Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- het vonnis in incident van 25 maart 2020;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties, namens [gedaagde 1] ;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties, namens [gedaagde 2] ;
- het tegen [gedaagde 3] verleende verstek;
- het tussenvonnis van 17 juni 2020, waarbij de zaak is verwezen naar de rol voor conclusie van repliek/antwoord;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende eiswijziging, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties, namens [eiseres] ;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens antwoordakte op eiswijziging, tevens conclusie van repliek in conventie namens [gedaagde 1] ;
- de conclusie van dupliek, tevens houdende conclusie van repliek in reconventie namens [gedaagde 2] ;
- de conclusie van dupliek in reconventie namens [eiseres] ;
- het op 4 november 2020 namens [gedaagde 1] ingediende bezwaar tegen (een deel van) de conclusie van dupliek in reconventie en de reactie daarop namens [eiseres] ;
- de brief van de griffie van 26 november 2020 waarin het namens [gedaagde 1] ingediende bezwaar tegen de conclusie van dupliek in reconventie gegrond wordt verklaard.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
€ 1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)