Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[verzoeker 1] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen ter griffie op 10 september 2021,
- de beschikking van 20 januari 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
“14.2 For the exclusive benefit of the Beneficiary [ [verzoeker 2] en Juno Holdings; rb], the Guarantor [ [verweerder] ; rb] irrevocably agrees that the courts of England are to have exclusive jurisdiction to settle any dispute (a) arising from or in connection with this Guarantee and Indemnity or (b) relating to any non-contractual obligations arising from or in connection with this Guarantee and Indemnity and that any proceedings may be brought in those courts.”
“12.2 For the exclusive benefit of Juno, the Obligor [ [verweerder] ; rb] irrevocably agrees that the courts of England are to have exclusive jurisdiction to settle any dispute (a) arising from or in connection with this Deed or (b) relating to any non-contractual obligations arising from or in connection with this Deed and that any proceedings may be brought in those courts.”
3. Het verzoek en verweer
,omdat het verdrag nadat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie heeft verlaten, is herleefd. Het Haags Forumkeuzeverdrag is van toepassing, omdat in artikel 12.2 van de overeenkomst en artikel 14.2 van de garanties een forumkeuze is gemaakt. Het EEX-Verdrag is van toepassing, omdat dit verdrag op 1 oktober 1989 in werking is getreden en weliswaar in 2001 vervangen door de EEX-Verordening [4] , maar nooit is opgezegd, aldus steeds [verzoekers]
,omdat deze enkel gelden voor [verzoekers]
4.De beoordeling
Nu de tenuitvoerlegging onder andere in het arrondissement Amsterdam wordt verlangd, is deze rechtbank relatief bevoegd tot kennisneming van het verzoek (artikel 985, derde volzin, Rv in samenhang met artikel 262 Rv).
(a) onder exclusief forumkeuzebeding wordt verstaan een beding, gemaakt tussen twee of meer partijen, dat voldoet aan de vereisten van onderdeel c en waarin, voor de kennisneming van geschillen die in verband met een bepaalde rechtsbetrekking zijn gerezen of zouden kunnen rijzen, de gerechten van de Verdragsluitende Staat of een of meer bepaalde gerechten van een Verdragsluitende Staat worden aangewezen. In het Toelichtend rapport van T. Hartley en M. Dogauchi [9] bij artikel 3 HFV is onder nummers 105 en 106 het volgende vermeld:
5.De beslissing
1 december 2022voor een akte aan de zijde van beide partijen over hetgeen is vermeld onder 4.14;