Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 november 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,
Centraal Administratiekantoor, bijzondere zorgkosten, verweerder (hierna: CAK)
Procesverloop
Overwegingen
€ 1.000 per dag dat – naar de rechtbank begrijpt - het geld niet is terugbetaald. Daarnaast vindt eiseres dat zij recht heeft op een dwangsom, omdat niet tijdig is beslist op haar bezwaar.
27 november 2011 verklaard gemoedsbezwaarde te zijn, tegen alle sociale verzekeringswetten gemoedsbezwaren te hebben en alle in het formulier genoemde regelingen - waaronder de Zorgverzekeringswet - te zien als verzekeringen. Dat eiseres gemoedsbezwaarde is wordt door het CAK ook niet ontkend. Uit de Zorgverzekeringswet volgt echter in beginsel een verzekeringsplicht [1] . Dit houdt – kort gezegd – in dat iemand verplicht is zich krachtens een zorgverzekering te verzekeren. Voor iemand die gemoedsbezwaarde is, bestaat hiervoor een uitzondering [2] . In plaats van de verzekeringsplicht dient een gemoedsbezwaarde volgens de Zorgverzekeringswet een bijdragevervangende belasting te betalen aan de Belastingdienst tot het bedrag van de inkomensafhankelijke bijdrage die zij verschuldigd zou zijn als zij wel verzekeringsplichtig zou zijn. [3] De Belastingdienst stort deze bijdragevervangende belasting op de rekening van het CAK. Per huishouden houdt het CAK het gevormde spaartegoed bij. Een huishouden heeft recht op vergoeding van medische zorg als de geleverde zorg valt onder de Zorgverzekeringswet en als er voldoende spaartegoed is. Indien het spaartegoed ontoereikend is, komen de kosten voor eigen rekening van de gemoedsbezwaarde.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op