Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] , h.o.d.n. [gedaagde] ,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
- het instructievonnis, waarin een mondelinge behandeling van de zaak is gelast;
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten in conventie en reconventie
Onlangs zijn de loden waterleidingen van de appartementen boven ons kantoor. ( [adres] ) De secretaris van mijn kantoor vernam van een van de loodgieters, dat de waterleidingen in het gehuurde Kantoor niet zouden worden vervangen, omdat wij binnenkort zouden gaan verhuizen.
U bent in ieder geval al reeds sedert 2020 op de hoogte van het feit, dat loodgehalte in het drinkwater van de door ons gehuurde panden te hoog was. U heeft er zelf voor gekozen de leidingen van de door ons gehuurde panden niet te vervangen, omdat de huurovereenkomst per 1 maart 2022 zou eindigen. Op een uitdrukkelijk verzoek van 29 december 2020 om tot vervanging van de leidingen over te gaan heeft u niet gereageerd. (...) In het licht van het vorenstaande maak ik – volgens geldende jurisprudentie – aanspraak op een huurkorting van 60% per maand met ingang van december 2020 tot het moment, dat de loden leidingen volledig zijn vervangen.”.
Een aantal huurders in het door u gehuurde complex hebben in 2020 bij ons melding gemaakt op de aanwezigheid van loden leidingen. Het is ons namelijk niet bekend of in het gehuurde loden leidingen aanwezig zijn. Wij vragen onze huurders vervolgens om hiervoor een test te doen om dit aantoonbaar te maken. (...) Voor zover ons bekend, maakt u gebruik van drinkwater vanuit [adres] . Op de eerste etage is hier geen verhoogde loodconcentratie waargenomen. Dat is voor ons dan ook reden om niet preventief over te gaan tot vervangen van de mogelijk aanwezige loden waterleidingen. Mocht u zekerheid willen hebben, dan stellen wij u in de gelegenheid om op onze kosten een test aan te vragen en de resultaten van deze test met ons te delen.”
Vordering en verweer in conventie
a. € 16.947,08 aan achterstallige huurpenningen, berekend tot en met november 2021, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119a BW vanaf de respectievelijke vervaldata, althans vanaf de datum van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening;
b. € 1.361,40 aan contractuele boete;
c. € 944,47 aan buitengerechtelijke incassokosten;
d. de proceskosten.
Vordering en verweer in reconventie
a. een verklaring voor recht dat Libra onrechtmatig heeft gehandeld jegens [gedaagde] door ondanks de wetenschap van de aanwezigheid van loden leidingen in het gehuurde, geen enkele actie uit haarzelf te ondernemen en [gedaagde] en zijn medewerkers willens en wetens bloot te stellen aan de gevolgen van lood in het drinkwater;
b. te bepalen dat Libra een huurkorting toepast over de periode 29 december 2020 tot
primair: 75% van de huurprijs van € 2.303,63 is € 1.727,72 x 12 maanden zijnde een totaalbedrag van € 20.732,67, waarin ook een vergoeding is opgenomen voor de immateriële schade die [gedaagde] en zijn medewerkers hebben opgelopen door het gebruik van het kraanwater met een te hoog loodgehalte, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2020;
subsidiair: 60% van de huurprijs van € 2.303,63 is € 1.302,18 x 12 maanden zijnde een totaalbedrag van € 16.586,14 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2020;
d. veroordeling van Libra in de proceskosten in conventie en reconventie.
Beoordeling
MaandVerschuldigd BetaaldSaldo
ncl. huurkorting
€ 921,45