ECLI:NL:RBAMS:2022:3911
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet na schending van de hoorplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser had op 15 januari 2021 een bijstandsuitkering aangevraagd op basis van de Participatiewet (Pw). De aanvraag werd echter afgewezen door verweerder op 10 maart 2021, omdat eiser niet voldoende had meegewerkt aan het onderzoek naar zijn verblijfsadressen. Eiser was slechts één keer aangetroffen op de opgegeven locaties, terwijl hij tijdens andere controles niet aanwezig was. Dit leidde tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
Eiser heeft tegen het besluit van verweerder beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat het onderzoek onzorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat de medewerkingsverplichting van eiser niet was nageleefd, waardoor de afwijzing van de aanvraag terecht was. Echter, de rechtbank constateerde ook dat eiser ten onrechte niet was gehoord in de bezwaarfase, wat een schending van de hoorplicht betekende. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand. De rechtbank veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.518,-.
De uitspraak benadrukt het belang van de medewerkingsverplichting voor aanvragers van bijstandsuitkeringen en de noodzaak voor bestuursorganen om de hoorplicht te respecteren in bezwaarprocedures.