ECLI:NL:RBAMS:2022:5300

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
12 september 2022
Zaaknummer
9897083 CV EXPL 22-6953
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over onbegrijpelijke dagvaarding in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 augustus 2022 een tussenuitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende te [woonplaats], en gedaagde, Woningstichting Eigen Haard. Eiser heeft op 20 mei 2022 een dagvaarding ingediend, maar de kantonrechter oordeelt dat deze dagvaarding onbegrijpelijk is. De vordering is niet duidelijk geformuleerd en ontbreekt aan een feitelijke en juridische grondslag per onderdeel. De kantonrechter kan niet uit de onduidelijke tekst en bijlagen de vordering destilleren. Eiser, die in persoon procedeert, krijgt de gelegenheid om de gebrekkige dagvaarding te herstellen.

De kantonrechter heeft eiser de opdracht gegeven om binnen vier weken na de uitspraak een akte in te dienen waarin de vorderingen duidelijk worden geformuleerd, met per vordering een weergave van de relevante feiten en een uitleg van de juridische grondslag. Eiser kan daarbij verwijzen naar de reeds overgelegde producties, zonder deze opnieuw in te dienen. Gedaagde, Eigen Haard, krijgt de gelegenheid om op deze akte te reageren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot de rolzitting op 23 september 2022.

De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en begrijpelijke dagvaarding in civiele procedures, vooral wanneer een partij in persoon procedeert. De kantonrechter adviseert eiser om juridische bijstand te zoeken om de vordering correct te formuleren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9897083 CV EXPL 22-6953
vonnis van: 26 augustus 2022
fno.: 8622

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen: [eiser]
procederend in persoon
t e g e n

Woningstichting Eigen Haard

gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Eigen Haard
gemachtigde: mr. T.W. Jaburg

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[eiser] heeft bij dagvaarding met bijlagen van 20 mei 2022 een vordering tegen Eigen Haard ingesteld. Eigen Haard heeft vervolgens schriftelijk geantwoord.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

De vordering van [eiser] is in de dagvaarding als volgt geformuleerd:
het de rechtbank, kamer voor kantonzaken, behage bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,I Gedaagde te veroordelen inzake punt 1.a.;II Ten gunste verkregen voordeel uit punt 1.a. wordt gezien als vordering op gedaagde;III Het instellen van een onafhankelijk onderzoek naar de juridische fusie per 1 januari 2011 bij niet nakoming of (naar het oordeel van de (kanton)rechter) wel nakoming van punt 1.a.;IV Het vervangen op gas gestookte CV ketel te vervangen in een hybride waterstof ketel met zonnepanelen bovenop de bestaande zonnecollectoren;V Naar het inzicht van de (kanton)-rechter gedaagde te veroordelen tot schadevergoeding uit de opsomming bij het onderdeel Rechtsgronden en Vorderingen punt 4.3;VI Gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure (punt 2.).
Onder het in het petitum kennelijk bedoelde punt 4.1.a van de dagvaarding staat:
De afrekeningen servicekosten 2019 én 2020 te corrigeren naar de template en systematiek als de appendices oftewel te corrigeren conform de afrekeningen servicekosten 2009, 2010, 2011 (, 2012 en 2013), rekeningen houdend met de overeengekomen officiële documenten, het schrijven de dato 17 mei 2017 (…), zodat van het “Paardenbloem syndroom’ géén sprake is. Dat wil zeggen dat de kern ‘Voor- en achterdeur’ methode casu quo techniek met de (opkomende/bloeiende ) paardenbloemen niet meer aanwezig (kunnen) zijn in de afrekeningen servicekosten. De vordering bedraagt minimaal € 234,95 (2019) + € 194,86 (2020) = € 429,81.
Onder punt 4.3 van de dagvaarding staat:
Aangezien onder meer het ‘Paardenbloem syndroom’ van toepassing is op het dossier bestaat de mogelijkheid tot schadevergoeding, waarbij één of meerdere schadevergoeding(en) toegekend kan/kunnen worden (naar het inzicht van de (kanton)-rechter:- een minimale schadevergoeding ter grootte van € 250, hetgeen vermeerderd kan worden; en/of- de wooneenheid gas aansluiting (…) te vervangen door een elektriciteit aansluiting (…) en/of- het totaal aan de uit te keren kosten (…) plus totaal credit bedrag (…) te vermenigvuldigen met minimaal twee (…); en/of- de uitkomst uit jaarinflatie (over het jaar 2022) vermenigvuldiging met jaarhuur als schadevergoeding aan eiser; en/of- het vervangen van de berging deur in een nieuwe berging deur met inbraakstrip én goed (keurmerk) slot; en/of- een nader te bepalen maandelijkse huurkorting (…) en/of- het totaal vergoeden voor het aanschaf van twee (2) Amfa4000 Pro antikalk systeem (…)
De dagvaarding beslaat 30 pagina’s en gaat vergezeld van een zeer grote hoeveelheid producties.
Eigen Haard heeft in de conclusie van antwoord bepleit dat de dagvaarding onbegrijpelijk is en daarom nietig moet worden verklaard. Subsidiair meent Eigen Haard dat [eiser] gelast moet worden de vordering en de gronden nader te concretiseren. Daarbij verwijst Eigen Haard naar een recent vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord Holland (ECLI:NL:RBNHO:2022:5578).
Met Eigen Haard is de kantonrechter van oordeel dat de dagvaarding onbegrijpelijk is. Een duidelijk geformuleerde vordering met per onderdeel van de vordering een feitelijke en juridische grondslag ontbreekt. Het is niet aan de kantonrechter deze uit de brij aan tekst en bijlagen te destilleren. Zeker nu [eiser] in persoon procedeert zal hij wel in de gelegenheid gesteld worden de gebrekkige dagvaarding te herstellen. Het is aan te bevelen dat hij daarbij alsnog juridische bijstand inroept van bijvoorbeeld een advocaat of het Juridisch Loket (Vijzelgracht 21-25, 1017 HN Amsterdam).
[eiser] zal in de gelegenheid worden gesteld op de rol 4 weken na heden een akte te nemen, waarin in maximaal 5 pagina’s de vorderingen worden geformuleerd, met per vordering een weergave van de relevante feiten en een uitleg hoe deze feiten de vordering juridisch kunnen dragen. Bij de vermelding van de relevante feiten kan worden volstaan met verwijzing naar de (nummering van de) reeds overgelegde producties. Deze hoeven niet nogmaals te worden overgelegd.
Eigen Haard krijgt vervolgens de gelegenheid op die akte te reageren.

BESLISSING

De kantonrechter:
I stelt [eiser] in de gelegenheid een akte te nemen zoals hiervoor onder 7. omschreven en verwijst de zaak daartoe naar de rol van vrijdag 23 september 2022;
II houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2022.