ECLI:NL:RBAMS:2022:669

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
13/751107-21 (EAB I)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 26 januari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Metropolitan Court of Budapest. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 19 november 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Hongarije in 1983, was niet aanwezig tijdens de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft. De overlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van 1 jaar en 10 maanden, waarvan nog 1 jaar, 9 maanden en 13 dagen resteert. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht zijn geclassificeerd als georganiseerde of gewapende diefstal, waarvoor in Hongarije een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/751107-21 (EAB I)
RK nummer: 21/6288
Datum uitspraak: 26 januari 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 19 november 2021 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 6 januari 2021 door de
Metropolitan Court of Budapest(Hongarije) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedag] 1983,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres: [adres], [plaats],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 26 januari 2022. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. K. van der Schaft en van de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. M.L. van Gessel, advocaat te Amsterdam. De opgeëiste persoon is niet verschenen.
De raadsman van de opgeëiste persoon heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een vonnis van de
Pest Central District Court(No.18.B.13945/2016/20) en van een arrest van de
Budapest Regional Court, onherroepelijk op 27 oktober 2017 (No.23.Bf.7999/2017/7).
In het EAB is vermeld dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar en 10 maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren volgens het EAB nog 1 jaar, 9 maanden en 13 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde arrest.
Dit arrest betreft de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 18, te weten:
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Hongarije een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.

5.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Metropolitan Court of Budapest(Hongarije) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. M.E.M. James-Pater en J.A.A.G. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 26 januari 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.