Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 januari 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 30 maart 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 juni 2022, met daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
In de tweede plaats is, ook als de norm van VMBZ 2021 wordt gehanteerd, de uitleg die CEG geeft van
“constructiefouten die zich binnen de invloedssfeer van verzekerde bevonden”niet juist. CEG betoogt dat nu de constructiefout is gemaakt voordat zij het gebouw heeft verworven, de constructiefout buiten haar invloedsfeer ligt. Daarin kan CEG niet worden gevolgd. CEG heeft een gebouw met een constructiefout verworven, zodat die constructiefout vanaf dat moment binnen haar invloedssfeer is gekomen. Daarbij is niet van belang dat die fout al gemaakt is ten tijde van het ontwerp of de bouw, nu die fout daarna steeds aanwezig is gebleven.
€ 1.126,00 (2 punt × tarief € 563,00)