ECLI:NL:RBAMS:2022:4558

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
4 augustus 2022
Zaaknummer
13/167482-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van een 19-jarige man in zaak van beroving van maaltijdbezorger

Op 4 augustus 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 19-jarige man, die werd verdacht van betrokkenheid bij de beroving van een maaltijdbezorger op 25 juni 2021 in Amsterdam-Zuidoost. De verdachte werd vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte, die de beroving daadwerkelijk uitvoerde. De verdachte had enkel een filmopname gemaakt van het incident en deze gedeeld via Snapchat, maar dit was niet voldoende om te spreken van medeplegen of medeplichtigheid aan de beroving. De rechtbank benadrukte dat hoewel het handelen van de verdachte moreel verwerpelijk was, het niet strafbaar was. De benadeelde partij, de maaltijdbezorger, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.167482.21
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/167482-21
Datum uitspraak: 4 augustus 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
gedetineerd te: [naam] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 juli 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.D. Braber, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N. Bevelander, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd, kort en zakelijk weergegeven:
primair: dat hij op 25 juni 2021 te Amsterdam, op de openbare weg Kelbergen, samen met een ander een koerier heeft beroofd met dreiging van een mes, van maaltijden en drinken uit de scooterbox van de koerier, meermalen een greep heeft gedaan naar het wisselgeld dat de koerier in zijn hand had en die diefstal heeft gefilmd met een telefoon.
subsidiair: de medeplichtigheid daaraan.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Vrijspraak

3.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde. De officier van justitie heeft aangevoerd dat verdachte wist dat [bijnaam medeverdachte] (de bijnaam van medeverdachte [medeverdachte] ) de bezorger ging ‘
racen’, oftewel beroven. Verdachte heeft hier bewust een filmopname van gemaakt en later in een Snapchatgroep gestuurd. Op de filmopname is te horen:
“mannen zijn op race, mannen zijn op race”.Daarnaast stuurde verdachte op Snapchat de volgende teksten:
“ [bijnaam medeverdachte] op race”, “had 100 euro aan eten besteld”, “ [bijnaam medeverdachte] zegt laat het me racen”, en
“lekker man gestolen eten”.Hieruit kan de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] worden afgeleid die in de kern heeft bestaan uit een gezamenlijke uitvoering.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken. Verdachte kan niet als medepleger worden aangemerkt. Het enkel maken van een filmopname is onvoldoende om te spreken van een gezamenlijke uitvoering, waardoor niet kan worden bewezen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte is ook niet medeplichtig, omdat het opzet om behulpzaam te zijn bij de diefstal (met bedreiging) met geweld ontbreekt. Verdachte heeft door het maken van een filmopname ook geen gelegenheid, middel of inlichtingen verschaft.
3.3
Oordeel van de rechtbank
Op 25 juni 2021 is [aangever] (hierna: aangever) onder bedreiging van een mes beroofd van een bestelling. Aangever spreekt in zijn aangifte over één dader, te weten NN1. Verdachte heeft dit incident gefilmd. Deze filmopname is met de telefoon van verdachte via Snapchat met een groep gedeeld. Op Snapchat zijn ook meerdere berichten aangetroffen die zijn verzonden met de telefoon van verdachte, waaronder
“ [bijnaam medeverdachte] op race”, “had 100 euro aan eten besteld”, “ [bijnaam medeverdachte] zegt laat het me racen”en
“lekker man gestolen eten”.
Uit het dossier volgt dat [bijnaam medeverdachte] medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [bijnaam medeverdachte] ) betreft.
Verdachte heeft verklaard dat [bijnaam medeverdachte] met zijn telefoon de bestelling via Thuisbezorgd heeft geplaatst, maar dat hij op dat moment nog niet wist dat [bijnaam medeverdachte] de bestelling wilde ‘
racen’. De telefoon van verdachte werd die dag door hemzelf en door [bijnaam medeverdachte] gebruikt, onder andere voor de muziek. [bijnaam medeverdachte] zei na het plaatsen van de bestelling dat hij de bezorger wilde ´
racen’en vroeg of verdachte dit kon filmen. Dit heeft verdachte gedaan vanuit zijn voortuin, waardoor hij moest inzoomen. Verdachte heeft de filmopname daarna doorgestuurd via Snapchat en een paar van de gestolen loempia’s opgegeten. Bij de diefstal (met bedreiging) met geweld heeft [bijnaam medeverdachte] een mes uit de keuken van de moeder van verdachte gebruikt. Verdachte heeft verklaard dat hij niet heeft gezien dat [bijnaam medeverdachte] dat mes heeft gepakt en dat hij hem ook niet heeft verteld waar de messen lagen. Verdachte heeft daarnaast verklaard dat hij niet zelf alle berichten die met zijn telefoon in de Snapchatgroep zijn gestuurd heeft verstuurd.
De betrokkenheid bij een strafbaar feit kan als medeplegen worden bewezenverklaard indien vast is komen te staan dat bij het handelen sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verschillende mededaders. Die samenwerking moet dan gericht zijn op het voltooien van het delict. Aangever spreekt in zijn aangifte slechts over één dader, te weten NN1. Aangever heeft verdachte niet gezien en wist niet dat het incident door verdachte was gefilmd. Daarnaast ziet de rechtbank niet dat de rol van verdachte tijdens de uitvoering van het delict, namelijk het maken een filmopname, wordt gecompenseerd door een grotere rol in de voorbereiding of afronding daarvan. De rechtbank is daarom van oordeel dat geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte zal worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde.
Vervolgens dient de rechtbank te beoordelen of verdachte medeplichtig is. De rechtbank is van oordeel dat het maken van de filmopname van de diefstal (met bedreiging) met geweld onvoldoende is om daarbij opzettelijk behulpzaam te zijn. Dit was anders geweest als verdachte de positie van de dader had versterkt. Uit het dossier blijkt echter dat aangever verdachte niet heeft gezien of heeft gehoord, waardoor verdachte de positie van de dader ten opzichte van het slachtoffer niet kan hebben versterkt. Dat verdachte op enige afstand van het incident stond, blijkt ook uit zijn eigen verklaring. Verdachte heeft namelijk ter zitting verklaard dat hij het incident heeft gefilmd vanuit zijn voortuin en dat hij moest inzoomen.
Verdachte heeft door het maken van de filmopname ook geen gelegenheid, middel of inlichtingen verschaft. Uit het dossier is niet gebleken dat verdachte, vóórdat de bestelling op Thuisbezorgd met zijn telefoon werd geplaatst, wist van het plan om de bezorger te beroven. Uit het dossier blijkt ook niet dat verdachte het mes aan [bijnaam medeverdachte] heeft gegeven of inlichtingen aan [bijnaam medeverdachte] heeft gegeven over waar een mes lag.
De rechtbank vindt het van belang te benadrukken dat verdachte niet goed heeft gehandeld in de situatie waarin hij zich bevond. Het is kwalijk dat verdachte van de beroving een filmopname heeft gemaakt en deze vervolgens heeft verspreid via Snapchat. Daarnaast had hij ook niet moeten eten van de gestolen maaltijd. De rechtbank hoopt dan ook dat verdachte zich hiervan bewust is en ervan heeft geleerd. Hoewel de rechtbank het handelen van verdachte afkeurt, is dit handelen van verdachte niet strafbaar. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van het subsidiair ten laste gelegde feit.

4.Vordering benadeelde partij

De benadeelde partij [aangever] heeft € 62,- aan materiële schade gevorderd en € 10.000,- aan immateriële schade. Nu verdachte wordt vrijgesproken, kan de benadeelde partij niet in zijn vordering worden ontvangen.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het (primaire en subsidiaire) ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [aangever] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Degenaar, voorzitter,
mrs. E. van den Brink en N. Schipper, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Kanters, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 augustus 2022.