Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juni 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser,
de heffingsambtenaar van de gemeente Diemen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
5 november 2020 is overgeboekt voordat de naheffingsaanslagen – te weten op
19 november 2020 en 21 november 2020 – zijn opgelegd. Dit bedrag kan dan ook niet zien op de betaling van de naheffingsaanslagen. Daarnaast komen de bedragen die naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn overgemaakt op 24 december 2020 en
29 december 2020, beide keren betreft het € 48,-, niet overeen met de openstaande naheffingsaanslagen. De bedragen overgemaakt op 20 april 2021 en 18 februari 2022 zijn overgemaakt enige tijd na de verklaring van eiser op 29 december 2020 dat de naheffingsaanslagen waren betaald op een rekening van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze overboekingen kunnen eisers stelling daarom ook niet ondersteunen. Gelet op wat hiervoor is overwogen heeft eiser naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de naheffingsaanslagen tijdig zijn betaald. De aanmaningskosten zijn daarom terecht opgelegd.
Conclusie
Beslissing
mr. N.J.A. van Eck, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2022.