[eisers] vordert in conventie – samengevat – dat de rechtbank zoveel mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
I. voor recht verklaart dat de opzegging van de consignatiebepalingen uit de overnameovereenkomst, het addendum en/of de vaststellingsovereenkomst namens [gedaagde] nietig, althans niet rechtsgeldig, althans zonder rechtgevolgen is,
II. voor recht verklaart dat [gedaagde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de consignatiebepalingen uit de overnameovereenkomst, het addendum en/of de vaststellingsovereenkomst,
III. [gedaagde] , op straffe van verbeurte van een dwangsom, veroordeelt tot volledige en deugdelijke nakoming van de consignatiebepalingen uit de Overeenkomst,
IV. [gedaagde] , op straffe van verbeurte van een dwangsom, veroordeelt tot volledige en deugdelijke nakoming van de afspraak om 16,6% van de door [gedaagde] verkregen gelden bij verkoop van werken uit de Chagall-Collectie WUYT te besteden aan (eigen) aankopen uit die collectie,
V. [gedaagde] veroordeelt tot het vergoeden van de schade die [eisers] hebben geleden en nog zullen lijden, op te maken bij staat, doordat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gemaakte afspraak om 16,6% van de door [gedaagde] verkregen gelden bij verkoop van werken uit de Chagall-Collectie WUYT te besteden aan (eigen) aankopen uit die collectie en/of de consignatiebepalingen uit de overnameovereenkomst, het addendum en/of de vaststellingsovereenkomst,
subsidiair:
VI. voor recht verklaart dat [gedaagde] verplicht is de schade te vergoeden die [eisers] hebben geleden en nog zullen lijden, op te maken bij staat, vanwege het beëindigen van de consignatiebepalingen,
meer subsidiair:
VII. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding van € 50.000,00 aan [eisers] , zijnde de waarde van de investering van [eisers] in [gedaagde] om [gedaagde] bekend te maken met de werken van Marc Chagall,
nog meer subsidiair:
VIII. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding van € 20.000,00 aan [eisers] , zijnde het bedrag dat [gedaagde] is toegekomen met de koop van de vof,
zowel primair als subsidiair:
IX. [gedaagde] veroordeelt tot het geven van inzage in de boekhoudkundige gegevens ten aanzien van de werken die [gedaagde] uit eigen voorraad heeft verkocht (nakoming van artikel 4.2 vaststellingsovereenkomst), en betaling van 5% van de koopsom van de door [gedaagde] verkochte werken uit eigen voorraad (nakoming van artikel 4.6 addendum), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente,
X. [gedaagde] veroordeelt tot het voldoen van de betalingsachterstanden voor het uitschrijven van de echtheidscertificaten vanaf 15 juni 2017, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente,
XI. [gedaagde] veroordeelt tot nakoming van de verplichting tot het retourneren van de werken collotype 10, ets EV-145, litho M.370, litho M.435-bis, litho M.197,
XII. [gedaagde] op grond van artikel 8.1 vaststellingsovereenkomst veroordeelt tot het betalen van meerdere boetes in verband met het in strijd met artikelen 1.1 en 1.2 vaststellingsovereenkomst niet (tijdig) retourneren van zeven kunstwerken: Collotype 1, Collotype 10, ets EV-145, litho M.370, litho M.435-bis, litho M.197 en litho M.234,
XIII. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten.