ECLI:NL:RBAMS:2022:4521

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/719040 / JE RK 22-429
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar ondertoezichtstelling van minderjarige met problematische achtergrond en verstoorde gezinsrelaties

Op 7 juli 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2007, die te maken heeft met een belast verleden en een verstoorde relatie met haar moeder. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 21 juni 2022 een verzoek ingediend voor een ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de minderjarige, de vader en de moeder gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige bij de vader woont en dat er zorgen zijn over haar welzijn, schoolverzuim en de noodzaak van hulpverlening.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft besloten de minderjarige onder toezicht te stellen van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers, met ingang van 7 juli 2022 tot 7 juli 2023. Er is een plan van aanpak vereist voor de schoolgang van de minderjarige en er dient hulpverlening te worden ingezet om de gezinssituatie te verbeteren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/13/719040 / JE RK 22-429
Datum uitspraak: 7 juli 2022

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Amsterdam, gevestigd te Amsterdam,

hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[minderjarige] ,

Mw. [de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

Dhr. [de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als informant aan:
Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers, gevestigd te Haarlem,
hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI).

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 21 juni 2022, ingekomen bij de griffie op 22 juni 2022.
Op 7 juli 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige] , die apart is gehoord;
- de vader;
- de moeder, die haar standpunt op schrift heeft overgelegd;
- mw. [naam 1] als vertegenwoordigster van de Raad;
- mw. [naam 2] als vertegenwoordigster van de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[minderjarige] woont bij de vader.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Ter onderbouwing van het verzoek heeft de Raad onder meer het volgende aangevoerd. [minderjarige] heeft een zeer belast verleden. Er is jarenlang sprake geweest van een ondertoezichtstelling en [minderjarige] heeft al jaren een verstoorde relatie met haar moeder.
Hoewel [minderjarige] eerder met goed gevolg een behandeling en traject heeft doorlopen, is er de afgelopen maanden sprake van een forse terugval. De zorgen over [minderjarige] nemen toe en zij vertoont in toenemende mate zelfbepalend gedrag. Vader staat open voor hulpverlening, maar vanwege de toenemende problematiek van [minderjarige] lukt het hem niet om aan te sluiten bij wat [minderjarige] nodig heeft. Gelet op haar kwetsbaarheid, beïnvloedbaarheid en belaste verleden heeft de Raad grote zorgen over het welzijn van [minderjarige] . Er zijn ook zorgen over school. [minderjarige] heeft nog geen startkwalificatie en vanwege het verzuim is de leerplichtambtenaar betrokken geraakt. [minderjarige] heeft aangegeven mee te willen werken aan hulpverlening. Vader maakt een betrokken indruk en staat ook open voor hulpverlening. MST moet worden ingezet, zodat vader en [minderjarige] kunnen profiteren van de inzet van hulpverlening met als doel het herstellen van de gezinssituatie.

Het standpunt van de belanghebbenden

[minderjarige] heeft in gesprek met de kinderrechter naar voren gebracht dat zij wil dat het goed met haar gaat.
De vader en de moeder hebben zich niet verweerd tegen het verzoek van de Raad. Zij willen graag dat het goed gaat met [minderjarige] .

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
De doelen ter afwending van de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige] zijn:
  • Het traject bij MST dient te worden ingezet, opdat vader en [minderjarige] kunnen profiteren van de inzet van hulpverlening, met als doel dat de gezinssituatie hersteld kan worden. Daarbij is het van belang dat binnen dit traject er ook aandacht is voor de persoonlijke problematiek van [minderjarige] , met als doel de bedreigde ontwikkeling te verminderen;
  • Er dient hulpverlening, eventueel vanuit Jellinek of overleg met Yes We Can, te worden ingezet als [minderjarige] dat nodig heeft;
  • Er moet een plan van aanpak worden opgesteld ten aanzien van de schoolgang, om verder schoolverzuim te voorkomen en ervoor te zorgen dat [minderjarige] haar startkwalificatie kan behalen;
  • Het is van belang dat [minderjarige] samen met de gezinsmanager bekijkt of de inzet van Qpido of een soortgelijke organisatie in het belang van [minderjarige] is, zodat [minderjarige] een neutrale steunfiguur heeft;
  • Binnen MST is het van belang dat er ook aandacht is voor de (half)broertjes van [minderjarige] en dient er meer zicht te komen op de opvoedingsomgeving van [minderjarige] , waar ook haar (half)broertjes deel van uitmaken;
  • Er dient zicht te komen op de rol van moeder en indien nodig dient ook de gezagssituatie te worden bekeken.
De kinderrechter zal daarom [minderjarige] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige] onder toezicht van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers, gevestigd te [plaats] , met ingang van 7 juli 2022 tot 7 juli 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2022 door mr. M.P.G. Rietbergen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 12 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.