ECLI:NL:RBAMS:2021:7102

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
C/13/694825 / HA ZA 20-1272
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in nakoming van een overeenkomst tussen Tradetracker Nederland B.V. en Decathlon Netherlands B.V. met betrekking tot affiliate marketing en de gevolgen van een stakingsbevel

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Tradetracker Nederland B.V. en Decathlon Netherlands B.V. over de nakoming van een affiliate marketing overeenkomst. Tradetracker vordert dat de rechtbank verklaart dat Decathlon toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door na de beëindiging van de samenwerking met Tradetracker, die op 1 juli 2019 plaatsvond, samen te werken met affiliates die via Tradetracker zijn geworven. Tradetracker stelt dat Decathlon hierdoor schade heeft geleden en vordert schadevergoeding. Decathlon betwist dat zij tekort is geschoten en doet een beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, alsook op het kartelverbod. De rechtbank oordeelt dat het beroep op de redelijkheid en billijkheid niet slaagt en dat de stelling van Decathlon dat artikel 12.7 van de algemene voorwaarden in strijd is met het kartelverbod onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank laat Tradetracker toe tot het leveren van bewijs dat zij actieve bemoeienis heeft gehad bij de introductie van de zes affiliates bij Decathlon. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering en verdere beslissingen worden op een later moment genomen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/694825 / HA ZA 20-1272
Vonnis van 1 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRADETRACKER NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.T. Maalderink te 's-Gravenhage,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DECATHLON NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. B.A. de Ruijter te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Tradetracker en Decathlon worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het incidenteel vonnis van 17 februari 2021 en de daarin genoemde stukken,
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties,
  • het tussenvonnis van 28 juli 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 oktober 2021 en de daarin genoemde stukken en
  • het proces-verbaal van mondeling vonnis in het incident van 14 oktober 2021.
1.2.
Over de stukken die zijn genoemd in het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 oktober 2021 merkt de rechtbank het volgende op. In het proces-verbaal staat niet vermeld dat de conclusie van antwoord, tevens akte houdende vermindering van eis van Tradetracker, de conclusie van antwoord
in reconventieis. De producties 12, 13 en 14 zijn niet ingediend door Decathlon maar door Tradetracker, bij akte van 4 oktober 2021.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tradetracker en Decathlon hebben op 13 mei 2014 de Overeenkomst Affiliate Partner Programma Decathlon Netherlands BV gesloten. Affiliates zijn partijen die op hun website tegen vergoeding advertentieruimte ter beschikking stellen. De advertenties op de website van de affiliate zijn afgestemd op de bezoeker van de website. Tradetracker fungeert als makelaar tussen de adverteerder, in dit geval Decathlon, en de affiliate. Decathlon betaalde op grond van de overeenkomst een commissie aan Tradetracker per verkoop die tot stand was gekomen doordat de koper via de website van de door Tradetracker aangebrachte affiliate naar de website van Decathlon werd geleid.
2.2.
Op de overeenkomst zijn de door Tradetracker gehanteerde ‘Condities & Voorwaarden’ (AV) van toepassing. In de algemene voorwaarden, waarin Decathlon wordt aangeduid als ‘Cliënt”, staat, voor zover van belang:
“5. Verplichtingen van Cliënt
(…)
5.8
Cliënt verplicht zich om minimaal dezelfde vergoeding aan TradeTracker en haar affiliates te betalen als welke Cliënt betaald via haar eigen of ander concurrent affiliatieprogramma. (…)
12.Termijn en beëindiging
(…)
12.7
Beide partijen erkennen dat deze overeenkomst en de daaruit voortvloeiende samenwerking met de betrokken affiliates alleen heeft kunnen plaatsvinden dankzij TradeTracker en dat Cliënt daarom gedurende een periode van 24 maanden vanaf het verbreken van de samenwerking tussen Cliënt en TradeTracker, op geen enkele wijze op het gebied van online advertising zal samenwerken met de affiliates die via het TradeTracker netwerk zijn geworven.”
2.3.
De overeenkomst is beëindigd op 1 juli 2019. De periode van twee jaar na de beëindiging wordt door partijen ook wel aangeduid als de afkoelingsperiode.
2.4.
Bij brief van 3 december 2019 heeft Tradetracker Decathlon gesommeerd de samenwerking met zes in die brief specifiek genoemde affiliates te staken. Het gaat om de volgende websites: www.goedkoop.nl, www.symbaloo.com, www.wearetravellers.nl, www.hrdlpn.nl, www.kiesproduct.nl en www.zwemkleding.nl (de zes affiliates).
2.5.
Bij incidenteel vonnis in deze procedure van 17 februari 2021 is (onder meer) bepaald dat Decathlon tot 1 juli 2021 de samenwerking met de zes affiliates dient te staken en gestaakt dient te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Tradetracker vordert na vermindering van eis samengevat - om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht te verklaren dat Decathlon toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en de algemene voorwaarden door na beëindiging van de overeenkomst, na 1 juli 2019, samen te werken met de affiliates op de Lijst (productie 4 bij dagvaarding) en uit dien hoofde aansprakelijk is jegens Tradetracker;
II. Decathlon te veroordelen tot betaling van primair de geleden en nog te lijden schade en die schade te begroten op de door middel van de affiliates op de Lijst genoten winst in de periode 1 juli 2019 tot en met 1 juli 2021, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2019, en subsidiair de geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
III. Decathlon te veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.500,- en
IV. Decathlon te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Aan de vordering legt Tradetracker ten grondslag dat Decathlon haar verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst niet is nagekomen. In strijd met artikel 12.7 AV heeft Decathlon na 1 juli 2019 samengewerkt met affiliates die via het netwerk van Tradetracker zijn geworven.
3.3.
Decathlon voert verweer. Decathlon betwist dat de affiliates door Tradetracker zijn geworven, en dat zij na het einde van de overeenkomst met hen heeft samengewerkt in de zin van artikel 12.7 AV. In elk geval na 17 februari 2021 heeft zij niet meer met hen samengewerkt. Decathlon doet verder een beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid en stelt dat artikel 12.7 AV in strijd is met het kartelverbod.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Decathlon vordert na wijziging van eis, samengevat:
I. bij wijze van voorlopige voorziening de tenuitvoerlegging van vermeende dwangsommen te schorsen op grond van het vonnis in het incident in afwachting van het definitieve oordeel dat het gewezen stakingsbevel ongegrond is;
II. voor recht te verklaren dat het gewezen stakingsbevel ongegrond is;
III. Tradetracker te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ter zake van misgelopen winst als gevolg van het stakingsbevel, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2021 en
IV. Tradetracker te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 5.026,10, althans nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 december 2020.
3.6.
Decathlon legt, kort weergegeven, aan de vordering ten grondslag dat zij niet is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Het stakingsbevel dat op vordering van Tradetracker in het incidenteel vonnis is gegeven, is ongegrond. Decathlon heeft het stakingsbevel echter wel nageleefd. Als gevolg van dit bevel is Decathlon vanaf 18 februari 2021 winst misgelopen.
3.7.
Tradetracker voert als verweer dat Decathlon niet in hoger beroep is gegaan van het incidentele vonnis en daarin dus heeft berust. Bovendien heeft Decathlon volgens Tradetracker geen belang bij de gevorderde verklaring voor recht. Tegenover de vordering tot schadevergoeding heeft Tradetracker een beroep gedaan op de uitsluiting van aansprakelijkheid in haar algemene voorwaarden. Tot slot betwist Tradetracker dat Decathlon buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

incidentele vordering in reconventie (vordering onder I)

4.1.
Op deze vordering is beslist bij mondeling vonnis van 14 oktober 2021. De vordering behoeft geen nadere bespreking.
in conventie
4.2.
In deze zaak gaat het om de vraag of Decathlon tussen 1 juli 2019 en 1 juli 2021 heeft samengewerkt met affiliates die door Tradetracker zijn geworven en of Decathlon daarmee artikel 12.7 AV heeft geschonden. De kern van het geschil gaat over de uitleg van artikel 12.7 AV. De rechtbank ziet echter aanleiding om eerst het beroep op de redelijkheid en billijkheid en het kartelverbod te bespreken. Als een van deze verweren slaagt, moet artikel 12.7 AV immers buiten toepassing blijven.
Moet artikel 12.7 AV buiten toepassing blijven?
4.3.
Decathlon beroept zich erop dat toepassing van artikel 12.7 AV naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij wijst er, kort gezegd, op dat zij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst geen ervaring had met affiliate marketing en dat zij erop vertrouwde dat Tradetracker de belangen van Decathlon voorop zou stellen. Volgens Decathlon is van belang dat partijen aanvankelijk voor ogen hadden een eigen affiliatieprogramma te gaan opzetten voor Decathlon. Dat is uiteindelijk niet tot stand gekomen. Verder is het in de markt gebruikelijk dat adverteerders en affiliates via meerdere netwerken met elkaar zijn verbonden. Decathlon is gedurende de looptijd van de overeenkomst ook daadwerkelijk samenwerkingen met andere affiliate marketing partners aangegaan. Sommige affiliates zijn zowel via Tradetracker als via die andere partners aan Decathlon verbonden. Gedurende de looptijd van de overeenkomst was dergelijke parallelle samenwerking ook toegestaan, dat volgt uit artikel 5.8 AV. Toepassing van artikel 12.7 AV zou betekenen dat Decathlon tijdens de afkoelingsperiode niet meer mag samenwerken met affiliates met wie zij tijdens de looptijd van de overeenkomst ook via een andere aanbieder dan Tradetracker in contact is gekomen.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de aangevoerde omstandigheden niet de conclusie dat de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid zich verzet tegen toepassing van artikel 12.7 AV. Decathlon is een professionele partij, van wie verwacht mag worden dat zij zich voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst verdiept in de bepalingen die op die overeenkomst van toepassing zijn, zoals artikel 12.7 AV over de afkoelingsperiode. Voor zover uit artikel 5.8 AV al kan worden afgeleid dat Decathlon gedurende de looptijd van de overeenkomst ook met andere affiliate marketing partners mocht samenwerken, volgt daaruit nog niet dat een verbod om gedurende de afkoelingsperiode samen te werken met affiliates die door Tradetracker zijn geworven naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Ook is van belang dat de afkoelingsperiode in tijd is beperkt en Decathlon dus niet onevenredig lang aan het beding is gehouden. Het beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid wordt dan ook verworpen.
4.5.
Decathlon voert daarnaast aan dat artikel 12.7 AV nietig is wegens strijd met het kartelverbod uit artikel 6 Mededingingswet ( Mw) en artikel 101 lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). In dit verband stelt zij dat de markt voor online adverteren een aparte markt is en dat de markt voor affiliate marketing aparte uitdagingen met zich brengt die niet te vergelijken zijn met andere online marketing kanalen. Volgens Decathlon was Tradetracker in 2012 de twee na grootste aanbieder met een marktaandeel van 12 % en is dat marktaandeel kennelijk over de jaren significant gegroeid, wat blijkt uit het feit dat Tradetracker zich in de dagvaarding als marktleider positioneert. Artikel 12.7 AV leidt ertoe dat Decathlon na beëindiging van de overeenkomst niet alleen geen gebruik meer kan maken van het door Tradetracker opgezette affiliatieprogramma, maar ook twee jaar lang niet in contact mag treden met de gedurende de overeenkomst geïntroduceerde affiliates. Dat is volgens Decathlon in strijd met artikel 6 Mw en artikel 101 lid 1 VWEU omdat dit beding tot doel en tot gevolg heeft de mededinging te beperken. Daarbij is volgens Decathlon van belang dat het beding een looptijd van twee jaar kent, dat het in de interpretatie van Tradetracker geldt voor alle affiliates die gedurende de looptijd van de overeenkomst zijn geïntroduceerd, ongeacht of die betreffende affiliate ooit daadwerkelijk een verwijzing naar de website van Decathlon heeft gedaan. Decathlon wordt als gevolg van dit beding beperkt in haar mogelijkheden om met concurrenten in zee te gaan omdat zij via die andere netwerkaanbieders niet met door Tradetracker aangebrachte affiliates in verband mag worden gebracht, terwijl het aantal relevante affiliates in het sportsegment beperkt is.
4.6.
Artikel 6 Mw verbiedt overeenkomsten tussen ondernemingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt beperkt of vervalst. Op grond van artikel 6 lid 2 Mw zijn met het kartelverbod strijdige overeenkomsten van rechtswege nietig. Uit vaste rechtspraak volgt dat alleen beperkingen die de concurrentie op de relevante markt in mededingingsrechtelijk relevante mate aantasten in strijd zijn met het mededingingsrecht. Degene die zich op het standpunt stelt dat een ander in strijd met het mededingingsrecht handelt, dient dit te onderbouwen met de relevante (economische) feiten en omstandigheden. Een partij die zich op een mededingingsrechtelijke nietigheid beroept, kan dus (in beginsel) niet volstaan met een algemene aanduiding van het mededingingsverbod, gepaard gaande met de stelling dat dat verbod is overtreden. Decathlon heeft niet aan haar stelplicht voldaan. Zij heeft onvoldoende gesteld met betrekking tot de relevante markt. Ook haar stellingen met betrekking tot de gevolgen van het beding zijn te algemeen van aard, zodat zij onvoldoende concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld om te concluderen dat artikel 12.7 AV tot doel of gevolg heeft dat de mededinging wordt beperkt.
Om hoeveel affiliates gaat het in deze procedure?
4.7.
Tradetracker stelt dat zij tijdens de looptijd van de overeenkomst 350 affiliates heeft geworven die zich hebben aangesloten bij de campagne van Decathlon en dat Decathlon gedurende de afkoelingsperiode heeft samengewerkt met al die affiliates. Al deze affiliates staan op de Lijst die Tradetracker als productie 4 bij dagvaarding heeft overgelegd (de overige affiliates). Decathlon betwist dat zij na het einde van de overeenkomst heeft samengewerkt met de overige affiliates, anders dan de zes met name genoemde affiliates.
4.8.
Het is aan Tradetracker om tegenover de betwisting van Decathlon haar stelling nader te onderbouwen. Dat heeft Tradetracker echter niet gedaan. Zij heeft volstaan met de blote stelling dat Decathlon na het einde van de overeenkomst is blijven samenwerken met alle overige affiliates. Tradetracker heeft aldus niet aan haar stelplicht voldaan en zal niet worden toegelaten tot het leveren van bewijs dat Decathlon in de afkoelingsperiode heeft samengewerkt met de overige affiliates.
Zijn de zes affiliates door Tradetracker geworven?
4.9.
Het geschil spitst zich aldus toe op de zes met name genoemde affiliates. Tradetracker stelt dat zij de zes affiliates heeft geworven. Ter onderbouwing van die stelling heeft zij aangevoerd dat zij in de eerste fase van de overeenkomst het enige netwerk was waarmee Decathlon samenwerkte. Op de mondelinge behandeling heeft Tradetracker de data genoemd waarop twee van de zes affiliates zijn aangesloten bij Tradetracker, dat was volgens Tradetracker aan het begin van de samenwerking. De affiliates kunnen dus niet via een ander netwerk aan Decathlon zijn voorgesteld. Decathlon betwist dat deze zes zijn geworven door Tradetracker. Het was gedurende de samenwerking met Decathlon voor potentiële affiliates immers ook mogelijk om zich via de website van Decathlon aan te melden voor het affiliatieprogramma. Dat affiliatieprogramma werd dan vervolgens door Tradetracker verzorgd, maar een affiliate die via de eigen website van Decathlon is binnengekomen is volgens Decathlon niet geworven door Tradetracker. In reactie daarop heeft Tradetracker nog aangevoerd dat de doorverwijzingsmogelijkheid op de website van Decathlon pas na verloop van tijd beschikbaar was.
4.10.
Tussen partijen is dus in geschil hoe de zinsnede ‘die via het Tradetracker netwerk zijn geworven’ moet worden uitgelegd. Daartoe is van belang wat partijen zijn overeengekomen. Bij de uitleg van een overeenkomst komt het niet alleen aan op de bewoordingen van de overeenkomst, maar (ook) op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden aan het overeengekomene mogen toekennen en op hetgeen zij over en weer van elkaar mogen verwachten. Artikel 12.7 AV is een standaardbepaling in de algemene voorwaarden van Tradetracker. Partijen hebben over die bepaling niet onderhandeld. De uitleg van de bepaling draagt dan noodzakelijk een meer objectief karakter. De tekst van artikel 12.7 AV is ondubbelzinnig. Het gaat erom dat de affiliate is
geworvenvia het netwerk van Tradetracker. De strekking daarvan is dat Tradetracker zelf actief bemoeienis heeft gehad bij de introductie van de affiliate bij Decathlon. Daaronder valt niet de situatie dat de affiliate via de doorverwijzingsmogelijkheid op de website van Decathlon bij Tradetracker terecht is gekomen.
4.11.
Tradetracker heeft gemotiveerd gesteld dat de zes affiliates door haar zijn geworven. Deze stelling is door Decathlon echter ook voldoende betwist. Dat betekent dat de rechtbank Tradetracker zal toelaten tot het bewijs van haar stelling dat zij actieve bemoeienis heeft gehad bij de introductie van de zes affiliates bij Decathlon.
Heeft Decathlon tijdens de afkoelingsperiode met de zes affiliates samengewerkt?
4.12.
Voor het geval komt vast te staan dat een of meer van de zes affiliates door Tradetracker zijn geworven, gaat de rechtbank nu al in op de vraag of Decathlon gedurende de afkoelingsperiode met hen heeft samengewerkt.
4.13.
Tradetracker stelt dat Decathlon tijdens de afkoelingsperiode met de zes affiliates heeft samengewerkt. Deze samenwerking is volgens Tradetracker ook na het vonnis in incident van 17 februari 2021 voortgezet. Volgens Tradetracker zijn er ook na 17 februari 2021 nog duizenden bezoekers vanaf de websites van de zes affiliates doorgeleid naar de website van Decathlon.
4.14.
Decathlon heeft in haar conclusie van antwoord erkend dat na het einde van de overeenkomst (tot aan het stakingsbevel) sprake is geweest van samenwerking tussen haar en de zes affiliates. Op de mondelinge behandeling heeft Decathlon echter alsnog betwist dat na het einde van de overeenkomst sprake was van samenwerking in de zin van artikel 12.7 AV. In dat verband heeft Decathlon ten eerste (nogmaals) gewezen op artikel 5.8 AV, waaruit volgens haar volgt dat samenwerking met andere affiliates tijdens de looptijd van de overeenkomst was toegestaan, zodat logischerwijs ook het voortzetten van een dergelijke samenwerking tijdens de afkoelingsperiode was toegestaan. Ten tweede legt Decathlon de bepaling aldus uit dat van samenwerking in de zin van artikel 12.7 AV alleen sprake is als zij na het einde van de overeenkomst
rechtstreekssamenwerkt met een affiliate via een eigen affiliatieprogramma. Daarvan is geen sprake omdat zij (nog steeds) geen eigen affiliatieprogramma heeft. Zij werkt, net als voorheen met Tradetracker, samen met affiliate marketingpartners. Die partners onderhouden op hun beurt het contact met de affiliates. Van directe samenwerking met de affiliates is dus geen sprake. Decathlon betwist bovendien dat zij na 17 februari 2021 nog met de zes affiliates heeft samengewerkt. Zij heeft op 18 februari 2021 haar toenmalige affiliate netwerkpartners bericht dat de samenwerking met de zes affiliates moest worden stopgezet. Indien de zes affiliates nadien toch nog advertenties van Decathlon op hun website hebben getoond, hebben zij daar geen vergoeding meer voor ontvangen, zodat van daadwerkelijke samenwerking dan geen sprake meer is.
4.15.
Tussen partijen is dus in geschil hoe de zinsnede dat ‘op geen enkele wijze op het gebied van online advertising zal worden samengewerkt’ moet worden uitgelegd. Net als in 4.10 geldt ook hier dat de uitleg een meer objectief karakter draagt, omdat over artikel 12.7 AV niet is onderhandeld. Artikel 5.8 AV is bij de uitleg van artikel 12.7 AV naar het oordeel van de rechtbank niet van belang. Dat artikel gaat immers alleen over de vergoeding die Decathlon aan Tradetracker en haar affiliates moet betalen. Weliswaar volgt daaruit impliciet dat Decathlon gedurende de samenwerking met Tradetracker ook met andere aanbieders van affiliate marketing kan samenwerken of een eigen affiliatieprogramma kan opzetten, maar in dit artikel wordt aan die samenwerking slechts een verplichting voor Decathlon gekoppeld. Het artikel staat immers ook onder het kopje ‘Verplichtingen van Cliënt’ (lees: Decathlon). Uit dit artikel kunnen geen rechten voor Decathlon worden afgeleid over de samenwerking met bepaalde affiliates of over de voortzetting van die samenwerking na het einde van de overeenkomst. Vanwege de woorden ‘op geen enkele wijze’ moet naar het oordeel onder samenwerking in de zin van artikel 12.7 AV ook worden begrepen de (indirecte) samenwerking via een ander netwerk of het voortzetten van een samenwerking die tijdens de looptijd van de overeenkomst (ook) via een ander netwerk tot stand is gekomen. Voor samenwerking is echter wel een wederzijdse betrokkenheid vereist. Het enkele feit dat bezoekers van de website van een affiliate worden doorgeleid naar de website van Decathlon is daarvoor onvoldoende, omdat dit ook buiten Decathlon om kan gebeuren. De omvang van het aantal doorverwijzingen kan wel een indicatie zijn van de betrokkenheid van Decathlon. Die betrokkenheid moet dan echter ook wel uit andere omstandigheden blijken.
4.16.
Decathlon heeft onvoldoende betwist dat zij tot en met 17 februari 2021 heeft samengewerkt met de zes affiliates. Zij heeft deze samenwerking in haar conclusie van antwoord zelfs erkend. De betwisting op de mondelinge behandeling vloeide voort uit haar andersluidende uitleg van artikel 12.7 AV. De rechtbank heeft die uitleg hiervoor verworpen. Daarmee staat vast dat Decathlon tot en met 17 februari 2021 met de zes affiliates heeft samengewerkt.
4.17.
Tussen partijen is in geschil of Decathlon ook na 17 februari 2021 met de zes affiliates heeft samengewerkt. Dat is op dit moment echter nog niet relevant. Als al komt vast te staan dat één van de zes affiliates door Tradetracker is geworven, dan staat daarmee vast dat Decathlon is tekortgeschoten in de nakoming door de samenwerking tot 17 februari 2021. Of Decathlon ook na die datum nog met de door Tradetracker geworven affiliates heeft samengewerkt, is dan nog slechts van belang voor de omvang van de schade.
4.18.
Alle overige beslissingen, met name met betrekking tot de schade, worden aangehouden.
in reconventie
4.19.
De beoordeling van de vorderingen in reconventie hangt samen met de beoordeling in conventie. Iedere verdere beslissing in reconventie wordt aangehouden in afwachting van de bewijslevering in conventie.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
laat Tradetracker toe tot het leveren van bewijs dat zij actieve bemoeienis heeft gehad bij de introductie van de zes affiliates (www.goedkoop.nl, www.symbaloo.com, www.wearetravellers.nl, www.hrdlpn.nl, www.kiesproduct.nl en www.zwemkleding.nl) bij Decathlon;
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
29 december 2021voor uitlating door Tradetracker of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of een ander bewijsmiddel;
5.3.
bepaalt dat Tradetracker, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren, maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct (op de rolzitting van 29 december 2021) in het geding moet brengen;
5.4.
bepaalt dat Tradetracker, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met april 2022 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
5.5.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van
mr. H.J. Schaberg in het gerechtsgebouw te Amsterdam en
in conventie en in reconventie
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schaberg, rechter, bijgestaan door mr. C.E.P. Honing, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: CEPH