Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 juni 2021, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 3 november 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 maart 2022, met de daarin genoemde stukken,
- de akte van Kubus Coöperatie, met producties,
- de antwoordakte van [gedaagde 1] .
2.De feiten
Alle onzekerheden en geschillen die mochten ontstaan tussen leden onderling en tussen een individueel lid en Kubus Coöperatie naar aanleiding van de ledenovereenkomst, dan wel van nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen bij uitsluiting in eerste instantie worden vastgesteld of beslecht door bindend advies door de Kubus Geschillencommissie (de Commissie). Het recht om een geschil of onzekerheid aan de Commissie voor te leggen vervalt 2 jaar nadat het geschil of onzekerheid is ontstaan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)