Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Provincial Court in Lublin(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie
AYvan het Hof van Justitie van de Europese Unie [1] . Hieruit volgt dat de uitvoerende rechterlijke autoriteit op elk EAB een beslissing moet nemen, ook als de overlevering eerder is geweigerd. De officier van justitie is daarom ontvankelijk in haar vordering ex artikel 23 OLW. Het is nu aan de rechtbank om het EAB te beoordelen aan de hand van de sinds 1 april 2021 geldende OLW.
4.Grondslag en inhoud van het EAB
default judgment of the District Court Lublin-Zachód in Lublin(Polen) van 30 juni 2011 (referentie: IV K 1036/11).
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the District Court Lublin-Zachódin Lublin, kan naar het oordeel van de rechtbank worden aangenomen dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de feiten waarvan hij werd verdacht, alsmede van de omstandigheid dat er een strafrechtelijke procedure tegen hem liep. De opgeëiste persoon is tijdens de voorprocedure expliciet gewezen op de omstandigheid dat hij bereikbaar moest blijven op zijn adres voor oproepingen van justitie, dat hij eventuele adreswijzigingen moest doorgeven en op de gevolgen van het niet voldoen aan deze voorwaarden. De opgeëiste persoon heeft deze instructies ontvangen tijdens het verhoor als verdachte op 10 december 2010. Daaruit volgt dat de opgeëiste persoon niet alleen op de hoogte was van de strafrechtelijke procedure, maar ook dat hij er op zijn minst rekening mee moest houden dat hij op zijn adres officiële correspondentie over die procedure kon ontvangen. De oproeping voor de zitting en het vonnis zijn naar het door de opgeëiste persoon opgegeven adres verstuurd.
6.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
8.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de zaak voor het verstrijken van beslistermijn (te weten: 25 oktober 2022) weer op zitting moet worden aangebracht