In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres uit Amstelveen en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiseres had haar rijbewijs ongeldig verklaard gekregen op basis van een psychiatrisch onderzoek dat concludeerde dat zij leed aan alcohol- en drugsmisbruik. De rechtbank oordeelde dat het CBR zich terecht had gebaseerd op het rapport van de psychiater, waarin werd vastgesteld dat de eiseres niet voldeed aan de eisen voor het besturen van een voertuig. De rechtbank benadrukte dat de eiseres geen contra-expertise had overgelegd en dat haar twijfels over de conclusies van de psychiater niet voldoende waren om aan de zorgvuldigheid van het onderzoek te twijfelen. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiseres ongegrond en bevestigde de ongeldigverklaring van het rijbewijs. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.