Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
- de hieronder genoemde onherroepelijk geworden vonnissen en arresten betreffende veroordeelde;
- de vorderingen van de officier van justitie van 27 september 2021 en 2 november 2021;
- de reclasseringsadviezen van GGZ Reclassering Limburg van 20 september 2021 en 15 oktober 2021 opgemaakt door reclasseringsmedewerker [persoon] ;
- het besluit voorwaardelijke invrijheidstelling van 6 oktober 2020, opgemaakt door mr. D.J. de Jong, advocaat-generaal.
2.Procesgang
- bij vonnis van deze rechtbank van 26 april 2019 (parketnummer 13/669001-19) tot 24 maanden;
- bij arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 15 juli 2019 (parketnummer 23/000004-19) tot vijf (5) maanden;
- bij arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 15 juli 2019 (parketnummer 23/002178-18) tot één (1) week;
- bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 januari 2019 (parketnummer: 15/199943-18) tot twee (2) weken.
- zich niet zal bevinden bij de Volksbond op het adres [adres, te plaats] ;
- zich zal melden bij GGZ Reclassering Inforsa, zolang en zo vaak als de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich laat opnemen in een nader te omschrijven FPK, althans een soortgelijke intramurale instelling. Veroordeelde dient zich te houden aan de aanwijzingen die in het kader van de behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling worden gegeven;
- zich - na het afronden van voornoemde klinische behandeling - onder behandeling stelt van nog nader te omschrijven deskundige of zorginstelling, op tijden en plaatsen als door of namens die deskundige/zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen. Veroordeelde dient zich te houden aan de aanwijzingen die in het kader van die behandeling door of namens de behandelaar worden gegeven;
- verblijft in een nog nader te omschrijven instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang. Veroordeelde dient zich te houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- zijn medewerking zal verlenen en een actieve inspanning te verrichten voor (een traject gericht op) het verkrijgen en het behouden van woonruimte en een structurele en zinvolle (betaalde) dagbesteding. Veroordeelde dient een open, gemotiveerde en meewerkende houding te tonen met betrekking tot het toezicht en de behandeling. Veroordeelde dient openheid van zaken te tonen ten aanzien van zijn financiële situatie. Ook dient veroordeelde zijn medewerking te verlenen aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldhulpsanering Natuurlijke Personen.
3.Inhoud van vorderingen
4.De beoordeling
5.Beslissing
wijst de vorderingtot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling
toe;
gelastdat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat als gevolg van de voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd alsnog geheel moet worden ondergaan, met aftrek van 199 dagen die veroordeelde in het kader van de voorwaardelijke invrijheidsstelling in de FPK [naam kliniek] heeft doorgebracht;
verklaarthet Openbaar Ministerie
niet-ontvankelijkin haar vordering ex artikel 6:1:18 Sv.