Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 augustus 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 7 juli 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 oktober 2021, met het daarin genoemde processtuk,
- de brief van 16 november 2021 van de zijde van Vitalis c.s. met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
rentefloorvan 2,00% en een
rentecapvan 5,00% afgesloten, met looptijden van 2 januari 2004 tot 1 januari 2014 en initiële hoofdsommen van € 3.308.058,--.
forward startingrenteswap en de
payer’s swaptionaan de orde gekomen. In de presentatie is een disclaimer opgenomen waarin onder meer is vermeld dat de geboden informatie niet is bedoeld als een vervanging van deskundig advies.
rentecap, de
swaption collaren
swaptionzijn toegelicht. ING heeft in de presentatie als uitgangspunt een leningportefeuille van € 142.547.000 genomen. In de presentatie is een disclaimer opgenomen waarin onder meer is vermeld dat de geboden informatie niet is bedoeld als een vervanging van deskundig advies.
€ 142.547,-- van VRW. In het memo is – voor zover van belang – het volgende geschreven:
forward startingrenteswaps bij ING afgesloten voor een initiële hoofdsom van in totaal € 87 miljoen, met een vast rentepercentage variërend tussen 4,77% en 4,99%, met looptijden van tien jaar en ingangsdata variërend tussen 1 juli 2008 tot 1 juli 2015.
forward startingrenteswaps bevestigd, welke bevestigingen [naam 1] namens VRW voor akkoord heeft ondertekend.
forward startingrenteswaps die een negatieve waarde hadden ontwikkeld en mogelijke oplossingen daarvoor. In deze notitie staat – voor zover van belang – het volgende:
forward startingrenteswaps te koppelen aan leningen van VRW, VZG en VSW.
- Negatieve jaarlijkse cashflow uit exploitatie (versterkt door rente swaps en leegstand)
- Uitgaven (aanloop) voor nieuwbouwprojecten waarvoor nog geen financiering is verkregen (Landgoed de Klokkenberg)
- Geen 100% financiering voor het in 2009 opgeleverde project Residentie Wilgenhof
- Geen verkregen herfinanciering voor een lening bij Imstenrade (ruim € 3,6 mln.) (…)”
forward startingrenteswaps.
forward startingrenteswaps van 28 juni 2007 voortijdig beëindigd. De negatieve marktwaarde van deze renteswaps van in totaal € 7.503.407,-- is verdisconteerd in het swaptarief van drie op diezelfde datum door VRW afgesloten renteswaps. Deze drie renteswaps hadden een aanvangsdatum van 19 mei 2010 en einddata variërend tussen 19 juni 2020 tot 1 augustus 2020, met een vast rentepercentage variërend van 5,05% tot 5,17% en een initiële hoofdsom van in totaal € 14.875.604,--.
€ 8.500.000,--.
De opslag op het EURIBOR-tarief wordt éénmaal per jaar door de kredietgever herzien. Indien de opslag wijzigt, wordt u daarover (ongeveer 2 weken van tevoren) ingelicht(…)”
- Het variabele vreemd vermogen bedraagt momenteel ca € 62 miljoen;
- De rentederivaten hebben op dit moment een totale hoofdsom van ca. € 72 miljoen, waarvan ca. € 70 miljoen swaps en ca. € 2 miljoen collar.
- De overhedge bedraagt daardoor ca. 10 miljoen;
- Voor de swaps die per juli 2011, juli 2012, juli 2013 en juli 2015 starten zij op dit moment nog geen financieringen aangetrokken. (…)”
€ 19.600.000 negatief. (…)
forward startingrenteswaps van 28 juni 2007 voortijdig beëindigd. Om de negatieve marktwaarde van deze renteswaps van € 10.323.700,-- te kunnen financieren, heeft VRW vastgoed verkocht aan VZG die de koopprijs met een op diezelfde dag verkregen geldlening van ING van € 12,5 miljoen heeft gefinancierd. ING heeft vervolgens de op 2 mei 2010 overeengekomen garantieverklaringen en de compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst beëindigd.
renteflooren
rentecapvoortijdig beëindigd.
forward startingrenteswap bij ING afgesloten, met een looptijd van 1 oktober 2015 tot 1 juli 2025, met een vast rentepercentage van 5,21% en een initiële hoofdsom van € 5.007.099,04.
forward starting) renteswaps volgens het UHK kwalificeerde als professionele belegger.
forward startingrenteswaps te adviseren die niet geschikt zijn voor het afdekken van het renterisico. ING heeft VRW niet geïnformeerd over en gewaarschuwd voor de specifieke risico’s van de
forward startingrenteswaps, terwijl VRW als niet-professionele belegger geen kennis en ervaring had met rentederivaten. Doordat ING geen financieringen heeft verstrekt toen de
forward startingrenteswaps ingingen, zijn er enorme
overhedgesontstaan en werden deze renteswaps speculatief. Hierdoor hebben zowel in 2010 als in 2012 herstructureringen van de renteswaps moeten plaatsvinden, waarbij de
forward startingrenteswaps tegen vergoeding van de negatieve marktwaarde zijn beëindigd of overgedragen. Om dit te financieren heeft Vitalis c.s. het vastgoed dat zij in haar bezit had, gedwongen moeten verkopen. ING heeft ook in die periode de op haar rustende zorgplicht geschonden door Vitalis c.s. in een dwangpositie te brengen door alle aan VZG gelieerde stichtingen aansprakelijk te laten zijn voor elkaars schulden uit hoofde van de rentederivaten.
forward startingrenteswaps ook gedurende de looptijd hiervan een negatieve invloed had op haar financiële positie. Ook heeft ING in strijd gehandeld met haar zorgplicht door Vitalis c.s. aan grotere risico’s bloot te stellen dan zij in het kader van haar risicobereidheid aan ING kenbaar heeft gemaakt. Deze financiële risico’s waren voor VGZ als zorginstelling onverantwoord hoog.
forward startingrenteswaps, namelijk dat er enorme
overhedgeszouden kunnen ontstaan dan wel dat zij enorme boeterentes zou moeten betalen om van de renteswaps af te komen, dan had zij deze renteswaps nooit afgesloten.
forward startingrenteswaps, mocht blijven verhogen. Deze opslagverhogingen zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
forward startingrenteswaps renteschade van € 15.678.103,--, althans € 14.142.452,-- heeft geleden. Daarbij heeft zij een vergelijking laten maken met de situatie dat zij de renteswaps niet had afgesloten of dat zij zogenoemde
swaptionszou hebben afgesloten, maar niet zou hebben uitgeoefend.
forward startingrenteswaps. ING heeft VRW op basis van haar offerteaanvraag een aanbieding gedaan. Vitalis c.s. kon een voldoende geïnformeerde beslissing nemen over het aangaan van de renteswaps door haar eigen financiële deskundigheid en ervaring, maar ook door inschakeling van externe experts. Verder rustte er op ING geen verplichting om de vastgoedprojecten van VRW te financieren. Desalniettemin is ING, toen andere financiers het lieten afweten en afzagen van verlenging van lopende leningen, onverplicht bereid geweest om krediet onder redelijke en gebruikelijke voorwaarden aan Vitalis c.s. te verstrekken. Ook heeft ING meegewerkt aan de uitvoering van de herstructureringen van de
forward startingrenteswaps en de financieringsstructuur van Vitalis c.s.
forward startingrenteswaps waarover zij nu klaagt, de renteswaps had afgesloten. Ten slotte doet ING een beroep op eigen schuld van Vitalis c.s.
4.De beoordeling
forward startingrenteswaps voorgesteld en heeft ING Vitalis c.s. nader geadviseerd en geholpen met het opstellen van de offerteaanvraag. ING heeft de
forward startingrenteswap al in de brief van 31 mei 2005 en in de presentatie van 13 oktober 2005 aan Vitalis c.s. geadviseerd als een aantrekkelijk product. In de presentatie van 19 april 2007 heeft ING een voorstel opgenomen om het renterisico van een gedeelte van 50% van de benodigde financiering van € 142,6 miljoen af te dekken met renteswaps. Daarmee heeft ING aan Vitalis c.s. persoonlijke aanbevelingen gedaan tot het afdekken van meer dan € 70 miljoen aan nog niet verstrekte leningen. Op het moment van aangaan van de
forward startingrenteswaps had Vitalis c.s. geen externe adviseur, aldus steeds Vitalis c.s.
forward startingrenteswaps geldt dat VRW zelf op 30 mei 2007 de offerteaanvraag bij ING – maar ook bij andere banken – heeft ingediend waarbij zij de prijzen heeft opgevraagd voor deze renteswaps. In de offerte- aanvraag zijn de aanvangsdata en hoofdsommen van de renteswaps afgestemd op haar investeringsplannen en de daarmee gepaard gaande financieringsbehoefte voor de komende jaren. ING heeft op basis van deze offerteaanvraag een aanbieding aan VRW gedaan.
forward startingrenteswaps informatie verstrekt en tot op zekere hoogte advies gegeven. Dat zij dit heeft gedaan volgt niet alleen uit de door ING op 13 oktober 2005 gegeven presentatie waarin zij algemene informatie over het afdekken van renterisico’s op toekomstige financieringen heeft verstrekt en heeft toegelicht dat naast de algemene informatie maatwerkoplossingen mogelijk zijn, maar vooral uit de presentatie van 19 april 2007. De in deze presentatie opgenomen informatie is afgestemd op de toekomstige financieringsbehoefte van VRW, namelijk een leningportefeuille van € 142,5 miljoen waarvan het renterisico voor 50% zou worden afgedekt. Bij deze presentatie is een bijlage opgenomen waarin de gewenste financiering per vastgoedproject is gespecificeerd. Ten slotte heeft Vitalis c.s. onbetwist gesteld dat ING haar heeft geholpen met het opstellen van de offerteaanvraag. De omstandigheid dat door Vitalis c.s. hiervoor geen – afzonderlijke – adviesvergoeding is betaald doet aan het voorgaande onvoldoende af.
forward startingrenteswaps was VRW actief in de vrije sector woningmarkt. Anders dan VZG is VRW geen zorginstelling. VRW had in 2007 een balanstotaal van circa € 150 miljoen en een eigen vermogen van € 53 miljoen in vastgoed.
managing directorbij ABN AMRO [naam 5] en voormalig burgemeester [naam 6] . Verder had Vitalis c.s. twee financial controllers en een
financial directorin dienst en beschikte zij over een Auditcommissie.
forward startingrenteswaps in 2007 een
rentecap, een
renteflooren een ‘gewone’ renteswap had afgesloten, zodat zij bekend was met renteswaps. Zij had echter geen specifieke kennis van de kenmerken en risico’s van
forward startingrenteswaps.
forward startingrenteswaps voor VRW in 2007 een passend product waren.
forward startingrenteswaps met ING aangegaan met het oog op het gedeeltelijk afdekken van het risico van een rentestijging op nog aan te trekken financieringen voor het realiseren en exploiteren van vastgoedprojecten.
forward startingrenteswaps waren daarvoor op zichzelf een geschikt instrument. Dat Vitalis c.s. dat zelf ook zo zag volgt uit de notitie van [naam 2] van 16 juni 2009 en de notulen van de Auditcommissie van 7 september 2009. Hieruit volgt dat Vitalis c.s. – ondanks de reeds ontwikkelde negatieve marktwaarde van de renteswaps en de ontstane overhedge – van mening bleef dat de
forward startingrenteswap een goed instrument is om het renterisico af te dekken in het licht van de forse investeringsopgaven. Daarbij komt dat uit het memo van 11 juni 2007 van de Raad van Bestuur aan de Raad van Toezicht volgt dat zij het onverantwoord vond verder te gaan met de ontwikkeling van de vastgoedprojecten zonder een adequate afdekking van renterisico’s. Dat er ook andere producten bestaan waarmee dit doel kan worden bereikt, doet aan het voorgaande niet af. Vast staat dat VRW het door haar gestelde alternatieve product, de
swaption,niet wilde afsluiten vanwege de premie die zij daarvoor moest betalen. Dit heeft [naam 1] ook op de mondelinge behandeling bevestigd.
forward startingrenteswap kleeft een specifiek risico. Een
forward startingrenteswap staat los van de onderliggende financiering en dat maakt dat, als de onderliggende financiering – zoals in dit geval – niet tot stand komt, deze renteswap blijft doorlopen zonder dat sprake is van afdekking van een renterisico, waardoor deze een speculatief karakter krijgt. VRW moet dan gedurende de looptijd van de
forward startingrenteswaps de afgesproken vaste rente aan ING blijven betalen tegenover de ontvangst van de door ING te betalen variabele rente, zonder dat een renterisico wordt afgedekt en een
overhedge(overafdeking) ontstaat. Aangezien VRW afdekking van het renterisico wenste en geen speculatieve doeleinden nastreefde, is een
overhedgeonwenselijk en kan in zoverre sprake zijn van een ongeschikt product. Deze
overhedgeheeft zich ook gedeeltelijk gemanifesteerd, omdat geen onderliggende financieringen zijn afgesloten voor de in 2007 aangegane
forward startingrenteswaps en een aantal renteswaps vervolgens niet zijn gekoppeld aan reeds bestaande financieringen en voortijdig zijn beëindigd tegen betaling van de negatieve marktwaarde van de renteswaps.
forward startingrenteswaps gekozen. Dit blijkt uit de offerteaanvraag waarin VRW specifiek om
forward startingrenteswaps heeft gevraagd. VRW heeft haar investeringsplannen in kaart gebracht met de te verwachten financieringsbehoefte in de periode 2007 tot 2015. Zij heeft de ingangsdata, looptijd en hoofdsommen van de
forward startingrenteswaps afgestemd op haar investeringsplannen. [naam 1] heeft op de mondelinge behandeling verklaard dat VRW informatie heeft ingebracht over de vastgoedprojecten en haar financieringsbehoefte. ING was met betrekking tot de aard en inhoud van de investeringsplannen en de benodigde financiering dus aangewezen op de informatie van VRW. De zorgplicht van ING reikt gelet op de status van VRW als professionele partij onder de gegeven omstandigheden niet zover dat op ING de plicht rustte om na te gaan in hoeverre de investeringsplannen van VRW haalbaar of onzeker waren.
forward startingswaps niet nodig zou hebben volgt uit de verklaring van [naam 1] op de mondelinge behandeling dat VRW de kans dat de geplande vastgoedprojecten toch niet zouden doorgaan – en dus geen financiering nodig zou zijn – heeft ingeschat op 50%.
forward startingrenteswaps aan te gaan.
forward startingrenteswaps maakt van deze overeenkomsten een complex financieel product, waaraan afgezien van het hiervoor in 4.10 omschreven risico nog een specifiek risico is verbonden. Een renteswap heeft – afhankelijk van de rentestand op de kapitaalmarkt – een negatieve of positieve marktwaarde. Een negatieve waarde moet bij voortijdige beëindiging door VRW aan ING worden betaald. Uit hoofde van de zorgplicht mag worden verwacht dat ING VRW bij het afsluiten van de renteswaps informeert over deze specifieke eigenschappen van de
forward startingrenteswap en de daaraan verbonden risico’s.
forward startingrenteswaps op 13 oktober 2005 en 19 april 2007 presentaties aan Vitalis c.s. heeft gegeven waarin de verschillende mogelijkheden voor het afdekken van het renterisico zijn toegelicht. In de presentatie van 2005 zijn onder meer de
forward startingrenteswap en de
payer’s swaptionaan de hand van praktijksituaties aan de orde gekomen, terwijl tijdens de presentatie in 2007 de renteswap, de
rentecapen de
swaption collarzijn toegelicht. Verder heeft ING Vitalis c.s. een productkaart overhandigd waarin de eigenschappen van een renteswap worden uiteengezet. Uit deze informatie volgt dat een
(forward starting)renteswap en de onderliggende financiering twee op zich zelf staande overeenkomsten zijn. Hieruit had VRW kunnen afleiden dat het niet verkrijgen van de geplande onderliggende financiering zou leiden tot een overhedge, als gevolg waarvan VRW de afgesproken vaste rente aan ING moest blijven betalen tegenover de ontvangst van de variabele rente zonder dat een renterisico zou worden afgedekt. Dat VRW zich van dat risico bewust was volgt uit de verklaring van [naam 1] op de mondelinge behandeling dat ten tijde van het afsluiten van de renteswaps de financieringen voor de projecten nog niet geconcretiseerd konden worden en dat met ING een inschatting is gemaakt van de kans dat de geplande projecten toch niet zouden doorgaan, welke kans is geschat op 50%. Omdat VRW de risico’s wilde spreiden is gekozen om niet 100% van het renterisico af te dekken, maar een gedeelte daarvan zo heeft [naam 1] op de mondelinge behandeling verklaard.
forward startingrenteswaps voldoende heeft geïnformeerd.
forward startingrenteswaps nooit zou zijn aangegaan indien ING haar voldoende duidelijk en schriftelijk had geïnformeerd over het risico van de negatieve waarde die zij zou moeten betalen bij tussentijdse beëindiging en het risico dat er enorme overhedges zou kunnen ontstaan als de onderliggende financieringen niet zouden worden genomen, valt overigens niet te rijmen met de strekking van de notitie van 16 juni 2009 van [naam 2] en de notulen van de Auditcommissie van 7 september 2009. Daaruit volgt immers dat VRW zelfs nadat zij was geconfronteerd met de negatieve waarde van deze renteswaps en de overhedge die was ontstaan, van mening bleef dat de
forward startingrenteswaps en de daaraan verbonden verplichtingen nog steeds goed pasten in het beleid om renterisico’s af te dekken. Hieruit kan worden afgeleid dat VRW de
forward startingrenteswaps ook had afgesloten als ING haar ondubbelzinnig had gewezen op de (mogelijke) gevolgen en risico’s van de renteswaps. Dit heeft tot gevolg dat het causaal verband tussen de gestelde tekortkoming van ING en de gestelde schade ontbreekt.
forward startingrenteswaps zijn afgesloten zou verstrekken, daartoe onvoldoende is.
forward startingrenteswaps heeft geschonden treft evenmin doel. Het was een eigen keuze van Vitalis c.s. om in 2010 niet de
forward startingswaps te beëindigen tegen betaling van de negatieve marktwaarde, maar nieuwe renteswaps af te sluiten waarin de negatieve marktwaarde was verdisconteerd en een deel van de
forward startingrenteswaps over te dragen aan VZG en VSW zodat deze zouden aansluiten op de op dat moment bestaande leningportefeuille. Dat volgt uit de notitie van 16 juni 2009 van [naam 2] , de notulen van 7 september 2009 van de Auditcommissie en de financieringsaanvraag van maart 2010 die VRW in samenwerking met Montesquieu heeft opgesteld. Bovendien heeft Vitalis c.s. niet gesteld dat er een goed alternatief was voor de herstructurering van de renteswaps, waarmee de schade zoveel mogelijk kon worden beperkt en een faillissement van VRW kon worden voorkomen.
forward startingrenteswaps een negatieve waarde hadden ontwikkeld als gevolg van de daling van de kapitaalmarktrente en dat zij als gevolg van de voortijdige afwikkeling van de
forward startingrenteswaps de negatieve waarde moest vergoeden in de vorm van een hogere rente op de nieuw te sluiten renteswaps. Verder was Vitalis c.s. ervan op de hoogte dat er een overhedge was ontstaan doordat VRW minder leningen afsloot dan voorzien en dat zij als gevolg daarvan rente betaalde onder de al aangevangen
forward startingrenteswaps zonder dat daar een lening tegenover stond. Volgens ING is nadien gebleken dat Vitalis c.s. op de hoogte was van al hetgeen waarover zij in deze procedure klaagt, onder meer door een memo van 5 oktober 2009 van de Raad van Bestuur aan de Raad van Toezicht, de notitie van 9 maart 2011 van [naam 2] en het memo van maart 2012 van Montesquieu. Toen Vitalis c.s. bij brief van 30 mei 2017 zich voor het eerst jegens ING haar recht op schadevergoeding voorbehield, was de verjaringstermijn al geruime tijd verstreken, aldus steeds ING.
forward startingrenteswaps die zij ten grondslag heeft gelegd aan de zorgplichtschending. Dat blijkt niet alleen uit het memo van [naam 2] aan de Raad van Bestuur van Vitalis c.s. van 16 juni 2009 en de notulen van 7 september 2009 van de vergadering van de Auditcommissie, maar ook uit de gang van zaken rondom de herstructurering van de
forward startingrenteswaps die in mei 2010 heeft plaatsgevonden. Vitalis c.s. werd toen immers geconfronteerd met een negatieve marktwaarde van in totaal
€ 7.503.407,-- wegens voortijdige beëindiging van vijf
forward startingrenteswaps. Deze negatieve marktwaarde is verdisconteerd in het swaptarief van de door VRW en VZG op 19 mei 2010 afgesloten renteswaps. Vitalis c.s. is dus uiterlijk 19 mei 2010 daadwerkelijk op de hoogte geraakt van de schade als gevolg van de gestelde zorgplichtschending. Vitalis c.s. wist toen dat de renteswaps een negatieve waarde hadden ontwikkeld die zij moest vergoeden, dat er een overhedge was ontstaan doordat zij geen onderliggende financieringen had afgesloten en dat zij als gevolg van de overhedge teveel rente betaalde. Daarmee had zij voldoende zekerheid over de schade en ING als de daarvoor aansprakelijke persoon. De Raad van Bestuur en Raad van Toezicht van Vitalis c.s. beschikte over financiële kennis en zij werd intern ondersteund door haar
financial directoren controllers (zie hiervoor in 4.7).
forward startingrenteswaps in mei 2010 nog steeds sprake was van een overhedge en dat de renteswaps een negatieve marktwaarde hadden. Daarover is zij in maart 2012 door haar financiële adviseur Montesquieu geïnformeerd. In het memo van Montesquieu staat immers dat de renteswaps op dat moment een gezamenlijke negatieve marktwaarde hadden van € 19,8 miljoen en dat sprake was van overhedge bij de door VRW afgesloten renteswaps die voortkwam uit de
forward startingrenteswaps die VRW in 2007 had afgesloten ter afdekking van financieringen die uiteindelijk niet zijn aangetrokken.
forward startingrenteswaps die in 2009 zijn afgesloten.