Op 15 december 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een geladen pistool en patronen. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in een justitieel complex. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 1 december 2022, waar de verdachte het feit heeft bekend. De officier van justitie, mr. L. Bertels, vorderde een gevangenisstraf van 9 maanden, terwijl de verdediging pleitte voor een deels voorwaardelijke straf.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 9 september 2022 in Amsterdam een geladen pistool van het merk Walther, type P5 Compact, kaliber 9x19mm, en bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad. De rechtbank achtte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en verschillende proces-verbaal van opsporingsambtenaren. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals het feit dat vuurwapens een groot gevaar voor de samenleving vormen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn er vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraffen toegewezen, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie.