Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 november 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 november 2021.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, die zich op 2 maart 2017 ziekmeldde, had een loongerelateerde WIA-uitkering ontvangen, maar deze werd per 15 juli 2020 beëindigd. In plaats daarvan kreeg zij een loonaanvullingsuitkering. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat haar maatman onjuist was vastgesteld. De rechtbank moest beoordelen of verweerder terecht had geoordeeld dat niet meer kon worden vastgesteld of eiseres in 2013 om medische redenen minder was gaan werken, wat zou kunnen duiden op een medische afzakker.
De rechtbank overwoog dat een medische afzakker aanwezig is wanneer iemand om medische redenen minder uren gaat werken zonder zich ziek te melden. De rechtbank concludeerde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat haar urenvermindering medisch onderbouwd was. De psychiater van eiseres kon geen specifiek advies geven over de urenomvang van haar werk, en de rechtbank vond dat de ingebrachte gegevens niet voldoende waren om te concluderen dat de urenvermindering op medische gronden was gebaseerd. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf eiseres geen gelijk.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende medische onderbouwing bij het vaststellen van een medische afzakker en bevestigt de noodzaak van duidelijke adviezen van behandelend artsen of bedrijfsartsen. De rechtbank wees ook op de mogelijkheid voor eiseres om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij de Centrale Raad van Beroep.