van Vattenfall naar Budget Energie. Ook al zou slechts sprake zijn van een administratieve fout, toch is de kantonrechter van oordeel dat dit jegens [eiser] onrechtmatig is. Het is namelijk in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt om, zonder opdracht of toestemming van de gebruiker, een switch te laten uitvoeren op zijn energieaansluiting. Ook al is geen sprake van opzet of schuld, dit handelen kan toch aan Budget Energie worden toegerekend, omdat de fout bij Budget Energie lag en [eiser] geen enkele bemoeienis had met de omstandigheden die tot de onterechte switchmelding hebben geleid. De rol die Vattenfall hierin heeft gespeeld, wordt hierna besproken bij het causaal verband.
3.3.
De kantonrechter laat in het midden of het tweede verwijt dat [eiser] Budget Energie maakt, ook een onrechtmatige daad oplevert. Dit verwijt wordt hierna bij het causaal verband besproken.
Causaal verband
3.4.
Partijen twisten vervolgens over de vraag of er causaal verband bestaat tussen het handelen van Budget Energie en de gestelde schade, te weten het betalen van de eindafrekening. Budget Energie heeft dit verband betwist en gesteld dat de eindafrekening een gevolg is van het beëindigen van het oude energiecontract door Vattenfall. Dat betoog slaagt niet. Er is causaal verband tussen het handelen van Budget Energie en de eindafrekening als, wanneer de onterechte switchmelding wordt weggedacht, de eindafrekening niet zou zijn verstuurd (conditio sine qua non verband). Zonder de onterechte switchmelding zou Vattenfall geen eindafrekening hebben verstuurd. Dat in dit geval ook het beëindigen van het oude energiecontract door Vattenfall in conditio sine qua non verband staat met het versturen van de eindafrekening, doet daar niet aan af. Schade kan het gevolg zijn van meerdere samenlopende gebeurtenissen, zoals in dit geval de eindafrekening het gevolg is van de onterechte switchmelding door Budget Energie én van het beëindigen van het oude energiecontract door Vattenfall. De kantonrechter laat in het midden of Vattenfall naast Budget Energie aansprakelijk is voor de door [eiser] gestelde schade. Zelfs al zou de beëindiging van het oude energiecontract door Vattenfall ook tot aansprakelijkheid leiden, dan nog zouden Budget Energie en Vattenfall op grond van artikel 6:102 van het Burgerlijk Wetboek (BW) hoofdelijk verbonden zijn voor de gehele schade van [eiser] . De verdeling tussen Budget Energie en Vattenfall is in deze procedure niet aan de orde, omdat Vattenfall geen partij is in deze procedure.
3.5.
Het tweede verwijt dat [eiser] maakt, is dat Budget Energie zich onvoldoende heeft ingespannen om de gevolgen van de onterechte switchmelding ongedaan te maken. Dit verwijt is het spiegelbeeld van het verweer van Budget Energie dat [eiser] onvoldoende heeft gedaan om de schade te voorkomen of beperken. Het staat vast dat beide partijen naar aanleiding van de onterechte switchmelding contact hebben opgenomen met Vattenfall. Het is geen van beide partijen gelukt om Vattenfall te bewegen de eindafrekening te crediteren en het oude energiecontract ongewijzigd door te laten lopen. Voor zover een van beide partijen al kan worden verweten dat hij zich onvoldoende heeft ingespannen, is dan ook niet gebleken dat een grotere inspanning tot een andere reactie van Vattenfall zou hebben geleid. Er is dan ook geen sprake van causaal verband met de gestelde schade of van een relevante schending van de schadebeperkingsplicht.
3.6.
De tussenconclusie is dat Budget Energie onrechtmatig heeft gehandeld door de onterechte switchmelding te doen en dat de eindafrekening een gevolg is van dat onrechtmatig handelen.
Schade
3.7.
De kantonrechter volgt [eiser] niet in zijn stelling dat de schade het verschil is tussen de eindafrekening van mei 2019 en de hypothetische jaarafrekening van september 2019. Niet is in geschil dat [eiser] de kosten die hij in mei 2019 heeft voldaan daadwerkelijk verschuldigd was aan Vattenfall. Dit zijn namelijk de kosten voor de stroom en gas die hij van 18 september 2019 tot 18 april 2019 heeft verbruikt. Hij is de mogelijkheid verloren om deze kosten in september/oktober 2019 te verrekenen met de stroom die hij heeft opgewekt in de zomer van 2019, maar hij heeft deze stroom wel kunnen verrekenen binnen het nieuwe energiecontract. [eiser] is het voordeel van zijn opgewekte en teruggeleverde stroom uit de zomermaanden van 2019 dus niet verloren. Dat betekent dat als de kantonrechter de schade van [eiser] zou vaststellen op het verschil tussen de eindafrekening van mei 2019 en de hypothetische jaarafrekening, [eiser] tweemaal het voordeel zou genieten van zijn opbrengsten uit de zonnepanelen over de zomer van 2019.
3.8.
[eiser] heeft wel méér moeten nabetalen in mei 2019 dan dat hij in september/oktober in de hypothetische situatie had moeten nabetalen. Dat nadeel zal echter bij beëindiging van het contract op enig moment in de toekomst worden opgeheven. Dit licht de kantonrechter als volgt toe.
3.9.
Wanneer het nieuwe energiecontract op enig moment in de toekomst wordt beëindigd, zal [eiser] immers (opnieuw) een eindafrekening ontvangen. In vergelijking met zijn oude energiecontract is [eiser] bij ontvangst van deze eindafrekening in het voordeel, omdat de periodiek van zijn contract is verschoven van september tot september naar mei tot mei. Het voordeel bestaat erin, dat [eiser] nu in de eerste helft van zijn contractsjaar (de zomer) relatief veel opbrengsten heeft uit zijn zonnepanelen die hij kan verrekenen met zijn kosten. Binnen zijn oude energiecontract had [eiser] juist relatief weinig opbrengsten in de eerste helft van het contractsjaar (de winter) om te kunnen verrekenen met zijn kosten. Vanwege dit voordeel zal [eiser] in de toekomst:
  • ofwel een bedrag van Vattenfall ontvangen, namelijk als hij het nieuwe energiecontract beëindigt in september, omdat hij dan relatief veel opbrengsten van de zonnepanelen heeft waarmee hij zijn kosten kan verrekenen;
  • ofwel niet (veel) hoeven nabetalen, namelijk als het nieuwe energiecontract eindigt in mei, het einde van het contractsjaar.
Ter vergelijking, in de hypothetische situatie onder het oude energiecontract had [eiser] :
  • ofwel niet (veel) hoeven nabetalen, maar ook niets ontvangen, namelijk als het oude energiecontract zou zijn geëindigd in september, het einde van het contractsjaar;
  • ofwel een bedrag vergelijkbaar met het in mei 2019 betaalde bedrag moeten nabetalen, namelijk als het oude energiecontract zou zijn geëindigd in mei.
Ook tussenvarianten zijn mogelijk, afhankelijk van de datum van beëindiging, maar in alle gevallen geldt dat [eiser] voordeel zal behalen uit het feit dat de voor [eiser] voordelige periode nu in het eerste deel van het contractsjaar valt.
3.10.
De schade van [eiser] bestaat dus slechts uit het feit dat hij vanaf mei 2019 niet heeft kunnen beschikken over het betaalde bedrag van € 5.808,55.
Toerekening van de schade
3.11.
De kantonrechter is van oordeel dat deze schade aan Budget Energie kan worden toegerekend. De kantonrechter houdt daarbij rekening met de volgende omstandigheden. Hoewel ook denkbaar is dat een energieleverancier een andere werkwijze hanteert, is niet gebleken dat de beëindiging van het oude energiecontract door Vattenfall uitzonderlijk of onrechtmatig is. Dit is ook een voorzienbaar gevolg van een switchmelding, die immers tot doel heeft de energieaansluiting van de gebruiker om te zetten van de oude energieleverancier naar de nieuwe energieleverancier. Dat impliceert dat het contract met de oude energieleverancier wordt beëindigd. De beëindiging van het contract is daarmee in de causale keten ook niet ver verwijderd van de onterechte switchmelding. De geleden schade is in dit geval vermogensschade. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter een voorzienbare schade na een onterechte switchmelding. Daarbij is het feit dat [eiser] ook stroom terugleverde aan Vattenfall tegenwoordig geen uitzonderlijke, onvoorziene omstandigheid. In hoeverre de schade eventueel aan Vattenfall moet worden toegerekend, doet in de verhouding tussen [eiser] en Budget Energie niet ter zake en is verder in deze procedure niet aan de orde omdat Vattenfall geen partij is in deze procedure.
Omvang van de schade
3.12.
De schade als gevolg van het niet kunnen beschikken over het bedrag van € 5.808,55 is deels toekomstige schade en laat zich naar zijn aard slechts schatten. Omdat deze wijze van schadeberekeningen geen onderdeel heeft uitgemaakt van het partijdebat, zal de kantonrechter de aanknopingspunten schetsen die bij de schatting gebruikt kunnen worden. Partijen worden vervolgens in de gelegenheid gesteld daarop bij akte te reageren.
3.13.
De kantonrechter is voornemens om voor de schade als gevolg van het niet kunnen beschikken over een bedrag aan te knopen bij de wettelijke rente van artikel 6:119 BW. In de omgekeerde situatie (het niet kunnen beschikken over een geldsom als gevolg van de vertraging in de voldoening) wordt de schade als gevolg van dat niet kunnen beschikken immers ook vastgesteld op de wettelijke rente.
3.14.
In geval van een hypothetische jaarafrekening in september 2019 had [eiser] sowieso niet meer kunnen beschikken over het dan te betalen bedrag. Dat betekent dat de kantonrechter voornemens is de wettelijke rente over het bedrag van de hypothetische jaarafrekening slechts te berekenen tot eind september 2019.
3.15.
De hoogte van het in de toekomst te ontvangen dan wel te verrekenen bedrag is afhankelijk van veel onzekere factoren, zoals de omvang van het verbruik, de stroomprijs, en de hoeveelheid stroom die [eiser] opwekt en teruglevert in het contractsjaar waarin zijn nieuwe energiecontract zal worden beëindigd. Deze factoren kunnen in het voordeel of nadeel van elk van beide partijen uitvallen. De kantonrechter is daarom voornemens om voor de periode van september 2019 tot de toekomstige einddatum van het contract uit te gaan van het restant van het daadwerkelijk betaalde bedrag (het verschil tussen de eindafrekening van mei 2019 en de hypothetische jaarafrekening). De kantonrechter ziet daarbij geen aanleiding om de betaalde kosten voor gasverbruik buiten beschouwing te laten, omdat [eiser] nou eenmaal het hele bedrag heeft voldaan.
3.16.
Ook de periode tot de toekomstige einddatum is onzeker. Aan de ene kant kan daarbij rekening worden gehouden met de omstandigheid dat [eiser] al sinds 2013 klant is bij Vattenfall en na de onterechte switch bij Vattenfall is gebleven. Dat zou een indicatie kunnen zijn voor een lange toekomstige contractsduur. Aan de andere kant zou het wellicht ook mogelijk zijn dat [eiser] zijn huidige energiecontract met Vattenfall per september beëindigt, een terugbetaling ontvangt, en een nieuw energiecontract met Vattenfall sluit. In dat geval zou hij op korte termijn weer over het te veel betaalde bedrag kunnen beschikken.
3.17.
Naar verwachting van de kantonrechter zal de aldus geschatte schade (aanzienlijk) lager uitkomen dan het door [eiser] gevorderde bedrag. Dat betekent dat ook eventuele kostenveroordelingen lager uit zullen vallen. Uit het dossier blijkt dat partijen al eerder hebben onderzocht of zij de zaak in der minne konden schikken. De kantonrechter geeft partijen in overweging nogmaals te bespreken of zij ter beëindiging van dit geschil tot een gezamenlijke berekening van de schade kunnen komen.
3.18.
Voor zover partijen niet tot een gezamenlijk standpunt kunnen komen, worden zij in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de hiervoor onder 3.13 tot en met 3.17 geformuleerde uitgangspunten en eventuele andere gezichtspunten voor de schatting van de schade.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. verwijst de zaak naar de rol van 16 juli 2021 voor een akte aan de zijde van [eiser] zoals bepaald in rechtsoverweging 3.18, waarna Budget Energie daarop bij akte kan reageren op een termijn van vier weken,
II. houdt iedere verdere beslissing aan,
Aldus gewezen door mr. H.J. Schaberg, kantonrechter, bijgestaan door mr. T. Kok, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2021.
De griffier De kantonrechter
de griffier is buiten staat dit vonnis
mede te ondertekenen