ECLI:NL:RBAMS:2022:671

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
22/428
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake verzoek om aanvullende toestemming voor vervolging in Polen

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 26 januari 2022, wordt een verzoek behandeld dat is ingediend door de officier van justitie op 6 januari 2022. Het verzoek betreft de toestemming voor uitbreiding van de vervolging van een overgeleverde persoon, die in Polen verblijft, voor feiten die zijn gepleegd vóór de overlevering. De rechtbank heeft eerder op 14 september 2021 prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, en in afwachting van de uitspraak hierover, houdt de rechtbank de beslissing op het verzoek voor onbepaalde tijd aan. De rechtbank vraagt ook om aanvullende informatie over de mogelijkheid voor de overgeleverde persoon om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

RK-nummer: 22/428
Datum beslissing: 26 januari 2022
TUSSEN
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 6 januari 2022, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW voor feiten die vóór het tijdstip van de overlevering zijn begaan en waarvoor de betrokkene niet is overgeleverd. Dit verzoek is op 31 december 2021 ingediend door
The Circuit Court in Lublin, IVth Criminal Division(Polen) en betreft:
[overgeleverde persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1997,
thans verblijvende in Polen,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek ziet op vervolging van de overgeleverde persoon voor feiten die zouden zijn begaan voordat hij is overgeleverd aan Polen.
De rechtbank zal de beslissing op het verzoek voor onbepaalde tijd aanhouden in afwachting van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de door de rechtbank gestelde prejudiciële vragen in de verwijzingsbeslissing van deze rechtbank van 14 september 2021. [1]

2.Verzoek om aanvullende informatie

De rechtbank verzoekt tevens de volgende vragen aan de Poolse uitvaardigende justitiële autoriteit voor te leggen:
- heeft de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid gehad al zijn eventuele opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken voor een rechter? [2] ;
- zo ja, gelieve de rechtbank de schriftelijke verslaglegging daarvan te doen toekomen;
- zo nee, gelieve de overgeleverde persoon die mogelijkheid alsnog te bieden en de rechtbank de schriftelijke verslaglegging daarvan te doen toekomen.

3.Beslissing

De rechtbank:
houdt de beslissing op het verzoek om aanvullende toestemming voor onbepaalde tijd aan.
Deze beslissing is genomen op 26 januari 2022 door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. M.E.M. James-Pater en J.A.A.G. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Dijk, griffier.

Voetnoten

1.Rechtbank Amsterdam 14 september 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:5051.
2.HvJ EU 26 oktober 2021, C-428/21 PPU en C-429/21 PPU, ECLI:EU:C:2021:876, punt 63.