Uitspraak
Regional Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- het vonnis van de
- het vonnis van de
- één jaar;
- twee jaren,
- één jaar;
- één jaar, 11 maanden en 13 dagen.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
5.Strafbaarheid
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
- een ‘Informatiestaat SKDB-persoon’ van 24 oktober 2022 van de Justitiële Informatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon sinds 9 januari 2018 staat ingeschreven in de Nederlandse Basisregistratie Personen;
- jaaropgaven over de jaren 2017 tot en met 2019 waarop steeds een Nederlands adres van de opgeëiste persoon is vermeld;
- salarisspecificaties over de jaren 2020 tot en met 2022, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon in die jaren tenminste 40% van de gebruikelijke arbeidstijd heeft gewerkt en er dus sprake is geweest van reële en daadwerkelijke arbeid;
- een uittreksel van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) met betrekking tot het arbeidsverleden van de opgeëiste persoon in de jaren 2017 tot en met 2019, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon in die jaren tenminste 40% van de gebruikelijke arbeidstijd heeft gewerkt en er dus sprake is geweest van reële en daadwerkelijke arbeid.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Poznań(Polen).
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraffen. Dit bevel is afzonderlijk opgemaakt.