Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 december 2021;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 6 januari 2022, waarna de zaak in overleg met partijen is aangehouden voor schikkingsberaad en partijen op 12 januari 2022 de rechtbank om vonnis hebben gevraagd.
2.De feiten
Datum en plaats taxatie: kantoortaxatie op basis van de bekende gegevens en uitgevoerde inspecties in 2016”.
Datum en plaats expertise: 12 januari 2021 te Krimpen aan de Lek”.In dit taxatierapport werd de staat van onderhoud aan het schip als “slecht” beoordeeld en werden noodzakelijk geachte investeringen aan het schip ten bedrage van minimaal circa € 365.000 (excl. btw) verwacht. Mede op basis van die gegevens en de minder gunstige marktomstandigheden ten tijde van de taxatie werd geconcludeerd, zonder uitdrukkelijk rekening te houden met de verwachte exploitatie van het schip, dat de marktwaarde € 230.000 bedroeg, de gedwongen verkoopwaarde €100.000 en de executiewaarde € 60.000.
indien alle (…) omschreven gebreken / mankementen deugdelijk zijn hersteld en het schip weer is voorzien van nieuwe scheepspapieren, het schip weer optimaal gebruiksklaar is gemaakt en dagpassagiersvaart met 600 personen weer is toegestaan”. In dat geval werd gekomen tot een marktwaarde van € 565.000, een gedwongen verkoopwaarde van € 275.000 en een executiewaarde € 200.000.
onder voorbehoud dat wij het schip niet hebben gezien zijn de getaxeerde waarden, in de huidige staat van het schip, naar mijn mening realistisch, zij het dat de gedwongen verkoopwaarde en de executiewaarde aan de lage kant zijn.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
het faillissement van de vennootschappen
fundenvanuit de exploitatie van zijn vennootschappen zodat privévermogen moet worden aangewend, zou ook het geval zijn bij uitwinning van de borgtocht in geval van faillissement van de vennootschappen door een andere oorzaak dan de coronacrisis. Naar het oordeel van de rechtbank kan het beroep op deze omstandigheid – wat daar verder van zij in dit verband – [eiser] reeds daarom niet baten. Dat, als gesteld door [eiser] , Rabobank vele malen kapitaalkrachtiger is dan [eiser] en er dus volgens hem sprake is van een ongelijke verhouding tussen partijen, doet daaraan niet af.
1.126,00(2 punten × tarief € 563,00 (onbepaalde vordering)