Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1]
[eiser 2]
1.De procedure
- de dagvaarding met producties van 17 mei 2021
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie
- het tussenvonnis van 3 november 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 1 maart 2022 en de daarin genoemde stukken.
U heeft het scheidingsmuurtje dat tussen onze beider panden stond, vervangen met een BUITENMUUR en wel zo dat het uiterste einde van uw buitenmuur over de helft is gekomen op mijn eigendom staat. Een scheidingsmuur, zoals er bestond tussen onze panden, was op de erfgrens geplaast[sic]
maar werd gedeeld door beide panden. U heeft MIJN stuk van de uiterste grens van de scheidingsmuur gebruik als de lijn waarop u uw Buitenmuur laat eindigen. Dat is over de erfgrens, want uw Buitenmuur is geen Scheidingsmuur meer en had dus op de helft van de betonnen zuil zullen moeten eindigen.”
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
nietmee in te stemmen. Dat had minst genomen aanleiding moeten zijn voor Serfa om te verifiëren of [eisers] nu wel of niet akkoord waren. Gesteld noch gebleken is dat Serfa dat heeft gedaan en dat [eisers] hun toestemming toen hebben bevestigd. Serfa kon er dan ook niet op vertrouwen dat [eisers] akkoord waren met de bouw van de muren op hun grond.
5.De beslissing
4 mei 2022voor:
1 juni 2022voor antwoordaktes van [eisers] en Serfa,