12.2.Uit wat op zitting naar voren is gebracht, is voldoende aannemelijk geworden dat verzoeker gebaat is bij continuering van de zorg in de huidige setting omdat de vertrouwensrelatie tussen verzoeker en zijn zorgverleners, gelet op verzoekers psychische problematiek, van wezenlijk belang is. Zilveren Kruis Zorgkantoor heeft betoogd dat de zorg is gewaarborgd omdat verzoeker in aanmerking komt voor ZIN en heeft verzoeker gewezen op een tweetal mogelijke zorgaanbieders. Dit laat echter onverlet dat verzoeker in dat geval een nieuwe vertrouwensband moet opbouwen. Verder is op de zitting gebleken dat ZIN in ieder geval niet beschikbaar is binnen Amsterdam.
13. Op zitting is verder aan de orde gesteld dat Zilveren Kruis Zorgkantoor in veertien dossiers, naar aanleiding van een groot fraudeonderzoek over de jaren 2019-2020, het pgb van meerdere budgethouders heeft ingetrokken en teruggevorderd. De meervoudige kamer van deze rechtbank heeft in de uitspraken van 25 april 2022 over de intrekking en terugvordering van de pgb’s van twee budgethouders geoordeeld.De rechtbank heeft geoordeeld dat Zilveren Kruis Zorgkantoor in die zaken onvoldoende bewijs heeft geleverd om de getrokken conclusies en daarmee de intrekking van het pgb te onderbouwen. Er is melding gemaakt van een aantal vermoedens jegens onder andere [belanghebbende] die aanleiding gaven voor onderzoek, maar het door Zilveren Kruis Zorgkantoor verrichte onderzoek heeft te weinig concreet bewijs opgeleverd om op basis daarvan harde conclusies te trekken over de geleverde zorg, aldus de rechtbank. Zilveren Kruis Zorgkantoor heeft niet voldaan aan zijn bewijslast om voldoende aannemelijk te maken dat de betreffende budgethouders zich niet hebben gehouden aan de verplichtingen behorende bij een pgb over de jaren 2019-2020 en heeft de aan [belanghebbende] gemaakte verwijten onvoldoende hard gemaakt.
14. Op zitting heeft Zilveren Kruis Zorgkantoor zich op het standpunt gesteld dat, anders dan de zaken waar de meervoudige kamer in heeft geoordeeld, het in de zaak van verzoeker niet gaat om intrekking van zijn pgb. Het belang van Zilveren Kruis Zorgkantoor is dat het pgb juist wordt besteed en er wordt volgens Zilveren Kruis Zorgkantoor met het pgb niet voorzien in toereikende zorg voor verzoeker. Het pgb dat verzoeker ontvangt is niet bedoeld om een woning mee te vinden en accommodatie mee te betalen. Verzoeker heeft na het bestreden besluit (kennelijk) zelf ervoor gekozen de zorg door [belanghebbende] voort te zetten en dit komt voor zijn rekening en risico. Verzoeker kan zijn zorg ook elders inkopen en Zilveren Kruis Zorgkantoor heeft verzoeker ook nadrukkelijk op mogelijke alternatieven gewezen. Het belang van Zilveren Kruis Zorgkantoor weegt daarom zwaarder dan het belang van verzoeker, aldus Zilveren Kruis Zorgkantoor.
15. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het belang van verzoeker bij toewijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening zwaarder weegt dan het belang van Zilveren Kruis Zorgkantoor bij afwijzing daarvan. Daarbij is van belang dat deze rechtbank in de uitspraken van 25 maart 2022 heeft geoordeeld dat het door Zilveren Kruis Zorgkantoor verrichte onderzoek te weinig concreet bewijs heeft opgeleverd om op basis daarvan harde conclusies te trekken over de door [belanghebbende] geleverde zorg, Dit heeft de rechtbank met de uitspraken van 1 juli 2022 en 13 juli 2022 nogmaals geoordeeld in een aantal andere zaken van budgethouders waarin het pgb is ingetrokken door Zilveren Kruis Zorgkantoor.En hoewel het in verzoekers zaak niet gaat om intrekking van zijn pgb, is aan de intrekking van de goedkeuring van de zorgovereenkomst en zorgbeschrijving door het Zilveren Kruis Zorgkantoor ten grondslag gelegd dat [belanghebbende] fraude heeft gepleegd in de jaren 2019 en 2020, dan wel dat [belanghebbende] een frauduleuze zorgverlener. Daarbij heeft het Zilveren Kruis Zorgkantoor zich op het standpunt gesteld dat de door verzoeker overgelegde zorgbeschrijving en de daarbij horende bijlagen wederom een onjuiste voorstelling van zaken geeft en dat [belanghebbende] dezelfde werkwijze heeft gehanteerd bij verzoeker als bij de zaken die zagen op de intrekking van het pgb van andere budgethouders. Gelet hierop kan niet worden gezegd dat het bestreden besluit zonder meer in beroep in stand zal blijven. Dat verzoeker in deze zaak wel zijn pgb behoudt en zijn zorg elders zou kunnen inkopen, maakt dat naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet anders. Van doorslaggevend gewicht is echter het belang dat verzoeker heeft bij continuering van de zorg en hulp die hij nu krijgt van zijn zorgverleners. Gezien de psychische problematiek van verzoeker is de vertrouwensband die hij met zijn zorgverleners heeft essentieel. De door het Zilveren Kruis Zorgkantoor voorgesteld ZIN doorbreekt die band en contact met de zorgverleners. Daarom valt de belangenafweging in het voordeel van verzoeker uit. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
16. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe en treft de voorlopige voorziening dat Zilveren Kruis Zorgkantoor tot de uitspraak op het beroep dient te handelen als ware aan de zorgovereenkomst en zorgbeschrijving goedkeuring gegeven.
17. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat Zilveren Kruis Zorgkantoor aan verzoeker het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
18. De voorzieningenrechter veroordeelt Zilveren Kruis Zorgkantoor verder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.518,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting), met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).