Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
phishing, hackingen het op grote schaal witwassen met als pleegplaatsen Wetteren, Mechelen, Aalter en elders in het Belgische rijk en in Nederland. In het bijzonder zou de opgeëiste persoon zich bezig hebben gehouden met de aansturing van bankkaartronselaars en hackers.
van 01/01/2018 tot heden.In aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 28 juli 2022 is door de onderzoeksrechter in Dendermonde bevestigd dat dit de juiste periode betreft. De rechtbank begrijpt deze pleegperiode zo, dat de overlevering wordt gevraagd voor de periode van 1 januari 2018 tot het moment van uitvaardigen van het nationale aanhoudingsbevel en het EAB, namelijk 11 mei 2022.
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel is veroordeeld, deze persoon naar Nederland zal terugkeren om zijn straf of maatregel aldaar te ondergaan. De terugkeer zal gebeuren op basis van het Europees Kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op de vrijheidsbenemende straffen of maatregelen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie (2008/909/JBZ).”
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is aangevangen in België;
- het bewijs bevindt zich in België;
- de medeverdachten zijn aangehouden in België;
- het Nederlandse openbaar ministerie is niet voornemens de opgeëiste persoon voor de feiten in het EAB vermeldt te vervolgen.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en toepassing van een facultatieve weigeringsgrond de uitzondering dient te zijn;
- de weigeringsgrond ertoe strekt te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
7.Belgische detentieomstandigheden
- De overgeleverde persoon zal in een cel worden opgesloten waarvan de oppervlakte en de inrichting beantwoordt aan de normen van het CPT van de Europese Raad (minimum 3m2). Dit zowel wanneer hij alleen verblijft in een cel als wanneer hij een daarvoor aangepaste en grotere cel deelt met een andere persoon.
- De sanitaire blokken, doorgaans voorzien van een wasbak en toilet, zijn afgescheiden van de rest van de cel door een muur of door een scherm. Soms is er ook een douche voorzien. In dat geval is het sanitair complex afgescheiden van de rest van de cel.
personal spaceen de aanwezigheid van een afgescheiden sanitair blok.
8.Het recht op family life
family lifedat voortvloeit uit artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). De persoonlijke omstandigheden, zoals het verzorgen van zijn vijf kinderen, maken dat de noodzaak om overgeleverd te worden ontbreekt, aldus de raadsman.
family lifegeen reden is om de overlevering te weigeren. Het is vaste jurisprudentie van de rechtbank Amsterdam dat overlevering een gerechtvaardigde inbreuk op artikel 8 EVRM oplevert.
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde (België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.