ECLI:NL:RBAMS:2021:7354

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
13/171125-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak in witwaszaak met betrekking tot fietsenhandel

Op 16 december 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen en heling van fietsen. De zaak kwam ter terechtzitting op 2 december 2021, waar de officier van justitie, mr. R. Refos, vorderde tot een bewezenverklaring van alle feiten. De verdachte werd beschuldigd van het helen van een fiets van het merk Union en het witwassen van fietsen in samenwerking met anderen. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. E. Stam, pleitte voor een integrale vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen.

De rechtbank heeft de bewijswaardering uitvoerig besproken. Ten aanzien van feit 1, de heling van de Union fiets, bleek uit getuigenverklaringen dat de tijdlijn niet klopte, waardoor de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden. Voor feit 2, het witwassen, oordeelde de rechtbank dat de officier van justitie niet voldoende bewijs had geleverd dat de fietsen uit enig misdrijf afkomstig waren. De rechtbank benadrukte dat het enkele feit dat de verdachte veelvuldig in fietsen handelt, niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. Ten slotte, voor feit 3, de heling van de Swapfiets, kon de rechtbank niet uitsluiten dat de verdachte in 2018 niet op de hoogte was van het concept Swapfiets, waardoor hij niet redelijkerwijs kon vermoeden dat de fiets van diefstal afkomstig was.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte integraal vrij van alle tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen, waaronder 108 sleutels. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak voor de aanklager om overtuigend bewijs te leveren voor elke beschuldiging.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.171125.20
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/171125-20 (13- Omitama )
Datum uitspraak: 16 december 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1967,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 december 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Refos, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E. Stam, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
een fiets van het merk Union in de periode van 2 maart 2020 tot en met 26 juni 2020 te Amsterdam heeft geheeld;
in de periode van 1 juli 2019 tot en met 26 juni 2020 te Amsterdam een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen tezamen en in vereniging met een ander of anderen door (trachten) fietsen te verkopen aan zestien personen;
een Swapfiets in de periode van 1 juli 2018 tot en met 3 juli 2018 te Amsterdam heeft geheeld.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van alle feiten. Ten aanzien van feit 2 geldt bovendien dat verdachte in totaal 99 keer een bedrag van tussen de € 5,- en € 100,- heeft overgeschreven naar medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte heeft voor niet-marktconforme prijzen fietsen aangeboden en geen zorgvuldige administratie gehanteerd, terwijl er op professionele wijze en grote schaal is gehandeld in fietsen door verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben een groot aantal fietsen voor handen gehad. Zij hebben hier contact over gehad met (potentiële) kopers en fietsen verkocht, althans trachten te verkopen. Niet alle fietsen stonden als gestolen geregistreerd, maar de criminele herkomst kan ook uit andere feiten en omstandigheden worden afgeleid. Gelet op de schaal waarop en de periode waarover zich dit heeft afgespeeld, kan worden bewezen dat verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een gewoonte hebben gemaakt van witwassen.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken.
De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld dat de koper van de fiets van het merk Union alleen medeverdachte [medeverdachte 1] heeft herkend. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte deze fiets voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een ander of anderen. Voorts is van geen enkele fiets vastgesteld dat die van diefstal afkomstig is en dit kan ook niet uit de andere feiten en omstandigheden worden afgeleid.
De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 3 op het standpunt gesteld dat verdachte niet wist, of kon weten, dat de Swapfiets van diefstal afkomstig was. Verdachte heeft de fiets met sleutel ingekocht. Bovendien was hij in 2018 niet bekend met het concept van Swapfiets.
3.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank spreekt verdachte integraal vrij en overweegt daartoe als volgt.
Ten aanzien van feit 1
Getuige [getuige 1] , de koper van de fiets van het merk Union, heeft verklaard dat zij de fiets in juli 2019 heeft gekocht, terwijl de fiets volgens de aangifte van aangever [aangever] zou zijn gestolen in de periode van 2 maart 2020 tot en met 10 maart 2020. Nu het vanwege de tijdlijn onmogelijk is dat de door getuige [getuige 1] gekochte fiets van het merk Union, de gestolen fiets is van aangever [aangever] , spreekt de rechtbank verdachte vrij van feit 1.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van witwassen (artikel 420bis/420quater, eerste lid, onder b van het Wetboek van Strafrecht) het opgenomen bestanddeel “afkomstig uit enig misdrijf”, niet vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
De rechtbank overweegt dat door de officier van justitie onvoldoende omstandigheden naar voren zijn gebracht waaruit een witwasvermoeden blijkt. Dat verdachte veelvuldig in fietsen handelt, doet daar niet aan af. Er kan niet worden vastgesteld dat de fietsen uit enig misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij.
Ten aanzien van feit 3
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het zou kunnen dat hij een Swapfiets voorhanden heeft gehad en heeft doorverkocht. Verdachte is inmiddels bekend met het concept van Swapfiets, maar wist in 2018 niet wat een Swapfiets was.
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte een Swapfiets voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen aan getuige [getuige 2] . De rechtbank kan echter niet uitsluiten dat verdachte in 2018 niet wist wat een Swapfiets was. Verdachte hoefde ook niet redelijkerwijs te vermoeden dat de Swapfiets van diefstal afkomstig was. In 2018 was Swapfiets een (redelijk) nieuw concept en met name bekend onder studenten. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij.

4.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- 108 STK Sleutels (goednummer 5935217).
Niet is gebleken dat de goederen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring. Evenmin is het bezit van deze goederen strafbaar. De rechtbank zal gelasten dat deze voorwerpen aan de verdachte zullen worden geretourneerd.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van:
- 108 STK Sleutels (goednummer 5935217).
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. van den Brink, voorzitter,
mrs. G.P.C. Janssen en L. Medema-Baroud, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Kanters, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 december 2021.