Uitspraak
1.Procesverloop
2.2. Beoordeling
.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1949;
.
Rechtbank Amsterdam
Op 16 februari 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1949. De aanvraag voor deze machtiging werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een periode van twee jaar, zoals bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, specifiek een uitgebreide neurocognitieve stoornis door alcohol, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Dit ernstig nadeel omvat onder andere lichamelijk letsel, psychische schade, verwaarlozing en gevaar voor de veiligheid van personen en goederen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 februari 2021 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de dochter van de betrokkene en haar advocaat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om het ernstige nadeel te voorkomen. Ondanks dat de betrokkene zich in het verleden heeft verzet tegen behandeling en zorg, is er op dat moment geen duidelijk verzet tegen opname. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstige nadeel te voorkomen.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de aanvraag voor de machtiging te laat is ingediend, maar heeft besloten het verzoek toch te beschouwen als een eerste verzoek om een rechterlijke machtiging voor maximaal zes maanden. Uiteindelijk heeft de rechtbank de machtiging verleend voor de duur van één jaar, in plaats van de gevraagde twee jaar, om de situatie van de betrokkene nauwlettend te volgen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.M. Beunk en is op 4 maart 2021 schriftelijk uitgewerkt.