ECLI:NL:RBAMS:2022:5561

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
13/150323-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot detentieomstandigheden in Roemenië

Op 15 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Botosani Court of Law in Roemenië. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 1 juli 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 1992 en momenteel gedetineerd in Nederland, werd bijgestaan door zijn raadsman tijdens de openbare zitting op 1 september 2022. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de detentieomstandigheden in Roemenië beoordeeld. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat er een reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling in Roemeense gevangenissen, maar heeft in dit geval geoordeeld dat de detentiegarantie die door de Roemeense autoriteiten is verstrekt, voldoende is om dit gevaar weg te nemen. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van één jaar en zes maanden, zoals opgelegd in het Roemeense vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/150323-22 (EAB I)
RK nummer: 22/3385
Datum uitspraak: 15 september 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 1 juli 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 25 februari 2022 door
the Botosani Court of Law(Roemenië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1992,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 1 september 2022. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. M. Diependaal. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.K. Jap-A-Joe, advocaat te Utrecht en door een tolk in de Roemeense taal.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.

3.Referte

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een vonnis, te weten een
criminal sentence no. 29 from 07.01.2022 given in the file no.5232/193/2020 of Botosani Court of Law.
In het EAB staat vermeld dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van één jaar en zes maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. De opgeëiste persoon dient de straf nog geheel te ondergaan. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
Dit vonnis betreft het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.

5.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als een feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
diefstal

6.Detentieomstandigheden in Roemenië

De rechtbank heeft in eerdere zaken al geoordeeld dat vanwege de algemene detentieomstandigheden in Roemenië, waaronder met name de overbevolking in de gevangenissen, voor gedetineerden in Roemeense gevangenissen een reëel gevaar bestaat van onmenselijke of vernederende behandeling, zoals bedoeld in artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest).
Het meest recente rapport van
the European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(hierna: de CPT) van 14 april 2022 naar aanleiding van een bezoek aan penitentiaire inrichtingen in Roemenië van 10 tot 21 mei 2021(CPT/Inf (2022)06), brengt geen verandering in het eerder door de rechtbank aangenomen algemene gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling zoals hiervoor genoemd.
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft bij brief van 17 augustus 2022 ten behoeve van de opgeëiste persoon een detentiegarantie verstrekt, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
(…)
If the person in custody is surrendered to the Romanian authorities on Henri Coanda Airport of Bucharest, he will be transferred initially at Rahova Penitentiary of Bucharest for attending the quarantine period for 21 days, in a 3sqm room.
(…)
When the quarantine period finishes, the National administration of Penitentiaries chooses the penitentiary where the convict will serve his custodial sentence taking into account that this penitentiary should be close to the convict’s place of residence and depending on the sentencing regime.
(…)
Based on the period of the custodial sentence, the convict will probably execute the custodial sentence initially in the semi-open regime. At the same time, according to his place of residence, for the beginning, he will probably execute the custodial sentence in the Penitentiary of Botosani.
(..)
Taking into account the perspective of implementing the measures included in “The Calendar of measures for 2020-2025 elaborated for the enforcement of Rezmives and others against Romania pilot decision and the decisions ruled in the group cases Bragadireanu against Romania”, as well as the number of prisoners that are in the custody of the National Administration of Penitentiaries, as a result of criminal policies adopted by the Romanian state, the National Administration of Penitentiaries guarantees a minimum individual area of 3sqm for the entire period of custodial sentence, including the bed and necessary furniture, without including the area for the sanitary facilities.
Uit deze garantie blijkt dat de opgeëiste persoon de beschikking zal hebben over een individuele celruimte van minimaal 3 m2, daarbij de sanitaire voorzieningen niet inbegrepen. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er, gelet op de verstrekte garantie, geen reëel gevaar dat de opgeëiste persoon in de detentie-instelling in Roemenië waar hij naar alle waarschijnlijkheid zal worden gedetineerd, onderworpen zal worden aan een onmenselijke of vernederende behandeling. Daarmee is het gevaar voor schending van artikel 4 van het Handvest voor de opgeëiste persoon weggenomen.
Gelet op het voorgaande staat artikel 11 OLW niet in de weg aan het toestaan van de overlevering van de opgeëiste persoon.

7.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

8.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 310 van het Wetboek van Strafrecht en 2, 5 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering
[opgeëiste persoon]aan
the Botosani Court of Law
voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. M.E.M. James-Pater, voorzitter,
mrs. M. van Mourik en M. Snijders Blok - Nijensteen, rechters
in tegenwoordigheid van mr. F.A. Potters, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 15 september 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.